Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017 (2018)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017
Afbeelding van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017Toon afbeelding van titelpagina van Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.82 MB)

ebook (3.78 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017

(2018)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 185]
[p. 185]

Juryadviezen en toespraken

[pagina 187]
[p. 187]

Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2017
Advies van de Commissie voor schone letteren

Het debuut Grond (2016) van Idwer de la Parra is nogal atypisch voor de hedendaagse poëzieproductie van het Nederlandse taalgebied. Bij De la Parra treft de lezer geen meanderende parlandistische verzen aan. De focus is niet specifiek gericht op de narcistische wereld van het eigen kleine ik en de dagelijkse leefomgeving. Van maatschappelijk engagement is in de meest expliciete propagandistische zin van het woord geen sprake.

Grond is vooral een strak gecomponeerde bundel van een geduldige en nauwgezet opererende poeta faber. Op ambachtelijke wijze zijn de gedichten gestructureerd: de bundel omvat klassiek vormgegeven gedichten en regelmatig opgebouwde verzen die beantwoorden aan een strak metrisch patroon. De bundel getuigt van een bijzondere vormbeheersing en een meticuleus schrijversmetier. Met het nodige technische raffinement - volgens de jury kan de dichterspraktijk zonder meer virtuoos worden genoemd - heeft De la Parra een opmerkelijke dichtbundel gecreeerd. De dichter hanteert in zijn bundel ongemeen sterke beelden. Zoals in de openingsstrofe van ‘Na de bruidsvlucht’:

 
Mieren vallen uit de lucht
 
in ademnood, waterjuffers deinen,
 
spinnen weven webben, garen
 
 
 
spinnend bij een vroege dood.
 
[...].

Of de combinatie van concrete en abstracte beelden in ‘Tussen fruitbomen’:

 
In appel en kers gaat de sapstroom
 
liggen, nu de zon de tuin verlaat.
 
Cicaden slapen, vleermuizen plukken
 
de laatste hoogmoed uit de lucht.
 
Buigen, niet naar de hemel reiken
 
[...].
[pagina 188]
[p. 188]

Formeel gesproken is het uitgekiende gebruik van rijm aan het eind van een aantal gedichten opmerkelijk. Het eindrijm, zoals bijv. op p. 15: ‘kraan’... ‘baan’, krijgt het effect van een regelrechte paukenslag.

 

Grond kan tot het genre van de bucolische poëzie worden gerekend. De Nederlandse poëzie kent een lange traditie van natuurgedichten, waarin de lyriek overheerst. Een hoogtepunt van deze natuurpoëzie is het werk van onder anderen Herman Gorter. Het verrassende en opmerkelijke aan de bundel Grond is dat de natuur niet louter als een lyrische inspiratiebron wordt beschouwd. De dichter heeft beslist ook oog voor de harde en zelfs meedogenloze aspecten van de natuur. Zijn poëzie ontstijgt de zoetheid die vaak met de natuur wordt geassocieerd. Dat is zonder meer uniek en geeft aan de band tussen natuur en poëzie een nieuwe dimensie. In dat opzicht kan Grond school maken. Althans dat vermoedt en verwacht de jury.

 

Een prachtig voorbeeld van de vermenging van die hardheid en de natuurmetaforiek geeft het gedicht ‘Bootjesbrug’, met de volgende strofe:

 
In mijn droom vraagt een vogel wat een vogel is,
 
en ik gebaar, fluit, duw mijn gezicht als tussen veren,
 
was me in zand, strek mijn armen wijd uit
 
en val te pletter in het ochtendlicht.

Niet alleen de natuur krijgt in Grond een centrale rol toebedeeld. De jury wijst erop dat diverse gedichten ook een problematiek die verband houdt met het privéleven thematiseren. Zoals bijvoorbeeld de liefdesperikelen en het gemis van een dochter in het titelgedicht (p. 18), respectievelijk in

 
Met een verfijnd gevoel voor mot
 
haal ik haar aan en stoot ik af.
 
Ik duw haar weg als zij me mist,
 
 
 
ze noemt me lief, maar meestal laf.
 
Van woorden kun je messen maken,
 
van lange stilte slijpend staal.
 
 
 
[...]
[pagina 189]
[p. 189]

en:

 
November ritselt waar de vogel zoekt.
 
Ook mijn geheugen blijft maar ritselen.
 
Mijn dochter zien, dat gaat nu niet.
 
Betegel dit mislukte broedgebied.
 
 
 
Het fluiten van de roodborst is gestopt.
 
De berkentak wordt zwart gelijk de kim.
 
Hier speelt de nacht het bed waar zij niet ligt.
 
Gooi deze grond met tegels dicht.

De la Parra schept voor zichzelf een stuk grond, zoals de titel luidt en programmatisch kan worden gelezen, die in de taal strak is afgebakend en waarin op een sterk visuele of beeldende manier aandacht is voor de natuur. Gezien de ecologische of ecokritische thematiek kan deze poëzie misschien sociaalkritisch worden genoemd. In ieder geval kunnen de gedichten als een (impliciet) ideologisch statement worden gelezen, een statement dat niet in belerende of milieufanatieke formuleringen verstrikt raakt. De jury heeft de bundel weten te waarderen, ook omdat de natuur niet het exclusieve sleutelmotief is. Andere aspecten zoals hiervoor vermeld functioneren evenzeer als structurerende motieven van het dichtwerk.

 

De beeldentaal van De la Parra is doorspekt met mythologische reminiscenties (zoals de Titanen in het gedicht met openingsregel ‘Den Haag, november’ en de mythische figuur Charon in ‘Bootjesbrug’), het vocabulaire introduceert namen voor vogels en planten of bloemen die in onbruik raken of toch niet meer zo courant worden gebruikt (bv ‘abeel’ (loofboom) en ‘meerkoet’ (watervogel) in ‘Bootjesbrug’, mezen, lijsters en buizerds elders, ‘kornoelje’ en ‘kragge’ in ‘Maart’). In deze poëzie wordt iets met (taal)omzichtigheid geconserveerd. Taal is het medium om de eigen grond in de poëzie bestaansrecht te geven.

 

Op basis van deze overwegingen oordeelt de jury dat Grond van Idwer de la Parra de beste bundel is van de afgelopen twee jaar in de Nederlandstalige literatuur (2015 en 2016). Overtuigd van de kracht van dit debuut

[pagina 190]
[p. 190]

draagt de jury Grond voor ter bekroning met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2017.

 

Pia de Jong

Kester Freriks

Lieke Marsman

Gerard Raat

Yves T'Sjoen

 

Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft besloten, overeenkomstig het advies van de Commissie voor schone letteren, de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2017 toe te kennen aan Idwer de la Parra voor zijn bundel Grond.

 

Uitreiking: zaterdag 23 september 2017 in het Klein Auditorium, Academiegebouw, Rapenburg 73 te Leiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Pia de Jong

  • Kester Freriks

  • Lieke Marsman

  • G.F.H. Raat

  • Yves T'Sjoen

  • over Idwer de la Parra