Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Jaarboek Monumentenzorg 1994. Monumenten van een nieuwe tijd. Architectuur en stedebouw 1850-1940
Toon afbeeldingen van Jaarboek Monumentenzorg 1994. Monumenten van een nieuwe tijd. Architectuur en stedebouw 1850-1940zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek Monumentenzorg 1994. Monumenten van een nieuwe tijd. Architectuur en stedebouw 1850-1940

(1994)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie
Pagina 2: Plaatsing van de ‘krantenlopers’ van beeldhouwer Hildo Krop op het Telegraafgebouw aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal in Amsterdam (zie pag. 164).


[pagina 4]
[p. 4]


illustratie
Pagina 4: De 42 meter hoge Marathontoren van het Olympisch Stadion te Amsterdam (zie pag. 18).


[pagina 6]
[p. 6]

Woord vooraf

Het Jaarboek Monumentenzorg is alweer aan zijn vijfde editie toe. De redactie heeft in dit eerste lustrum aanleiding gevonden om met een bijzondere uitgave te komen. Een uitgave die geheel gewijd is aan de architectuur en stedebouw uit de periode 1850-1940, inmiddels meer bekend als de ‘jongere bouwkunst en stedebouw’.

De directe aanleiding hiervoor is de voltooiing van het landelijke Monumenten Inventarisatie Project (MIP). Door middel van dit ambitieuze project, waarmee begonnen werd in 1987, is in kaart gebracht welke waardevolle objecten, complexen en gebieden uit de periode 1850-1940 ons land rijk is. De resultaten zijn boven verwachting: ruim 165.000 objecten kunnen als waardevol worden gekenmerkt, evenals enige honderden ensembles en gebieden. De inventarisaties hebben een schat aan gegevens opgeleverd, die op digitale wijze worden opgeslagen en voor het publiek toegankelijk worden gemaakt. Er is enorm veel gepubliceerd, in dagbladen, vakbladen en in boeken. Een voorbeeld hiervan is de reeks ‘Architectuur en stedebouw 1850-1940’, uitgegeven door de RDMZ en Waanders Uitgevers. In deze reeks wordt aan elke provincie en grote stad een deel gewijd. Inmiddels is ook een gemeentelijke reeks van start gegaan, waarin al die gemeenten kunnen worden opgenomen die rijk zijn aan jongere monumenten en waardevolle gebieden. De publieke en bestuurlijke belangstelling voor het erfgoed uit deze periode is in een stroomversnelling gekomen, ook waar het categorieën betreft die enige jaren geleden nog niet op een breed draagvlak mochten rekenen, zoals de monumenten van bedrijf en techniek, de volkswoningbouw en de forten en bunkers.

 

Het succes van het MIP is voor een belangrijk deel te danken aan de decentrale opzet en de intensieve samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten. Het veldwerk vond in nauw overleg met de gemeenten plaats door inventarisatie-medewerkers, die alle waardevolle gebouwen en gebieden in tekst en beeld vastlegden. De provincies coördineerden de uitvoering van het project voor de inventarisatiegebieden die binnen hun grenzen vielen, met uitzondering van de vier grote steden die het project op eigen kracht hebben uitgevoerd. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg was in algemene zin verantwoordelijk voor het MIP en bood inhoudelijke en methodische ondersteuning en begeleiding.

Inmiddels is het Monumenten Selectie Project (MSP) van start gegaan. Het wordt gekenmerkt door dezelfde decentrale opzet en bestuurlijke samenwerking. Het MSP heeft tot doel een verantwoorde selectie te maken van objecten, complexen en gebieden die van nationaal belang zijn en rijksbescherming verdienen. Door middel van de Monumenten Registratie Procedure (MRP) zal bescherming op grond van de Monumentenwet 1988 geëffectueerd worden. Het MSP en de MRP zullen naar verwachting in 1999 voltooid worden.

Ook de vele gebouwen en stads- en dorpsgebieden die geen rijksbescherming zullen genieten, maar wel als waardevol zijn gekenmerkt, verdienen het om met respect te worden behandeld. Bescherming op grond van provinciale en gemeentelijke monumentenlijsten kan daartoe een effectief middel zijn. Het is van essentieel belang dat de cultuurhistorische waarden die zij vertegenwoordigen zo goed mogelijk worden geïntegreerd in de ruimtelijke ontwikkelingen. Streekplannen, structuurplannen en bestemmingsplannen zijn de geëigende instrumenten om dat te bewerkstelligen.

 

De effectiviteit van dat alles staat of valt met een overtuiging bij bestuurders, bij eigenaren en beheerders en bij het publiek in het algemeen van de waardevolle bijdrage die de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en plekken uit deze voor Nederland zo belangrijke periode leveren aan de identiteit van onze leefomgeving. De redactie hoopt dat dit boek daaraan een bijdrage zal leveren.

 

Monumenten van een nieuwe tijd, zo luidt de titel van dit Jaarboek. In de bijna honderd jaar tussen het midden van de vorige eeuw en de Tweede Wereldoorlog maakte Nederland revolutionaire omwentelingen door, die zeer bepalend zijn geweest voor het aanzien van de dagelijkse leefomgeving. De steden

[pagina 7]
[p. 7]

groeiden sterk uit, terwijl schaalvergroting en infrastructurele werken het aanzien van grote delen van het landschap ingrijpend veranderden. En er werd veel, zeer veel gebouwd.

Het Jaarboek kan uiteraard geen compleet beeld geven van het erfgoed uit deze periode. Het biedt wel een veelzijdige bloemlezing, die is samengesteld uit bijdragen die wij ontvingen vanuit elk van de twaalf provincies en vier grote steden. De onderwerpen bieden stuk voor stuk zicht op een terrein, dat het waard is om ontdekt te worden. Het Monumenten Inventarisatie Project heeft geïnventariseerd, in kaart gebracht, maar niet diepgaand onderzocht. Dat moet op vele terreinen nog gebeuren en daar nodigt dit Jaarboek naar wij hopen toe uit.

Deze vijftien bijdragen worden voorafgegaan door twee inleidende artikelen. Het eerste is van de hand van Marieke Kuipers, die onder de titel ‘Een weerbarstig onderzoeksveld ontgonnen’ ingaat op de vakinhoudelijke, methodische en onderzoekstechnische aspecten van de inventarisatie van de jongere bouwkunst en stedebouw. Het tweede is geschreven door Peter Nijhof, die gedurende het MIP landelijk projectleider was. Hij concludeert dat, gelet op de complexiteit van het project en de strakke planning, kan worden ‘omgezien in bewondering’ naar de uitvoering ervan.

 

De keuze van de redactie voor een centraal thema geldt niet louter deze lustrumuitgave. Wij menen dat deze opzet ook in de toekomst zal leiden tot een boek, dat een samenhangend geheel vormt en tegelijk veelzijdig is door de keuze voor verschillende invalshoeken. We zijn ervan overtuigd dat het Jaarboek Monumentenzorg 1994 u dat kan bieden. We danken de auteurs, de fotografen van de RDMZ en degenen die het hen mogelijk hebben gemaakt deze bijdrage te leveren, voor het enthousiame en de inzet die zij hebben getoond.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken