Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1970

[p. 243]

Bijlage IV

Door de buitengewone jaarvergadering, gehouden te Leiden op 29 november 1969, werd, na ampele discussies, de herziene tekst van de Wet onzer Maatschappij vastgesteld. Bij het verwerken van de veranderingen en verbeteringen bleken er enkele minder fraaie en/of niet geheel duidelijke formuleringen te zijn blijven staan. Het bestuur stelt U daarom, met instemming van de leden van de Commissie tot herziening van de Wet, de volgende wijzigingen voor.

Artikel 21, lid 3.	Indien elders in het Nederlandse taalgebied dan te Leiden Takken of Afdelingen zijn gevormd, kan een afgevaardigde van elk der Takken of Afdelingen aan de bestuursvergaderingen deelnemen. Voorstel: de woorden ‘elk der Takken of Afdelingen’ te vervangen door ‘elke Tak of Afdeling’.
Artikel 45, lid 2.	Na elk dier werkzaamheden wordt gelegenheid gegeven tot wisseling van gedachten over het gehoorde. Voorstel: de woorden ‘na elk dier werkzaamheden’ te vervangen door ‘na elke werkzaamheid’.
Artikel 45, lid 3.	Het bestuur kan beslissen dat de daarvoor in aanmerking komende voordrachten en mededelingen afgedrukt worden in het Jaarboek. Voorstel: de woorden ‘het bestuur kan beslissen dat’ te vervangen door ‘het bestuur beslist of’.
Artikel 53, lid 5.	In de commissie ... zal steeds een lid zitting hebben uit elk der beide Afdelingen. Voorstel: de woorden ‘elk der beide Afdelingen’ te vervangen door: ‘elke Afdeling’.
Artikel 62, lid 2.	Het bestuur stelt die geschriften in handen van de commissie voor de publikaties. In een aan het bestuur uit te brengen verslag beoordeelt zij of zij het ingekomen werk geschikt acht door de Maatschappij te worden uitgegeven en of deze uitgave i.v.m. de eigen publikaties der Maatschappij wenselijk wordt geacht. Voorstel: art. 62, lid 2 als volgt te lezen: Het bestuur stelt die geschriften in handen van de commissie voor de publikaties, die beoordeelt of zij het ingekomen werk geschikt acht door de Maatschappij te worden uitgegeven en of zij deze uitgave i.v.m. de eigen publikaties der Maatschappij wenselijk acht. Haar oordeel, met de overwegingen, legt zij neer in een verslag aan het bestuur.
Artikel 72, lid 2.	(Wie uit de bibliotheek een werk ter leen of ter inzage ontvangt, verbindt zich stilzwijgende) ... geen handschriften uit de bibliotheek der Maatschappij uit te geven, zonder daartoe vooraf door het bestuur te zijn gemachtigd, na advies ingewonnen te hebben van de bibliothecaris.

[p. 244]

Voorstel: de komma na het woord ‘gemachtigd’ te vervangen door een punt; de daarna volgende woorden ‘na advies ingewonnen te hebben van de bibliothecaris’ te schrappen en een nieuw lid 3 toe te voegen, luidende: Het bestuur geeft de in lid 2 bedoelde machtiging niet zonder het advies te hebben gevraagd van de bibliothecaris.