Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1939

[IX.] Verslag van de commissie voor de uitgave van geschriften

IX. Vervolgens leest de heer De Vries het verslag van de Commissie voor de Uitgaven voor:

De vorige jaarvergadering heeft haar goedkeuring gehecht aan het door de Commissie ontworpen werkplan, dat een reeks omvatte van meer omvangrijke en een van kleinere publicaties.

De Commissie heeft thans het genoegen te kunnen mededeelen dat als eerste deel van eerstgemelde reeks is verschenen ‘Van den Vos Reinaerde’ critisch uitgegeven door ons eerelid prof. dr J.W. Muller, tweede, herziene en vermeerderde druk.

In dezelfde reeks zal, gelijk in het vorige jaarverslag is vermeld, een uitgave verschijnen van de werken van Coornhert te verzorgen door Prof. B. Becker. Voor deze taak kan de bewerker op het oogenblik niet zooveel tijd beschikbaar stellen als hijzelf en de Commissie zouden wenschen. De geldmiddelen zijn niet toereikend om een versnelling van het tempo mogelijk te maken; de Commissie heeft daarom ernaar gestreefd zich ook van andere zijde financieelen steun te verschaffen. Er bestaat

[p. 150]

gegronde hoop dat de omstandigheden binnenkort dan ook zoodanig gewijzigd zullen zijn, dat het werk geregeld voortgang kan hebben en dat het eerste deel in het voorjaar van 1941 zal kunnen verschijnen.

Inmiddels is ter perse een tweede deel van de ‘kleine’ reeks der ‘Leidsche Drukken en Herdrukken’, nl. ‘Refreynen int sot amoreus wijs’ uitgegeven door dr C.A.H. Kruyskamp.

De spreker overhandigt daarna met een korte toespraak het eerste exemplaar van de nieuwe Reinaert-uitgave aan prof. Muller.