Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2000 (2000)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2000

(2000)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

13. Jaarverslag van de Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde over het jaar 1999-2000

Het bestuur van de Werkgroep, dat tevens de redactie vormt van het tijdschrift Indische Letteren, bestond uit: Reggie Baay (secretaris), Liesbeth Dolk, Bert Paasman, Gerard Termorshuizen en Peter van Zonneveld (voorzitter). Het aantal leden van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde bedroeg Op 31 december 1999: 752.

Op 22 januari 1999 vond in Leiden een lezingenmiddag plaats. Esmé Wiegman-Van Meppeler Scheppink belichtte de rol van W.R. baron van Hoëvell in de Indische politiek en de Indische literatuur. Vervolgens sprak Tom van den Berge over de problematische en euforische momenten bij het schrijven van zijn boek over de intrigerende figuur Karel Holle. Tot slot van de bijeenkomst sprak Kees Snoek, bezig met de afronding van zijn biografie van E. du Perron, over de lusten én lasten van de biograaf.

De volgende lezingenmiddag van de Werkgroep, op 21 mei 1999, droeg een theoretisch-principieel karakter en had het ‘eigen gebied’ tot onder-

[pagina 216]
[p. 216]

werp. Naar aanleiding van een aantal in de afgelopen jaren verschenen publicaties waarin verschillen van mening zichtbaar werden over de definiering/afbakening van het begrip Indische/Indisch-Nederlandse literatuur, werd hierover door een zestal deskundigen gesproken. Aan het woord kwamen: Jacqueline Bel, Siegfried Huigen, Bert Paasman, Olf Praamstra, Gerard Termorshuizen en Peter van Zonneveld. De bijeenkomst werd besloten met een forumdiscussie onder leiding van Reggie Baay.

Op zondag 26 september 1999 vond te Bronbeek weer het jaarlijkse symposium van de Werkgroep plaats. Ditmaal was het thema van het drukbezochte symposium: Humor in de Indische letteren. De lezingen bestreken een periode van circa 1850 tot heden, waarin allerlei soorten humor aan de orde kwamen: van oubolligheid tot harde satire. Gerard Termorshuizen informeerde ons over De Indische Humorist, een ‘spectatoriaal geschrift’ uit 1864, en de eerste periodiek in dit genre in de kolonie. Bert Paasman belichtte de humor in F.C. Wilsens Humoristische reis door Insulinde gedaan door Willem bij 't Handje, opgedragen aan zijn Tantje, in 19 gezangen, uit 1876. Vervolgens sprak Reggie Baay over de verschillende vormen van satire in de Indische toneelliteratuur, en wees Joop van den Berg ons op de specifieke vorm van humor in de Indische kampliteratuur. Na de lunch sprak Coen van 't Veer over de humor in Herman Salomonsons Zoutwaterliefde, toonde Huub de Jonge ons de droge humor in het werk van A. Alberts, en liet Liesbeth Dolk ons glimlachen bij de humor in het werk van F. Springer. Tot slot van het symposium besteedde Edy Seriese aandacht aan de humor in het werk van Tjalie Robinson.

Op 5 november 1999 organiseerde de Werkgroep weer een lezingenmiddag. Ellen Boschman nam ons mee op een zoektocht in de literatuur naar de betekenis en de verbeelding van het mysterieuze begrip ‘Goenagoena’. Joop van den Berg belichtte het Indische toneelwerk van Jan Fabricius. En Daan Vree besprak het werk van Jill Stolk in het licht van de naoorlogse dekolonisatie.

Van het kwartaaltijdschrift Indische Letteren verschenen in 1999 vier afleveringen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken