Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1986 (1986)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1986

(1986)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

1. Verslag van de jaarvergadering van de Maatschappij

Op zaterdag 7 juni 1986 vond de jaarvergadering plaats in de Raadszaal van het Academiegebouw te Leiden, waarbij vijftig leden aanwezig waren. Na een kort welkomstwoord hield de voorzitter een rede die elders in dit jaarboek is afgedrukt. Vervolgens herdacht hij de leden die in het verenigingsjaar de Maatschappij door de dood waren ontvallen: mevrouw Jacoba van Velde en de heren dr. D.M. Bakker, Ch. E. van Blommestein, mr. P.J. Bouman, dr. J.C. Brandt Corstius, dr. J.M.G.M. Brinkhoff, Cees Buddingh', dr. J.A. van Dorsten, dr. H.P.H. Jansen, T. Koot, dr. L.J. de Lepper, A.H. Loontjens, dr. J.J. Poelhekke, dr. Y. Poortinga, dr. mr. M. Rooij, dr. J. Roelink, dr. G.E.K. Schmook, dr. G. Sevenster, dr. B.H. Stolte, en mr. D. Zijlstra, schrijvende onder de naam Eric van der Steen. Tenslotte werd herdacht dr. P.J. Meertens, erelid en oud-voorzitter. Velen staan de woorden die dr. P.J. Koets bij de benoeming van dr. Meertens tot erelid in 1982 heeft gesproken nog scherp in het geheugen. De levensavond van P.J. Meertens was verduisterd, maar zijn werk blijft flonkeren. De vergadering nam vervolgens een korte stilte in acht.

 

De voorzitter bracht hulde aan de drukbezorger van het jaarboek 1984-1985, dat de leden ruim op tijd voor de jaarvergadering heeft bereikt en aan de eindredacteur van het Nieuw Letterkundig Magazijn, waarvan het zevende nummer kort voor de jaarvergadering is verschenen.

‘Achter de tafel ziet u twee lege stoelen,’ zo vervolgde de voorzitter, ‘die zijn niet bestemd voor het bestuurslid Adriaan van Dis, die zich laat verontschuldigen, maar voor de notarissen die uitgenodigd zijn de behandeling van punt 11 van de agenda bij te wonen.’

Het verslag van de Maatschappij (2), het verslag van de Noordelijke Afdeling (3) en het verslag aangaande Zuid-Afrika (4) werden zonder discussie aanvaard. Bij dit laatste meldde de voorzitter nog dat, zoals reeds in het verslag van de Maatschappij was medegedeeld, mevrouw W. Nienaber-Luitingh niet meer als kontaktpersoon voor de leden in Zuid-Afrika zal optreden. Het bestuur is doende om in overleg met haar iemand te zoeken die haar werkzaamheden kan overnemen.

Naar aanleiding van zijn verslag wees de bibliothecaris op het grote verschil in aantallen uitleningen tussen 1985 (18.592) en 1984 (ongeveer

[pagina 191]
[p. 191]

5.000). Vroeger werd alleen genoteerd het uitlenen buiten het gebouw van de bibliotheek; thans ook het gebruik in de studiezalen.

Voor het beheer der gelden (6) bestond als steeds grote belangstelling. Na een correctie in de jaarstukken (p.20 laatste zin ‘over 1984 en 1985’ moet luiden ‘over 1983 en 1984’) beantwoordde de penningmeester de vragen. De schommelingen in de kosten van bestuursvergaderingen ontstaan vaak door verlate declaraties; kosten sprekers variëren; het ene jaar is het aantal festiviteiten groter dan het andere; kosten bibliotheek zijn lager; de werkzaamheden voor de collectievorming geschieden nu meer in bibliotheektijd.

Het verslag van de kascommissie (dr. G. Borgers en J.J.M. van Gent) werd voorgelezen, waarop de voorzitter de penningmeester dechargeerde en de kascommissie bedankte. Vanuit de vergadering werd opgemerkt dat volgens het nieuwe Burgerlijk Wetboek niet alleen de penningmeester, maar het gehele bestuur verantwoordelijkheid draagt. ‘Voor de volgende jaren zal daar bij de formulering op worden gelet’ zei de voorzitter. De penningmeester verwoordde tenslotte het voorgenomen financiële beleid 1986-1987 van het bestuur. Voor de instandhouding en uitbouw van de bibliotheek behoort er een ruim reservefonds te zijn, waar onder andere bijzondere aankopen uit worden gefinancierd. De uitkeringen van de Van Bijleveltstichting worden daarom aan dit reservefonds toegevoegd. De prijzen van de Maatschappij zullen op een aanvaardbaar niveau moeten worden gebracht en de uitreiking moet zo mogelijk publiciteitswaarde hebben. De Maatschappij moet van tijd tot tijd op gepaste wijze naar buiten treden, bijvoorbeeld door het plaatsen van gedenkstenen en het komend jaar in het bijzonder door de herdenking van Constantijn Huygens. Daarnaast blijft het grote belang van onze uitgaven: het Jaarboek en nu ook het Nieuw Letterkundig Magazijn. Ons werkterrein vraagt verbreding (België) en verdieping (werkgroepen, zoals de Werkgroep negentiende eeuw). Dit alles kan niet zonder een meer professioneel, dus duurder secretariaat. In de begroting 1986 is dit wel zo goed mogelijk tot uitdrukking gebracht, maar de penningmeester wees er op dat het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen die begroting al heel vroeg in het jaar vraagt. Gelukkig heeft men er op het Ministerie geen bezwaar tegen als wij posten onderling verschuiven. De vergadering uitte haar waardering voor de vele activiteiten die blijkens deze plannen door het bestuur ter hand worden genomen. Dat toch de contributie voor 1986-1987 op fl. 55,- wordt gehandhaafd, ondervond instemming.

[pagina 192]
[p. 192]

De verslagen van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde (7), van de Commissie voor taal- en letterkunde (8) en van de Werkgroep negentiende eeuw (9) werden zonder vragen of opmerkingen aanvaard.

Discussie ontstond wel bij het voorstel van het bestuur om de medio 1985 opgerichte Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde (10) in de Maatschappij op te nemen en deze werkgroep dezelfde status te geven als de Werkgroep negentiende eeuw. De vergadering was het eens met de overwegingen van het bestuur dat een tweede werkgroep het leven van de Maatschappij nog verder verdiept en bovendien in overeenstemming is met de gedachten die daarover op de Conferentie van De Treek (in 1975) zijn ontwikkeld. Het besluit werd dan ook genomen de Werkgroep in de Maatschappij op te nemen. Er werden echter wel enige kanttekeningen gemaakt, zoals bij voorbeeld over de naam: dekt deze Oost en West? En gaat het om de gehele letterkunde of alleen de Nederlandstalige? De gemaakte vragen en opmerkingen zullen door het bestuur aan de Werkgroep worden doorgegeven. De kleine driehonderd leden die de Werkgroep nu reeds telt, zullen zich daar dan nader over kunnen beraden.

Na een korte schorsing heette de voorzitter de heren Van Loenhoud, notaris en kandidaat-notaris, welkom en stelde hij het elfde agendapunt aan de orde, dat uit vier onderdelen bestond. De wijzigingen van de Wet (11a) waarvoor een tweederde meerderheid van de aanwezige leden is vereist, werd met algemene stemmen aangenomen. Op voorstel van het bestuur machtigde de vergadering (11d) het bestuurslid L.L. van Maris de door de notaris op te stellen akte namens de Maatschappij te tekenen. Vervolgens werden in agendapunt 11b wijzigingen voorgesteld in enige reglementen. Bezwaar maakte de vergadering bij monde van dr. J. Gerritsen tegen het handhaven van de thans bestaande tekst van artikel 2 van het (Huishoudelijk) Reglement. Daar staat nu, dat het bestuur jaar voor jaar het aantal kan bepalen van nieuw te benoemen leden. Dit staat op gespannen voet met artikel 13 van de Wet, waarin voorgeschreven wordt dat dit aantal bij huishoudelijk reglement moet worden vastgesteld. De voorzitter dankte de heer Gerritsen voor zijn kritische bijdrage en stelde vervolgens aan de vergadering voor dat het bestuur gemachtigd wordt een verbeterde regeling in het Huishoudelijk Reglement op te nemen. De vergadering stemde hiermee in. Voorts deed de heer Gerritsen het voorstel om de artikelen 5.2 en 4.2 van het Huishoudelijk Reglement te herformuleren, opdat op eenvoudiger wijze de ledenaantallen van de Commissies kunnen worden omschreven. Het bestuur zal dit met de notaris nader bezien.

[pagina 193]
[p. 193]

Tenslotte meldde de heer Gerritsen dat in bijlage i bij de Wet, te weten het contract tussen Maatschappij en Curatoren inzake de bibliotheek, in 1969 een zin is geschrapt, te weten: ‘Dit journaal wordt in duplo gehouden.’ De daarop volgende zin is hiermee verbonden en spreekt over ‘Eén van de exemplaren [...].’ Ook deze zou nu geschrapt dienen te worden. Het reglement voor de Henriëtte de Beaufort-prijs werd door de vergadering tenslotte ongewijzigd vastgesteld. De notarissen spraken hun dank uit voor het in hen gestelde vertrouwen en maakten de Maatschappij een compliment voor het handhaven van de term ‘Wet’ in plaats van het meer gebruikelijke ‘statuten’.

Nadat de notarissen uitgeleide was gedaan, stelde de voorzitter aan de orde de toekenning van de Van der Hoogt-prijs 1986 (12) overeenkomstig de voordracht van de jury aan August Willemsen voor zijn werk Braziliaanse brieven. De vergadering stemde hiermee in en de secretaris meldde dat dit bericht, met bloemen, deze middag nog in de Bijlmermeer bij August Willemsen zou worden bezorgd.

De voorzitter deed vervolgens mededeling van het besluit van het bestuur de Henriëtte de Beaufort-prijs nu, voor de eerste maal, uit te reiken aan Hans Werkman voor zijn biografie De wereld van Willem de Merode (13). Aan het begin van de middagvergadering zou de uitreiking plaatsvinden.

De commissie voor de stemopneming bestond dit jaar uit J.J.M. van Gent en R. Visser. De secretaris las het ondertekende protocol (14) voor waarin werd gemeld dat er 237 geldige stemformulieren waren ingeleverd, waardoor de kiesdeler op 47,4 kwam. Het aantal gekozenen bedroeg 43. Mevrouw Esther Hendriks-de Koning las vervolgens de namen van deze gekozenen in alfabetische volgorde op: dr. G. Abma, dr. N.R. Arhammer, J.C. Bedaux, dr. H.C. van Bemmel, mw. dr. D. van Berlaer-Hellemans, J.A.A.M. Biemans, H. ten Boom, dr. J. Bosmans, dr. H.C. Brandt Corstius, dr. A.A. de Bruin, mw. T. van Buul, P.G. Calis, mw. Ch. C.M. de Cloet, J. van Delden, dr. M. Dupuis, mw. M.S. Geesink, C. Hamans, mw. M. d'Hane-Scheltema, dr. L.G. Jansma, dr. L.G.M. Jaquet, dr. J.J. de Jong, dr. L. Kooijmans, dr. M. Kuitenbrouwer, dr. F.W.G. Leeman, dr. J.A. van Leuvensteijn, dr. J.W. Marsilje, A.J.M. Meinderts, mw. dr. A.B. Mulder-Bakker, dr. L. Noordegraaf, S.V. Peterson, O.J. Praamstra, dr. M.R. Prak, dr. J. Renkema, dr. R. Rentenaar, dr. H.N.B. Ridderbos, dr. P.T. van Rooden, K. Schippers, M. Schuchart, dr. B. Smilde, dr. N.K.C.A. in 't Veld, E. Vos, mw. M.J. van der Wal, A. Willemsen.

In aansluiting hierop kon de stemcommissie mededelen dat voor het be-

[pagina 194]
[p. 194]

stuur met overweldigende meerderheid de a-kanditaten waren gekozen, te weten: mw. dr. F. Balk-Smit Duyzentkunst, dr. A. Th. van Deursen, dr. H. Heestermans, mr. E. van Vliet (15). De voorzitter heette hen welkom en bracht dank aan de aftredende bestuursleden voor hun werk voor de Maatschappij.

‘R. Breugelmans heeft een lange staat van dienst in ons bestuur, de langste van de nu aftredenden. Opvallend was het uitgesproken oordeel dat u had en dat u zelden deed twijfelen. Met hart en ziel zette u zich in voor de Maatschappij. Het dank zij u van de grond gekomen Nieuw Letterkundig Magazijn hopen wij nog lang onder uw goede zorgen te zien.

R. van der Paardt was bestuurlijk een man van groot evenwicht en tegelijkertijd iemand die voortdurend nieuwe ideeën naar voren bracht en deze ook wist te realiseren. Als voorzitter of secretaris ontbraken, vulde u de leemte met natuurlijk gemak en op gracieuze wijze.

R. Visser had een uiterst gevarieerde loopbaan binnen het bestuur. Als penningmeester legde hij de grondslag voor een meer solide financiering, als voorzitter bracht hij waar dat maar kon, de Maatschappij dichter naar de samenleving en als secretaris werkte hij aan de versteviging van het ondersteunende apparaat.’

Dan komt (16) de verkiezing van een voorzitter door de jaarvergadering uit de leden van het bestuur aan de orde. Ondervoorzitter Van der Paardt krijgt de hamer en meldt de leden dat de andere bestuursleden voorstellen dr. H.L. Wesseling opnieuw tot voorzitter te benoemen. De vergadering geeft met applaus haar instemming.

Instemming bleek volgens de stembiljetten (17) ook met de benoeming van dr. J.A.F. de Jongste en dr. J. Th. Lindblad tot leden van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde en van dr. G.R.W. Dibbets en dr. F.P. van Oostrom tot leden van de Commissie voor taal- en letterkunde.

Van de rondvraag (18) werd geen gebruik gemaakt en de voorzitter sloot de ochtendvergadering.

 

Het openbare gedeelte vond 's middags plaats in zaal xii van het Academiegebouw. Voor de eerste maal werd de Henriëtte de Beaufort-prijs uitgereikt, toegekend door het bestuur op voordracht van een jury, bestaande uit J.W. Schulte Nordholt, J.H.A. Fontijn en R. Th. van der Paardt. De voorzitter van de jury, de heer Schulte Nordholt, las het jury rapport voor, dat elders in dit Jaarboek is afgedrukt. Voorzitter Wesseling reikte de prijs

[pagina 195]
[p. 195]

uit en Hans Werkman, de bekroonde, sprak een dankwoord; ook dat is elders in dit Jaarboek opgenomen.

De middagvergadering in het - wegens de grote opkomst - wat benauwde zaaltje was verder geheel gewijd aan J.J. Slauerhoff, wiens vijftigste sterfdag wij begin oktober gedenken. Rudi van der Paardt had het plan opgevat en uitgewerkt om een drieluik te brengen: zelf sprak hij over de relatie tussen Slauerhoff en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, waarna Gerrit Jan Zwier het woord voerde over de dichter Slauerhoff, Bij kampvuur en traanlamp, en dr. W. Blok over het proza van Slauerhoff. De opstand van Guadalajara, Het laatste prozawerk van Slauerhoff. De teksten van dit drieluik zijn ook in dit Jaarboek afgedrukt.

Met grote dank aan de sprekers sloot de voorzitter de bijeenkomst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken