Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1988 (1988)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1988

(1988)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 277]
[p. 277]

Dr. C.J. Wijnaendts Francken-prijs 1988
Advies van de jury voor de toekenning

De Commissie van Voordracht voor de toekenning van de Dr. C.J. Wijnaendts Francken-prijs 1988 had als opdracht, een werk voor te dragen op het terrein van de cultuurgeschiedenis. Haar keuze viel op het werk van dr. F.P. van Oostrom, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. Amsterdam 1987.

Het werk zet in met een tekening van de historische context: het grafelijke hof te 's-Gravenhage in de overgang tussen de veertiende en vijftiende eeuw. In de beschrijving van de historische situatie komen zowel de brede politieke samenhang als de infrastructuur en de details van het dagelijks leven tot hun recht. Het daarop volgende hoofdstuk schenkt aandacht aan Willem van Hildegaersberch als nauw op de gebeurtenissen aan het hof betrokken, maar niettemin kritisch dichter, die zijn maatschappijkritiek in een evident fictioneel kader vervat. Daarna wordt gehandeld over het Haags Liederenhandschrift, dat zowel met betrekking tot zijn binnen-literaire esthetica als tot zijn buiten-literaire functie vanuit de notie spel wordt gekarakteriseerd. In het hoofdstuk over de heraut Beieren worden diens kronieken gesteld in het kader van de ook in deze fase van de middeleeuwse ontwikkeling nog vitale riddercultuur. De daarop volgende beschrijving van het werk van de geleerde hofkapelaan Dirc van Delft, de Tafel vanden kersten ghelove, een ware summa in de volkstaal, getuigt van een goede inleving in en een goed begrip voor de complexe problematiek van de scholastieke theologie. Overigens wordt in dit hoofdstuk de functie van Dircs uiteenzettingen binnen het referentiekader van de Haagse hofcultuur niet uit het oog verloren. In Dirc Potter wordt vervolgens een heel andere figuur getekend: die van de jurist en diplomaat, redelijk man van het midden: zo niet de meest intrigerende, dan toch de meest moderne van de ten tonele gevoerde figuren. In een slothoofdstuk worden de draden samengeweven: de behandelde personen worden belicht in hun verscheidenheid en in datgene wat hen niet alleen gezien hun relatie tot het hof maar ook gezien hun plaats in de cultuur van de betreffende tijd verbindt. Op enkele centrale punten wordt nog nader ingegaan, met name op het eerbegrip, dat in het werk een sleutelfunctie vervult, terwijl tenslotte nog enkele lijnen worden getrokken naar een latere tijd, waarin het ‘woord van eer’ meer en meer een ‘woord van weleer’ zou worden.

[pagina 278]
[p. 278]

In zijn werk sluit de auteur zich aan bij een in het buitenland bestaande traditie van onderzoek naar hofcultuur en mecenaat; in dit verband dient de naam Joachim Bumke te worden vermeld, wiens Mäzene im Mittelalter (1979) van baanbrekende betekenis was. Van Oostrom behandelt deze thema's echter op een eigen wijze; zijn onderzoek betreft een ander gebied - de Noordelijke Nederlanden - en een latere periode dan waarop Bumke zich richt.

Van Oostroms werk draagt zeer duidelijk het kenmerk van een interdisciplinaire benadering. De literatuurgeschiedenis wordt nauw gerelateerd aan andere velden: dat van de politieke geschiedenis, de riddercultuur, de huwelijks- en liefdescultuur en de theologie. Hierdoor wordt de literatuur volop geplaatst in het leven van de tijd en worden de verschillende aspecten in hun wisselwerking op interessante wijze doorlicht.

Het boek van Van Oostrom getuigt van een diep respect voor Huizinga's Herfsttij der Middeleeuwen, maar is in vorm en inhoud toch geheel anders: hier geen herfsttij, maar veeleer een overgang van een oude, zij het nog levenskrachtige, naar een nieuwe wijze van denken en beleven. Het werk heeft een sterke compositie en getuigt van een zorgvuldige analyse van de bronnen en een goede beheersing van de relevante literatuur op uiteenlopende terreinen. Het is niet alleen voor de vakgenoten geschreven, maar ook voor een breed publiek, in een heldere, levende, soms lichtvoetige stijl. De commissie ziet Het woord van eer als een moedig en stimulerend boek; in de beste zin van het woord cultuurgeschiedenis, en gezien zijn kwaliteiten bij uitstek in aanmerking komend voor de toekenning van de Dr. C.J. Wijnaendts Francken-prijs.

 

dr. J. van den Berg, dr. A. Th. van Deursen (voorzitter), mw. dr. M.E.H.N. Mout, W. Otterspeer, dr. J. Trapman


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400


auteurs

  • over F.P. van Oostrom