Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2011-2012 (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2011-2012
Afbeelding van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2011-2012Toon afbeelding van titelpagina van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2011-2012

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2011-2012

(2013)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 157]
[p. 157]

Juryadviezen en toespraken

[pagina 159]
[p. 159]

Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2012
Advies van de Commissie voor Schone Letteren

In maart 2010 verscheen in het tijdschrift De Gids het verhaal ‘Uit liefde voor Vestdijk’, geschreven door Merijn de Boer. De eerste zin luidt: ‘Ooit heb ik in een jaar tijd bijna alle Vestdijks herlezen.’ Dit verhaal is niet opgenomen in de bundel Nestvlieders, waarmee De Boer in het najaar van 2011 debuteerde. Begrijpelijk, de jonge auteur zou het gevaar lopen als een Vestdijkepigoon te worden gebrandmerkt. Om een vergelijkbare reden is misschien het verhaal ‘Tragisch wonen’, in maart 2009 gepubliceerd in De Gids, evenmin gebundeld. De hoofdfiguur van dit verhaal heeft zijn intrek genomen in een huis dat vroeger werd bewoond door de schrijfster Marijke Höweler. Tragisch wonen is de titel van een door haar in 1987 uitgebrachte verhalenbundel.

Daar staat tegenover dat Merijn de Boer niet bevreesd is in interviews de auteurs van zijn voorkeur te noemen. Van Het complete werk van Frans Kellendonk zegt hij zelfs veel geleerd te hebben. Regelmatig herleest hij Bij nader inzien(1963) van J.J. Voskuil en Liefde en goudvissen(1940) van de vrijwel vergeten schrijver Jacques Gans. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.

Ook in Nestvlieders komen verwijzingen voor naar andere literatuur. De lezer stuit op de Pettefet uit een kinderboek van Annie M.G. Schmidt, op de stripheld Douwe Dabbert en een personage wordt door haar tegenspeler Ronja genoemd, de roversdochter uit het jeugdboek van Astrid Lindgren. Verder had Wolf, het raadselachtige personage uit het openingsverhaal, binnenvaartschipper willen worden vanwege een roman die hij op school heeft gelezen. Dit zou wel eens De waterman(1933) van Arthur van Schendel kunnen zijn. Tenslotte hebben twee verhalen uit Nestvlieders motto's meegekregen van Harry Mulisch en Jeroen Brouwers. Het is vaker gezegd: literatuur brengt literatuur voort. Niemand debuteert in een letterkundig vacuüm. De kunst is evenwel niettemin een eigen geluid te laten horen. Merijn de Boer is daarin met Nestvlieders op overtuigende wijze geslaagd.

De bundel bestaat uit twee korte verhalen (‘Overal leegte’ en ‘Kraaien in de schoorsteen’) die twee langere (‘Balthasar Tak’ en ‘Luchtkasteel’), omsluiten. Geen van de verhalen dankt zijn werking aan een zorgvuldig uitgedokterde intrige, besloten met een daverende climax. Toch ont-

[pagina 160]
[p. 160]

breekt de samenhang allerminst. Het personage Wolf uit ‘Overal leegte’ gaat in de nachtelijke uren uitgedost als clown de straat op. Daarbij zingt hij het kinderliedje ‘Schipper mag ik overvaren, ja of nee?’, wat aansluit bij zijn eerder vermelde fascinatie door het beroep van binnenvaartschipper. Aan het einde van het verhaal springt hij van een brug op een varend schip. De verbijsterde verteller ziet hem, in kleermakerszit op de boeg gezeten, in de verte verdwijnen. Een prachtige slotscène.

In ‘Balthasar Tak’ verlenen de herhaaldelijk beschreven insecten samenhang aan het verhaal. Het herhaald uitspreken van de achternaam van de hoofdfiguur levert het geluid op van een zwerm sprinkhanen die tegen een tent slaat (p. 96). Ook is er de associatie met een wandelende tak. Het meisje An wordt vergeleken met een mier (p. 60). Het verbaast dan ook niet dat de titelfiguur samen met de sprinkhanen wordt verdelgd.

Om deze ontknoping is het echter niet begonnen, daar de afoop van het verhaal eerder al is prijsgegeven. Als Balthasar kennismaakt met zijn werkgeefster, een bejaarde vrouw in een rolstoel, deelt de alwetende verteller het volgende over hem mee: ‘Hij kijkt haar vriendelijk aan, nog niet wetend dat dit invalide oudje zijn dood zal worden’ (p. 77). Gewapend met een vlammenwerper gaat zij in het infernale slot van het verhaal de sprinkhanen te lijf, daarbij ook Balthasar tot slachtofer makend. Een verteller die meer weet dan zijn personages treedt eveneens op in het sfeerrijke slotverhaal, zoals blijkt uit de zin: ‘Traag, zonder dat hij het doorheeft, klimt het vlammetje in de richting van zijn vingers’ (p. 188).

Ook in de overige twee verhalen, gesteld in de eerste persoon, beschikt de verteller over een voorsprong in kennis. Toch intrigeren zij, net als de andere twee, in hoge mate. De verteller mag dan meer weten dan de personages, zijn toelichting is doorgaans uiterst summier. In het bijzonder suggestieve verhaal ‘Kraaien in de schoorsteen’ blijft bijvoorbeeld veel in het ongewisse. ‘Balthasar Tak’ heeft het karakter van een bange droom, zoals wordt gesuggereerd door de passage uit de roman Siegfried van Harry Mulisch, die bij wijze van motto aan het verhaal voorafgaat. Daarin wordt gesteld dat een droom in de tegenwoordige tijd moet worden verteld ‘aangezien dromen net zo min als mythen historisch van aard waren.’ ‘Balthasar Tak’ staat inderdaad in de onvoltooid tegenwoordige tijd.

De kracht van Nestvlieders schuilt vooral in de volstrekt eigen sfeer die de verhalen beheerst. Om die te karakteriseren schieten woorden als ‘vervreemdend’ en ‘onheilspellend’ tekort. De verhalen worden bevolkt door

[pagina 161]
[p. 161]

personages die ondoorgrondelijk blijven, zowel voor de lezer als voor de andere verhaalfguren. Zo zoekt de ik-figuur uit ‘Overal leegte’ toenadering tot het personage Wolf, die fscalist is van beroep. Hij kan echter alleen vrijuit met hem praten over sport. De uiterst feitelijke professionele bezigheden van Wolf verhullen een duistere kant, waardoor hij aan de ik-figuur ontsnapt, aan het einde van het verhaal zelfs letterlijk. Ook Prince, de narcistische ex-kogelstoter, die steun zoekt bij de vertelster Ronja, ontpopt zich als een ongrijpbaar individu.

De personages van Merijn de Boer doen niet op een vanzelfsprekende manier mee in de samenleving. (Dit verklaart zijn belangstelling voor het werk van Kellendonk, Gans en Voskuil, dat dezelfde spanning kent tussen individu en gemeenschap.) Integendeel, het zijn excentrieke gestalten die zich ophouden in de periferie van de maatschappij. De titel Nestvlieders verschijnt daardoor in een ironisch licht. Nestvlieders zijn vogels die, nadat zij uit het ei zijn gekropen, onmiddellijk het nest verlaten en gedeeltelijk voor zichzelf kunnen zorgen. Met deze onafhankelijkheid zijn de personages uit de verhalenbundel niet begiftigd. Zij verlaten hun vertrouwde omgeving, maar zijn onvoldoende toegerust om zich naar behoren te handhaven. Zij blijven opgesloten in zichzelf, als koningen in een zelf gesticht rijk, om een metafoor te ontlenen aan het verhaal ‘Luchtkasteel’. Met de buitenwereld staan zij op gespannen voet, mede doordat zij zichzelf slecht kennen. ‘Ik ben ziel-loo-oos!’roept de ik-figuur uit het openingsverhaal om de snelheid van het geluid te meten in het bijna lege appartementencomplex waarin bij woont (p. 13). Het is een veelzeggende uitroep in een verhaal met een titel, ‘Overal leegte’, die op de bundel als geheel van toepassing is.

De thematiek van vervreemding, gebrek aan contact en eenzaamheid kan een literair werk doen doorbuigen onder een loodzware somberte. Dit gevaar wordt in de verhalen van Merijn de Boer afgewend door de steeds aanwezige humor. In zijn beschrijvingen van mensen en gebeurtenissen wordt de treurigheid steevast getemperd door spot. Het kaalgeschoren meisje Laura draagt in het openingsverhaal een knalgeel badpak, reden waarom zij als ‘kale kanarie’ (p. 15) wordt aangeduid. Zij kan aura's zien, tekent mandala's en grossiert in quasi-diepzinnige opmerkingen. De Boer drijft graag de spot met hedendaagse zweverigheid, zoals blijkt uit de volgende passage uit ‘Luchtkasteel’: ‘ik liep een half uur langs de branding en kwam alleen twee vrouwen tegen die met lange vesten aan, hun armen naar de hemel spreidden en, terwijl de regen zich op hun

[pagina 162]
[p. 162]

gelukzalige gezichten stortte, steeds maar weer “Leven!” riepen, met een hoofdletter’ (p. 119). Intussen hebben de personages van De Boer daar de grootst mogelijke moeite mee.

De Van der Hoogt-prijs is een aanmoedigingsprijs, bedoeld voor een beginnend auteur. Het eerste werk moet uitzicht bieden op een belangwekkend schrijverschap. Door de geheel eigen sfeer die Merijn de Boer in de verhalen van Nestvlieders weet op te roepen, voldoen zij ruimschoots aan dit criterium. Daarom draagt de jury hem unaniem voor ter bekroning met de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2012.

 

Elke Brems

Kester Freriks, voorzitter

Pia de Jong

Ester Naomi Perquin

Gerard Raat

 

Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft besloten, overeenkomstig het advies van de Commissie voor schone letteren, de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2012 toe te kennen aan Merijn de Boer op grond van zijn verhalenbundel Nestvlieders.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Kester Freriks

  • Ester Naomi Perquin

  • Elke Brems

  • Pia de Jong

  • G.F.H. Raat

  • over Merijn de Boer