Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 26 (2019)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 26
Afbeelding van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 26

(2019)– [tijdschrift] Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

[Nummer 26]

Redactioneel

2018 was een bijzonder jaar voor de nbv en voor het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis. Op het feestelijke nbv-congres op de Vrije Universiteit presenteerde de redactie vol trots het uitbundige en fraai verzorgde vijfentwintigste nummer. Na dat feest was het echter al snel weer business as usual, want de voorbereidingen voor de editie die nu voor u ligt waren toen al volop begonnen. 2018 was specifiek voor het Jaarboek en voor de vereniging een bijzonder jaar, maar 2019 is dat ook. Ter gelegenheid van het 350ste sterfjaar van Rembrandt wordt namelijk overal in Nederland speciale aandacht besteed aan de grote meester.

In dit nieuwe jaarboek staat Rembrandt niet centraal, maar wij haken in de geest wel aan bij zijn werk: het maken van beeld. Boek en beeld is de noemer waaronder de redactie dit keer een groot aantal thematisch verwante artikelen heeft bijeengegaard over prenten, houtgravures, illustraties, beeldende kunst, sprookjesafbeeldingen, portretten en nog veel meer vormen van ‘beeld’ in het boek. Verschillende drukkers die zich bekwaamden in zowel boek als prent passeren de revue, maar ook wordt er diep ingegaan op de betekenis en interpretatie van de verhouding tekst en beeld. Wat gebeurt er allemaal op de pagina's van geïllustreerde boeken?

Andrea van Leerdam opent deze editie meteen met een duik in het diepe van ons thema door haar blik te richten op de houtsneden in een uiterst merkwaardig zestiende-eeuws handboek over ‘chiromantie’ (oftewel handleeskunde), fysiognomie en astrologie van de Utrechtse drukker Jan Berntsz. Dit Chyromantia Ioannis Indagine Ende dit boec leert van drie naturlike consten was gedrukt naar een voorbeeld in het Latijn, inclusief de illustraties die Berntsz overnam. De drukker voegde echter zelf ook afbeeldingen toe, onder andere van bekende geleerden. De toegevoegde illustraties zijn door de eeuwen heen als overvloedig en redundant gekwalificeerd, maar Van Leerdam toont aan dat de houtsneden wel degelijk bijdragen aan de ‘visuele retoriek’ van het boek.

Irene Schrier snijdt in haar artikel over de ‘boeckvercooper ende constdrucker’ Nicolaes de Clerck, die actief was in de jaren tussen 1599-1623, het principiële punt aan van de institutionele kloof die in de praktijk bestaat tussen boek- en prentonderzoek. Boeken zijn opgenomen in bibliotheken, terwijl los gedrukte prenten meestal in musea of prentenkabinetten worden bewaard. Haar casus toont het geforceerde karakter van deze

[pagina 8]
[p. 8]

scheiding, want uitgever De Clerck bewoog zich op alle fronten: boeken, boeken met prenten, losse prenten, enzovoort.

Wouter de Vries duikt in het werk van de opvattingen van drukker en schrijver Willem Goeree en zijn geïllustreerde Bijbelse geschiedenissen. De prenten die hij onder andere afbeeldde in zijn Republiek der Hebreeën waren gebaseerd op een diepgravende kennis van kunst en architectuur, maar vooral ook van een specifieke opvatting over de wijze waarop de lezer of toeschouwer zichzelf in de historische ruimten moest voorstellen. Goeree ontwikkelde in de zeventiende eeuw dus al denkbeelden die wij nu onder het denken over virtual reality zouden scharen.

De Franse drukker Bernard Picart die in de vroege achttiende eeuw in de Republiek huwelijksprenten vervaardigde, staat centraal in de bijdrage van Nelke Bartelings. De prenten werden gebruikt om speciale boekjes met huwelijksgedichten te verluchtigen. Bartelings gebruikt Lawrence Sipes' notie van het begrip synergie om te toetsen hoe tekst en beeld in Picarts drukwerk elkaar beïnvloedden. De Fransman wist met custom made prenten voor een specifiek huwelijkskoppel een veel breder algemeen in prentkunst geinteresseerd publiek aan te spreken..

Emilie Sitzia onderzoekt de verbeeldingen van het beroemde sprookje Doornroosje, oftewel Sleeping beauty, in enkele geïllustreerde uitgaven uit de negentiende een twintigste eeuw. Het blijkt dat de keuzes die de illustratoren maakten voor het uitlichten van bepaalde scènes en de verbeelding daarvan een enorme en zelfs essentiële impact hebben op de boodschappen die het boek afgeeft over de aard van het verhaal.

Jos van Waterschoot wijdt zich aan het onderzoek van en naar de Nederlandse strip. Hij pleit er hartstochtelijk voor om de strip en het stripverhaal ook eens in het centrum van de boekhistorische aandacht te brengen. Volgens Van Waterschoot is de (Nederlandse) strip al veel te lang een genre dat slechts door een handjevol onderzoekers wordt bestudeerd. Hier ligt nog veel vruchtbare grond om met boekhistorische en bibliografische kennis te ontginnen. Ook het bewaarbeleid rond de Nederlandse strip verdient volgens hem ruimere aandacht.

Het themagedeelte wordt gecompleteerd door Arthur Crucq die zijn beschouwing wijdt aan een heel bijzonder soort boek, namelijk het kunstenaarsboek. Het kunstenaarsboek is een kunstwerk op zichzelf en het beeld is hierin volstrekt niet meer dienstbaar aan een eventuele tekst. Het beeld wordt in het kunstenaarsboek zelf verhaal of structuur, maar nog altijd in boekvorm. De Nederlandse kunstenaars die Crucq bespreekt streven er naar om alle aspecten van de boekvorm uit te buiten voor hun werk.

Natuurlijk biedt ook deze editie van het Jaarboek weer enkele artikelen die niet of zijdelings met het thema van doen hebben, maar die andere interessante gezichtspunten openen. Jeroen Jansen weet in zijn artikel over de drukker Cornelis van de Plassche mooi in kaart te brengen hoe die in de zeventiende eeuw langzamerhand het alleenrecht wist te krijgen voor de uitgaven van zijn jeugdvriend Gerbrand Bredero. Marja Smolenaars neemt het Ghildt boeck en de reglementen van de Haarlemse drukkers onder de loep en weet daardoor heel veel informatie te achterhalen over de meesterproeven die men in de achttiende eeuw aldaar moest doorlopen.

[pagina 9]
[p. 9]

De redactie is verguld dat na al dit fraais deze editie van het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis wordt afgesloten door een bijdrage van Andrew Pettegree over The Library of the Written World. De befaamde reeks van uitgeverij Brill wordt door hem al sinds 2007 als hoofdredacteur bestierd. In zijn artikel, dat zowel een terugblik als een blik vooruit biedt, pleit hij voor nadere aandacht voor cheap print: pamfletten, almanakjes en dergelijke, die in (nationale) bibliografieën vaak niet goed vertegenwoordigd zijn. Het zijn interessante overwegingen, die tevens de nodige voeding geven aan de discussie over de mogelijkheden en onmogelijkheden van bibliografieën als de stcn, stcv en ustc die momenteel in de boekwetenschap gevoerd wordt.

Hoe dan ook besluit Pettegree met een ode aan de kracht van de codex en hij stelt dat, ondanks de grote vooruitgang en versnelling van het boekhistorisch onderzoek door de digitalisering, het uitgeven van een reeks als The Library of the Written World over de geschiedenis van die codex in gedrukte en gebonden vorm nog altijd bijna een ‘theological obligation’ is. Daar sluit de redactie van het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis zich van harte bij aan.

Wij wensen u veel inspiratie en leesplezier.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken