Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 19 (2012)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 19
Afbeelding van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.20 MB)

Scans (6.60 MB)

ebook (13.48 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 19

(2012)– [tijdschrift] Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

[Nummer 19]

Redactioneel

Eind september 2011 werd aan de Universiteit Antwerpen een internationaal congres gehouden met als titel Book design from the Middle Ages to the future: traditions and evolutions. Het was de bedoeling om de vormgeving en lay-out van zowel handgeschreven als gedrukte boeken over een lange termijn te behandelen en om na te gaan welke vormelijke kenmerken in de loop der tijd werden doorgegeven of verdwenen, welke veranderingen er plaatsgrepen en hoe het boek van morgen eruit zou kunnen zien. In de oproep voor bijdragen werd wetenschappers en vormgevers gevraagd om dit onderwerp vanuit een internationaal perspectief te benaderen en om waar mogelijk ook het verband tussen vorm en inhoud te onderzoeken.

De aankondiging van het thema van het congres werd door de internationale onderzoeksgemeenschap met gretigheid beantwoord. Uit alle hoeken van de wereld stroomden voorstellen voor bijdragen toe, veel meer dan op twee dagen tijd konden worden gepresenteerd. Uiteindelijk stelde het academisch comité een programma samen van zeven sessies van telkens drie of vier lezingen, 22 in totaal, waarin de vormgeving van boeken vanuit diverse invalshoeken werd bekeken. Wat volgde was een druk bijgewoonde, intense uitwisseling van ideeën, van nieuw en lopend onderzoek, van vragen en antwoorden - en van nog meer vragen.

Dertien lezingen werden tot artikelen uitgewerkt en vormen de inhoud van dit negentiende Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Zoals ze hier zijn gebundeld, geven ze een goed beeld van de breedte en de diepte van de onderwerpen die op het congres werden aangesneden. In de tijd bestrijken de bijdragen elfde-eeuwse handschriften tot e-books. Behalve druktechnische aspecten die invloed hebben op vormgeving van boeken wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van lettertypen en de indeling en geleding van teksten, waarbij ook puur fysieke aspecten van het boek - het papier, de katernen, de boekband, het omslag - aan de orde komen.

 

In zijn keynotespeech benutte David McKitterick de gelegenheid om de reeks van enigszins bekende en misschien verwachte vragen over vormgeving van boeken nog uit te breiden met de even eenvoudige als fundamentele bedenking: ‘In welke mate zijn gebruikers zich bewust van veranderingen, en hoe kunnen we dat op basis van ver-

[pagina 8]
[p. 8]

schillende historische bronnen aantonen?’ Terugblikkend - en dat is precies wat de historicus doet - zien we het boek, de gedrukte tekst, inderdaad spectaculair veranderen over een periode van ruim vijf eeuwen. De hoofdtekst wordt met paratext omkleed, het boek krijgt een volwaardige titelpagina (soms meer dan één), inhoudsopgaven, indexen en ga zo maar door. Binnenin wordt het ferme, perfect rechthoekige tekstblok visueel opengebroken, teksten worden opgedeeld in steeds kleinere kavels. Bekend is de invoering van versnummeringen in bijbels rond het midden van de zestiende eeuw, een techniek die niet lang daarna ook in Thomas à Kempis' De imitatione Christi zal worden toegepast - de tekst waarvan de vormgeving in dit artikel centraal staat. Natuurlijk is een dergelijke ingreep niet zonder gevolgen voor de manier waarop teksten worden gelezen. Elke geleding legt een subtiel accent en oefent er invloed op uit.

Werden deze veranderingen opgemerkt? Uiteraard. In de eerste plaats door de typograaf - tijdens het ancien régime doorgaans een en dezelfde persoon als de drukker en in veel gevallen een van de eerste lezers van een te drukken tekst, oud of nieuw. Voor hem vereiste elke wijziging ten opzichte van de vorige uitgave een adequate oplossing, dat wil zeggen, een oplossing die meestal zo nauw mogelijk aansloot bij de heersende traditie en de koper, de volgende persoon in de keten van lezers, zo weinig mogelijk verstoorde. Meestal slaagden drukkers daar ook in, getuige het schaarse aantal echo's met commentaren van auteurs, drukkers en lezers over de minuscule maar niettemin meetbare veranderingen. Zelden was een typografische vernieuwing zo gedurfd dat ze geschreven reacties uitlokte, maar of ze daarom onopgemerkt bleef?

In verschillende bijdragen in deze bundel wordt direct of indirect naar tradities verwezen, de weerbarstigheid waarmee ze in stand worden gehouden en de traagheid waarmee vernieuwingen uiteindelijk toch ingang kunnen vinden. Vaak gaat de aandacht uit naar discrete details, die zowel voor vormgevers als voor lezers van groot belang kunnen zijn. Voorts zijn vormgeving en typografie ook uitingen van maatschappelijke ontwikkelingen, hoe moeilijk het ook kan zijn die precies te benoemen.

In een periode waarin grondstoffen en kennis nog schaars en duur waren, werd daarmee bijzonder zorgvuldig omgegaan bij het maken van boeken. Voor elk type boek werd een - vaak impliciet voorgeschreven - werkwijze gevolgd. Net daarom roepen perkamenten manuscripten uit de elfde en twaalfde eeuw met een opvallend smal formaat vragen op bij Erik Kwakkel. Op de zoektocht naar het hoe en waarom van de lange en smalle ‘holsterboeken’ komen we meer te weten over de gebruikelijke praktijk en mogelijke redenen waarom men daar in specifieke contexten van afweek.

Zowel Claire Bolton als Christoph Reske behandelt formele aspecten van de typografie die, hoewel ze in elke gedrukte tekst aanwezig zijn, nauwelijks worden opgemerkt. In haar bijdrage maakt Bolton duidelijk wat het belang van de ‘em’-spatie (een vierkant stukje wit ter breedte van de hoofdletter M) is geweest voor de ordening van tekst en afbeeldingen in incunabelen. Uiteraard is het wit niet bedoeld om te worden opgemerkt, maar boekhistorici die weten hoe de em de lay-out van een tekstpagina kan beïnvloeden, krijgen een beter inzicht in de beperkingen en de mogelijkheden waarmee de typograaf werd geconfronteerd.

Christoph Reske schetst een indringend beeld van de manier waarop de technische

[pagina 9]
[p. 9]

instrumenten en procedés waarmee letters op papier worden gezet invloed uitoefenen op het letterbeeld - of dat nu met de pen tot stand werd gebracht, dan wel met een van de vele druktechnieken die sinds Gutenberg werden ontwikkeld. Het zetten met lood, de offset, de rakeldiepdruk, het fotomechanisch zetten en zelfs het afbeelden van tekst op de allernieuwste elektronische leesapparaten - elk van deze technieken heeft beperkingen, die voor het ongeoefende oog misschien niet altijd onmiddellijk zichtbaar zijn, maar steeds een uitwerking hebben op het uiteindelijke ontwerp. Hoewel met vele procedés goede resultaten konden worden behaald, werd bijna nooit de perfectie bereikt; meestal moest de esthetiek het afleggen tegen economische overwegingen.

Het zetten met de hand van loden letters, het specifieke hoogdrukprocedé dat rond het midden van de vijftiende eeuw werd uitgevonden en met rasse schreden de wereld veroverde, domineerde de boekdrukkunst tijdens het hele ancien régime en werd ook nog lang daarna beoefend. Al gauw werd het arsenaal van typografisch materiaal uitgebreid en werden behalve gotische lettertypen ook romeinen en cursieven gesneden. Goran Proot gaat in zijn bijdrage na hoe drukkers in de zuidelijke Lage Landen tussen 1541 en 1700 gebruikmaakten van gotisch en romein in drukwerk in de volkstaal. Hoewel beide lettersoorten in vele ateliers tegelijkertijd aanwezig waren en typografen de romein al vanaf de jaren dertig van de zestiende eeuw benutten voor de tekst van Latijnse werken, duurde het nog vele tientallen jaren voor deze letter ook gebruikelijk werd in Nederlandstalige publicaties. Analyses van het gebruik van deze lettertypen op typografische titelpagina's maken duidelijk dat het om zeer geleidelijke processen gaat die het beeld van een titelpagina op lange termijn volstrekt kunnen wijzigen. Daarnaast wordt aangetoond dat soortgelijke tendensen in de hoofdtekst zelf, afhankelijk van het tekstgenre, sneller dan wel trager verlopen, wat aangeeft dat deze patronen met bredere, culturele veranderingen samenhangen.

In hun bijdrage over Griekse schoolboeken uit de periode 1771-1830 onderzoeken Niki Sioki en Mary C. Dyson de manier waarop met name abc-boeken werden vormgegeven. Ze gaan daarbij na hoe die evolueerde en in welke mate vernieuwingen in de lay-out de uiteindelijke functie van deze boeken ondersteunden. Ook in deze studie duikt de vraag op wie nu de grootste invloed uitoefende op de uiteindelijke vormgeving: de auteurs of de drukkers?

Drie artikelen gaan over de buitenkant van het boek. Nicholas Pickwoad zoekt de wortels op van de in de negentiende eeuw steeds wijder verspreide techniek waarbij gedrukte boekbanden apart van het boekblok werden geproduceerd en om het boekblok werden gezet. De later zo populaire pocket uit de twintigste eeuw blijkt in zeker opzicht al Duitse voorlopers te hebben uit de jaren twintig van de vijftiende eeuw.

Erik Geleijns brengt voor het eerst een ruimer overzicht van de opkomst van de bedrukte omslag en de bedrukte band in de Nederlandse boekproductie voor 1801. Daarvoor put hij uit de Short-Title Catalogue, Netherlands (stcn), nog steeds een voortreffelijk uitgangspunt voor voortgezet onderzoek naar - onder andere - materiële aspecten van het handgedrukte boek in Nederland in de vroegmoderne tijd. Geleijns begint zijn artikel met een algemene schets van dit fenomeen en voert vervolgens een analyse op van de uiterlijke kenmerken van bedrukte banden, waarbij hij niet nalaat op

[pagina 10]
[p. 10]

trends en evoluties te wijzen. Met sprekende voorbeelden brengt hij dit zeldzame materiaal tot leven en krijgt de lezer direct voeling met de vindingrijkheid en creativiteit waarmee drukkers, uitgevers en boekverkopers met de buitenkant van boeken omgingen.

Met zijn uiteenzetting over de beroemde Livre de poche wekt Bharain Mac an Bhreithiún een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van het Franse boek vanaf de jaren vijftig tot leven. In het bijzonder belicht hij de rol van graphic designers, ontwerpers van omslagen en grote uitgeverijen die met behulp van goedkoop geproduceerde pockets een brede markt wilden aanboren. Het is een tijd waarin de Franse intellectuelen uitgebreid over democratisering debatteren en geloven dat de toegang tot en het circuleren van boeken en literatuur daartoe kunnen bijdragen. Zoals Mac an Bhreithiún duidelijk maakt, reikten de maatschappelijke ambities van uitgevers van pockets aanvankelijk erg ver, maar werden de verwachtingen niet ingelost.

Het artikel over de vormgeving van de Oxford English Dictionary (oed) van Simon Rosenberg slaat een brug tussen de typografische vormgeving van naslagwerken in de vroegmoderne tijd en de hedendaagse praktijk. Hij gaat na hoe de drie opeenvolgende edities van de oed typografische middelen en technieken benutten om woordenboeken voor de gebruiker toegankelijker te maken. Het is daarbij opvallend hoe oude gewoonten verhinderen om daarbij voluit te gaan. Hoewel betere alternatieven beschikbaar zijn, blijven traditionele opvattingen hun stempel drukken op de manier waarop woordenboeken zelfs online worden gepresenteerd.

De mening dat het klassieke, papieren boek gedoemd is om te verdwijnen, wordt niet gedeeld door Geoffrey Brusatto. Deze onderzoeker, die daarnaast als vormgever met beide voeten in de praktijk staat, is ervan overtuigd dat het boek nog lange tijd een grote rol zal spelen - áls vormgevers de materiële kenmerken die eigen zijn aan het klassieke boek tenminste beter zullen exploiteren. Dat kan concreet worden verwezenlijkt door de unieke eigenschappen van de drager - het papier - en de manieren waarop dat tot katernen wordt gevouwen anders te benutten. Brusatto toont aan hoe op die manier verschillende leespaden ontwikkeld kunnen worden die de lezer uitnodigen tot interactie.

In zijn bijdrage over de vormgeving van The book of Mormon neemt Markus Polzer ons mee naar het Amerikaanse continent in het midden van de negentiende eeuw. Hij schetst de ontstaansgeschiedenis van de mormoonse beweging en de zich voortdurend uitbreidende religieuze canon die zij tot stand bracht. Kenmerkend voor deze godsdienst zijn de profetieën waarmee de officiële leer van de kerk steeds weer wordt gevoed. Ondanks sommige opvallende inhoudelijke parallellen met het Oude Testament bijvoorbeeld, week de vormgeving van The book of Mormon aanvankelijk sterk af van die van de bijbel. Polzer legt op een bevattelijke wijze uit hoe canonieke teksten van de mormonen zich confirmeren aan de traditionele schema's en welke rol de Britse missie daarbij speelde. Opmerkelijk in dit verhaal is de stille kracht die uitgaat van ogenschijnlijk eenvoudige, alledaagse paratextuele elementen zoals een voetnotenapparaat.

Tot slot bespreekt Herbert Binneweg twee recent verschenen uitgaven die mooi aansluiten bij het thema van dit jaarboek: Letterfontein en Bodoni's Manuale tipografico.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken