Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1980 (1980)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1980

(1980)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

Verslag van de jaarvergadering te Leiden 7 juni 1980

Orde der werkzaamheden

1. Opening door de voorzitter, dr. M.A. Schenkeveld-van der Dussen.

2. Mededelingen.

3. Verslag van de staat der Maatschappij en haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1979-1980.

4. Verslag van de Noordelijke Afdeling over het jaar 1979-1980.

5. Verslag aangaande Zuid-Afrika over het jaar 1979.

6. Verslag van de bibliothecaris over het jaar 1979.

7. Het beheer der gelden. 1. Rekening en verantwoording van de penningmeester over het jaar 1979. 2. Verslag van de Kascommissie. 3. Financieel beleid van het bestuur voor de jaren 1980 en 1981. 4. Vaststelling van de jaarlijkse bijdrage. Het bestuur stelt voor deze tot fl 40,- te verhogen.

8. Verslag van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1979-1980.

9. Verslag van de Commissie voor taal- en letterkunde over het jaar 1979-1980.

10. Verslag van de Werkgroep 19e eeuw over het jaar 1979-1980.

11. Voorstel tot Wetswijziging en tot een reglement voor de Henriette Roland Holst-prijs. Mededeling over de toekenning van deze prijs.

12. Stemming over de toekenning van de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs.

13. Bekendmaking van de uitslag der stemming over de te benoemen leden.

14. Verkiezing van bestuursleden.

15. Verkiezing voorzitter.

16. Verkiezing van leden in de vaste commissies.

17. Gelegenheid tot het stellen van vragen.

Koffietafel in Restaurant Nieuw Minerva, Vrouwensteeg ii.

18. Uitreiking van de Henriette Roland Holst-prijs.

19. ‘Van wie is die tekst?’ Forumdiscussie over de vraag van wie een eenmaal gepubliceerd verhaal of gedicht eigenlijk is: van iedereen of van de auteur, van de uitgever of van de bloemlezer, van de erven of van... Onder voorzitterschap van dr. H. van den Bergh, met medewerking van een jurist, een literair-historicus en twee schrijvers.

20. Sluiting.

[pagina 123]
[p. 123]

1. De jaarvergadering werd ook dit jaar gehouden in zaal xi van het Leidse Academiegebouw. Aanwezig waren volgens de presentielijst 50 leden. De voorzitter opende om tien over tien de vergadering en heette allen van harte welkom. Vervolgens sprak zij haar rede, getiteld Anna Roemers Visscher: de tiende van de negen, de vierde van de drie, uit die elders in dit Jaarboek is afgedrukt. De voorzitter herdacht de leden van de Maatschappij die in het afgelopen verenigingsjaar zijn overleden: dr. R.F. Beerling, dr. B. van den Berg, mw. M.M. Boldingh, H. Brander, dr. L. Buning, dr. J.J. Buskes, dr. P.J.J. Diermanse, mw. M. Falk, H. Fedder, dr. Jos. W. de Gruyter, F.W.D.C.A. van Hattum, D.A. van Hilten, mr. B. van 't Hoff, dr. C. Hooykaas, jhr. F.W.E. van Lennep, dr. W.E.G. Louw, dr. F.E.J. Malherbe, dr. P.J. van der Merwe, mw. M.S.H. van Oostveen, dr. J.C. Opstelten, H.J. Scheepens, mr. A. Staring, A. Viaene en mw. A.M.F. van Wageningen-Salomons.

De voorzitter sprak ter herdenking van het erelid mevrouw Van Wageningen-Salomons de volgende woorden:

Annie van Wageningen-Salomons is door onze Maatschappij op de jaarvergadering van 14 juni 1975 tot erelid benoemd. Zij was toen, op twaalf dagen na, negentig jaar oud, en zou dus dit jaar de leeftijd van vijfennegentig jaar hebben bereikt - we waren daar al op attent gemaakt door een van onze leden.

Annie Salomons heeft een uitzonderlijke lange schrijverscarrière gehad. Met haar oudere boeken Een meisje-studentje (1907), De herinneringen van een onafhankelijke vrouw (1915) en De oude schuld (1922) heeft ze een beeld gegeven van het leven van de geëmancipeerde, gestudeerde vrouw in de jaren rond de eerste wereldoorlog. Een beeld dat lang herkend is gebleven - de Herinneringen zijn heel vaak herdrukt, tot 1941 toe. De problematiek is thans verouderd - dat is trouwens door de auteur ook voorzien - maar als tijdsdocument is het boek nog steeds heel leesbaar en zeker waard herdrukt te worden.

Het is daarna een vrij lange periode stil geworden rond Annie Salomons. En dan ineens, in 1957, - ze is dan ruim zeventig jaar - blijkt een nieuwe bloei begonnen met de deeltjes Herinneringen uit den ouden tijd, sieraden van Bert Bakkers Ooievaars. ‘Een van de eigenaardigste sensaties van het ouder worden is, dat wat je gewoon, vanzelfsprekend hebt beleefd, nog bij je leven historie blijkt geworden.’ Zo luidt de eerste zin van het tweede deeltje en Annie Salomons had bij uitstek de gave dat beleefde verleden volkomen pretentieloos maar ook volkomen overtuigend voor jongeren te kunnen oproepen. Misschien komt dat door wat ze over zichzelf heeft

[pagina 124]
[p. 124]

verklaard in een interview uit de vroege jaren twintig: ‘U hebt wel gemerkt dat ik alles vasthoud en niets weggooi.’ Dat kàn een uiting van het allergeborneerdste conservatisme zijn, bij Annie Salomons betekende het dat ze mild steeds nieuwe ervaringen verwerkte zonder er oude voor los te laten. Mede om die beminnelijke band met het verleden was zij als erelid een sieraad voor onze Maatschappij.

2. De secretaris las de ontvangen berichten van verhindering voor. Omtrent het huishoudelijk reglement van de Maatschappij deelde mr. J.R. de Groot, mee dat een door hem samengesteld ontwerp de Commissie voor ontwerp van een huishoudelijk reglement nog moet passeren. Het bestuur heeft zich bij voorbaat met het resultaat accoord verklaard, zodat het reglement, na de instemming van de overige leden van de Commissie gepubliceerd kan worden. De leden kunnen op de volgende jaarvergadering hun kritiek naar voren brengen.

De verslagen genoemd onder de punten 3 tot en met 10 werden ter discussie gesteld.

3. Mr. W.R.H. Koops merkte op dat hem er niets van bekend was dat de Wet in het jaarboek afgedrukt zou worden. Hij stelde voor dit, om kosten te drukken, niet ieder jaar te doen, maar te verwijzen naar het jaarboek waarin de Wet is afgedrukt, en overdrukken te maken. Deze regeling moest volgens hem besparend zijn. Dr. J. Gerritsen merkte op dat ook de nieuwe leden over een exemplaar van de Wet moeten kunnen beschikken. Over een en ander zal nog nader overleg gepleegd worden. De suggestie werd gedaan in diverse publikaties ook de samenstelling van het bestuur op te nemen. Ten slotte werd dit verslag goedgekeurd.

4-6. De verslagen, genoemd onder de punten 4, 5 en 6 werden goedgekeurd.

7. De penningmeester zei dat er ditmaal geen verslag van de penningmeester is omdat hij dit mondeling aan de vergadering wilde mededelen. Hij was van mening dat de inkomsten van de Maatschappij onvoldoende stijgen. Gesprekken met de Rijksuniversiteit Leiden en de Ministeries van Onderwijs en Wetenschappen en Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk voor meer subsidie leverden voorshands niets op. Hij wees op de punten a2, b3 en f van zijn Rekening en verantwoording. De diverse stukken zijn niet alle meer bij name genoemd. De begroting was nog niet openbaar omdat de penningmeester dit wou gebruiken als onderhandelingsstuk bij zijn pogingen de subsidies verhoogd te krijgen. De heer G.

[pagina 125]
[p. 125]

Kamphuis stelde voor om als soelaas bij de tekorten ook een beroep op andere subsidiënten te doen, zoals voor de Werkgroep 19e eeuw bij het Prins Bernhard Fonds. Hierop antwoordde de penningmeester dat dit al geprobeerd wordt tot op heden zonder veel resultaat. Dr. J. Gerritsen vroeg zich af welk verband er bestaat tussen de algemene rekening en het vermogensoverzicht. De penningmeester antwoordde dat de verschillen tussen dezelfde posten het gevolg zijn van schatting en reële kosten.

De penningmeester werd onder applaus van de jaarvergadering voor de verdediging van zijn beleid gedechargeerd. Na voorstellen van diverse kanten en enige discussie werd de contributie voor het komende jaar vastgesteld op fl. 45,- met instemming van het overgrote deel van de jaarvergadering.

De penningmeester deelde mee dat pogingen in het werk worden gesteld de contributie-inning voortaan door middel van acceptgirokaarten te laten plaatsvinden. De Kascommissie werd onder dankzegging gedechargeerd.

8-10. De onder deze punten genoemde verslagen werden goedgekeurd.

11. Nu kwam het voorstel tot Wetswijziging aan de orde met betrekking tot een toe te voegen lid 2 aan artikel 54 en een toe te voegen lid 6 aan artikel 40. De jaarvergadering stemde hiermee in.

Het reglement voor de Henriette Roland Holst-prijs werd goedgekeurd, nadat dr. J.G. Bomhoff gevraagd had of de uitgeverijen die aan de prijs bijdragen, deze bijdrage ook voor de toekomst hadden toegezegd. Dit is het geval. Veel dank werd uitgesproken aan dr. G. Stuiveling voor zijn hulp en bemiddeling bij het Henriette Roland Holst Fonds.

De voorzitter deelde mee dat het bestuur besloten heeft de prijs aan H.H. ter Balkt toe te kennen voor zijn bundel Waar de burchten stonden en de snoek zwom.

12. De Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs werd na enige discussie toegekend aan Oscar de Wit.

13. Mevrouw G. Th. M. van den Dool bracht het verslag uit van de Commissie voor de stemopneming, die dit jaar, behalve uit mevrouw Van den Dool, bestond uit de dames mr. A.J. Versprille en E.J. Breugelmans-de Boer en de heer R. Breugelmans. Het aantal ingeleverde geldige stembiljetten bedroeg 242. Dit bracht de kiesdeler op 48. Gekozen werden 28 kandidaten: J. Becker, R. Bloem, N. van der Blom, mw. Ina Brokmeier-van der Beugel, dr. P.P.J. van Caspel, mw. E. van Dijk, Louis Ferron, dr. J.P.

[pagina 126]
[p. 126]

Filedt Kok, P. van Hees, Oek de Jong, C.R. van Kooten, J. Kortenhorst, mw. dr. A.S. Korteweg, H. Miedema, dr. R. Th. van der Paardt, Michel van der Plas, dr. G. Puchinger, mw. dr. M. Spies, dr. J. Trapman, J.F. Vogelaar, H.J.L. Vonhoff, Oscar de Wit, mw. E. Cockx-Indestege, Jan de Hartog, dr. W. Prevenier, dr. L. Rens, dr. H. van der Merwe Scholz en mw. I. Wikén Bonde.

14. Vervolgens deelde mevrouw Van den Dool namens de Commissie voor de stemopneming mee dat als nieuwe bestuursleden W. van Toorn en P. van Zonneveld gekozen waren. De voorzitter bedankte de aftredende bestuursleden dr. D. Grosheide en Tom van Deel, waarbij ze vooral de vernieuwende activiteiten van de laatstgenoemde in verband met de prijsuitreikingen memoreerde.

15. Mr. J.R. de Groot stelde aan de vergadering voor mw. dr. M.A. Schenkeveld-van der Dussen wederom te benoemen als voorzitter. De vergadering stemde hiermee in.

16. De jaarvergadering ging accoord met de voorstellen van de Commissies voor hun nieuwe leden nadat de Commissie voor geschied- en oudheidkunde dr. L. de Grauwe had aanbevolen in plaats van dr. J. Deschamps. De wijzigingen in het reglement van de Commissie voor taal- en letterkunde, zoals gegeven in het verslag van de Commissie, werd door de jaarvergadering goedgekeurd.

17. Dr. J. Gerritsen stelde een vraag over de Commissie voor de bibliotheek. De Commissie zal zelf een secretaris zoeken.

18. De vergadering werd, na om kwart over twaalf geschorst te zijn, om twee uur voortgezet. De voorzitter reikte de Henriette Roland Holst-prijs 1980 uit aan H.H. ter Balkt. Haar toespraak en het dankwoord van de prijswinnaar zijn elders in dit Jaarboek opgenomen.

19. Na afloop van de uitreiking van de Henriette Roland Holst-prijs vond een forumdiscussie plaats over het thema ‘Van wie is die tekst?’, waarvan hier een verslag volgt van de hand van de heer B. Luger.

Forumleden waren Hanny Michaelis en J. Bernlef, auteurs, B. Luger, neerlandicus, en mr. H.U. Jessurun d'Oliveira, jurist. Zij discussieerden onder leiding van dr. H. van den Bergh met elkaar en het publiek over auteursrechtelijke problemen.

Op de achtergrond en als onmiskenbare aanleiding speelde een recente geruchtmakende kwestie mee, waaraan ongetwijfeld, het fraaie zomerweer ten spijt, de grote opkomst te danken was. De discussie diende echter,

[pagina 127]
[p. 127]

naar de vermanende woorden van de voorzitter, toch ‘losgezongen van de concrete kwestie van de Komrij-bloemlezing’ besproken te worden.

Ervaringen met door de auteurs ongewenst gebruik van hun teksten voor bloemlezingen met een politieke strekking, bracht enkele forumleden er toe in voorkomende gevallen waarborgen te vragen tegen zulk misbruik, ook al werden door anderen enige praktische bezwaren geopperd.

De discussie leidde - onderbroken door een verdwaalde oproep tot actie voeren en zeer specifieke vragen uit het publiek ter beantwoording waarvan naar de vvl of zelfs juridische bijstand werd verwezen - naar de vraag of literair werk, eenmaal gepubliceerd, nog als privé-eigendom dan wel als gemeenschapsbezit kon gelden. d'Oliveira gaf desgevraagd uitleg over het auteursrecht en lichtte het een en ander toe aan de hand van het Compendium van het auteursrecht van mr. A. Komen en mr. D.W.F. Verkade (1970, met supplementdeel uit 1973). Vanuit de zaal werden voorbeelden genoemd van oeuvres die geheel vernietigd zouden zijn, ja, de mensheid ganselijk onbekend zouden zijn gebleven, indien destijds de (laatste) wens van de auteur naar de letter geëerbiedigd was.

Hoezeer het gecodificeerde auteursrecht bij de jongste ontwikkelingen in de media wel ten achter moet blijven, bleek uit vervolgens opgeworpen auteursrechtelijke problemen rond interviews en de bekende kwestie van het repro-recht.

Niet alle aanwezigen wisten, ondanks hun vertoeven in het Leidse Academiegebouw en de waarschuwende openingswoorden van de voorzitter, de discussie zuiver academisch te houden: op zekere ogenblikken leidde de actuele aanleiding tot herhaling van de pleitredes van de betrokken partijen en kon men zich eerder in de rechtzaal aanwezig wanen. Dat was misschien niet geheel de bedoeling maar droeg zeker bij tot de levendigheid van de discussie en de betrokkenheid van sprekers en gehoor.

20. Om kwart voor vijf sloot de voorzitter de vergadering en bedankte zij de aanwezigen voor hun komst en medewerking aan de discussie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken