Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek Monumentenzorg 1992 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek Monumentenzorg 1992
Afbeelding van Jaarboek Monumentenzorg 1992Toon afbeelding van titelpagina van Jaarboek Monumentenzorg 1992

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.26 MB)

Scans (35.98 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek Monumentenzorg 1992

(1992)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

[pagina 4]
[p. 4]


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]

Woord vooraf

Het derde Jaarboek Monumentenzorg ligt thans voor u. De Rijksdienst presenteert zich ermee als het kennisinstituut dat zij reeds is en in de toekomst in nog sterker mate zal worden. Over de Rijksdienst als kennisinstituut straks meer. Eerst het jaarboek zelf.

Laat ons beginnen met de bijdrage van R. Meischke en K. Ottenheym. Zij beschrijven de geschiedenis van de bouw van het speelhuis van het kasteel Honselaarsdijk welk speelhuis als laatste restant van dit kasteelcomplex - ten dele - is bewaard gebleven en gerestaureerd is. In het fraaie betoog wordt aangetoond hoe dit speelhuis de overgang van maniërisme naar klassicisme markeert.

 

Het klassicisme fascineert ook andere auteurs. Niet voor niets beschrijven T.J. Boersma en C.P. Krabbe de denkbeelden van de negentiende-eeuwse zakenman Büchler: Daniël David Büchler, voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst (1842), was behalve een maatschappelijk invloedrijk bevorderaar en beoefenaar van de architectuurgeschiedenis een warm voorstander van het klassicisme, in die zin dat hij een nieuw, op de Griekse bouwkunst geënt klassicisme wenste.

Klassicisme is ook een thema in het opstel van R. Stenvert die op een zeer exacte wijze de architectuurgeschiedenis beoefent, namelijk met behulp van de computer. Stenvert vergeleek al tellend en metend een serie voorschriften voor de bouw van poortjes in de ordeboeken die op Vitruvius teruggaan met nog bestaande klassieke poortjes waarvan hij de maten opnam; op deze wijze kon hij vaststellen welk ordeboek voor de bouw van welk poortje werd gebruikt.

Motieven uit de klassieke cultuur vinden wij ook terug in de allegorische voorstellingen welke in het midden van de zeventiende eeuw het historiestuk begonnen te vervangen. J.P. Bedaux, A. Groot en A. Hagen beschrijven de beeldhouwwerken en schilderingen in het stadhuis van Enkhuizen: de inspiratie door de klassieken is hier onmiskenbaar aanwezig.

De klassieke oudheid tenslotte is langs een omweg ook aanwezig in het artikel over Kempische gotiek van H. Strijbos, die aannemelijk maakt dat in een serie Zuidnederlandse kerktorens steen is verwerkt welke afkomstig is van Romeinse bouwwerken.

 

De klassieken keren langs een andere omweg ook terug in het stuk van D.J. de Vries, medewerker van de Rijksdienst, die de bouw van de lantaarn op de Peperbus in Zwolle beschrijft. Een van de bouwmeesters maakte een ontwerp dat renaissancetrekken vertoonden. De Vries' bijdrage laat zich lezen als een spannend verhaal: waarom werd bouwmeester Willem van Noort vervangen en wat had dat te maken met de macht van Karel V; waarom verdween vervolgens Simon Penet en voltooide Jacob van Collen het bouwwerk? En waarom kon het renaissance-achtige ontwerp uiteindelijk geen genade vinden in de ogen der kerkmeesters?

 

En dan is er het artikel van Tjalling Visser, eveneens medewerker van de Rijksdienst: Visser schetst de veranderende taak van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Die verandering voltrekt zich op verschillende fronten. Enerzijds neemt de regulerende taak van de Rijksdienst af: de uitvoering van de Monumentenwet gebeurt sinds 1989 meer en meer op lokaal en provinciaal in plaats van op rijksniveau. De administratieve taak van de Rijksdienst is daardoor voor een deel weggevallen. Er zijn andere taken voor in de plaats gekomen. De belangrijkste willen wij hier kort noemen: de Rijksdienst legt zich meer en meer toe op de zorg voor de continuering van de historische factor in de bebouwde omgeving en het landschap. Met andere woorden: de dienst zet zich aktief in voor een ruimtelijke ordening waarin de nu nog zichtbare sporen van het verleden niet door nieuwe ontwikkelingen van stad en land worden uitgewist. Daarnaast stelt de Rijksdienst zich meer en meer op als kennisinstituut: daartoe wordt een geautomatiseerde kennisen informatiebank voor de monumentenzorg

[pagina 7]
[p. 7]

ontwikkeld waarin alle relevante kennis op dit terrein wordt ondergebracht en welke bank toegankelijk is voor eenieder die zijn kennis over het Nederlandse monumentenbezit en -beleid wil uitbreiden.

Bezit en beleid komen samen in het stuk van Tjalling Visser die, anders dan de al genoemde auteurs, niet een object, maar de desiderata van beleid beschrijft aan de hand van concrete probleemgevallen: wat bijvoorbeeld moet Veenhuizen aan met zijn negentiende eeuwse complex dat achtereenvolgens weeshuis, arbeidskolonie en penitentiare inrichting was? Herbestemming is noodzaak, maar herbestemming van een dergelijk grootschalig complex vraagt ook om een geordende gedachtengang over de bestemming van de gronden. Behoud van het complex Veenhuizen in de brede zin van het woord en een plan voor een economische gezonde bestemming moeten zich hier naar elkaar voegen.

Vergelijkbaar met de wijze waarop over Veenhuizen wordt geschreven, is de opzet van het ook door Visser behandelde rapport van de Rijksdienst over de stad Utrecht waar de komst van de sneltram vraagt om een bezinning op het monumentale karakter van het Utrechtse straatbeeld.

 

Ieder probleem is anders, en geen twee projecten op het terrein van restauratie, renovatie en ruimtelijke ordening zijn identiek. Toch sluit de bijdrage van Dirk Baalman in dit jaarboek aan bij de vorm van monumentenzorg die vraagt om stedebouwkundig inzicht alswel om objectgericht ingrijpen.

Baalman beschrijft het tuindorp 't Lansink in Hengelo. Dit fraaie tuindorp is een schoolvoorbeeld van de idealistische bouwstijl uit het tijdperk van de industrialisatie waarin bezielde ondernemers voor hun personeel tuindorpen stichtten. 't Lansink in Hengelo is landschappelijk fraai gesitueerd en kent een bijzondere architectuur; er is echter in vele opzichten sprake van achterstallig onderhoud, en vele door particulieren aangebrachte vernieuwingen blijken niet altijd goed aan te sluiten bij het oorspronkelijke ontwerp. Bewoners, eigenaren en het gemeentebestuur zijn er echter van overtuigd dat een bezinning op de toekomst nodig is. Die bezinning vindt ook plaats en zal naar alle waarschijnlijkheid uitmonden in een nieuw bestemmingsplan.

 

Het bovenstaande laat zien dat monumentenzorg meer dan een aspect kent: er is het juridische-administratieve aspect, het aspect van beleid en bestuur, het aspect van informatie- en kennisvergaring en tenslotte het aspect van de zorg voor cultuurhistorisch waardevolle elementen in onze leefomgeving. De redactie hoopt dat dit Jaarboek wederom een reflectie vormt van deze uiteenlopende aspecten van monumentenzorg.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken