Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht
Afbeelding van Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belichtToon afbeelding van titelpagina van Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.71 MB)

Scans (65.20 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht

(2001)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 220]
[p. 220]

Woordenlijst

ajour gesneden opengewerkt; voorzien van een netwerk van decoratieve openingen.

architraaf onderste dragende deel van een hoofdgestel.

baluster vaasvormige spijl in leuning, hekwerk of balustrade.

balustrade opengewerkte borstwering bestaande uit een reeks vaak rijk bewerkte spijlen.

banderol spreukband; smalle strook met opschrift.

boezem gedeelte van de schoorsteen dat in de kamer uitsteekt en zich boven de schouw bevindt.

boogzwik zie zwik.

bovendeurstuk (dessus-de-portes) versiering boven een deur in de vorm van een schilderij (vaak een grisaille), stucwerk of een gesneden paneel.

buffetkast kast met etagières waarop het sierservies getoond kan worden.

cartouche vlak met inscriptie binnen een versierende omlijsting.

composiete orde combinatie van ionische en corinthische orde.

consistorie ruimte in of bij een protestantse kerk; vergaderplaats van de kerkeraad.

console kraagsteen of houten kraagstuk ter ondersteuning van een balk, een lijst of een uitstekend deel van een gebouw.

cordonlijst uitspringende horizontale lijst langs de gevel, ter accentuering van de verdiepingen.

corinthische orde slanke orde, waarvan het kapiteel versierd is met de omgekrulde bladeren van de acanthus.

dessus-de-porte zie bovendeurstuk.

doophek afsluitend hek van de rechthoekige ruimte rondom de preekstoel waarbinnen in protestantse kerken de doop wordt toegediend (dooptuin).

dorische orde forse, wat gedrongen orde, met een onversierd kapiteel en oorspronkelijk in de Griekse oudheid met gecanneleerde zuil zonder voetstuk.

fascia horizontale band van een architraaf.

festoen loof- of bloemslinger van vruchten, bloemen, lauriertakken of draperieën ter versiering boven vensters en ingangen, in frontons, tegen pilasters of onder vensterdorpels. Ook uitgevoerd als doekfestoen (lambrekijn. gehangen doekje).

flambouw fakkel.

fries bandvormig gedeelte van het hoofdstel, tussen architraaf en kroonlijst; in ruimere zin: versierde horizontale band, bijvoorbeeld ter afsluiting van een muurvlak.

fronton lage driehoekige, boogvormige of segmentboogvormige versiering boven deuren, ramen of gevels.

gecanelleerd voorzien van cannelures; verticale groeven in de schacht van zuil of pilaster.

gekornist omlopend; het om een iets naar voren spingend deel heen lopen van een profiel.

gehangen doekje zie festoen.

gereduceerd hoofdgestel hoofdgestel zonder architraaf en fries, waardoor enkel de kroonlijst overblijft (soms met daaronder een gepleisterde band).

goudleer in dun leer geperst ornament, voorzien van bladzilver en bestreken met een goudgele vernislaag.

grisaille (grauwtje of witje) schilderij in wit en grijs, ter imitatie van een gebeeldhouwd marmeren reliëf.

guirlande zie festoen.

herenbank kerkbank bestemd voor aanzienlijke (kasteel)heren, vaak voorzien van een luifel.

hoofdgestel (entablement) klassiek horizontaal lijstwerk bestaande uit architraaf, fries en kroonlijst.

iconostase versierde wand die in de Byzantijnse kerk de altaarruimte scheidt van het schip.

ionische orde sierlijke orde, vaak met cannelures en een kapiteel met krul aan weerszijden.

kandelaber-ornament ornament in de vorm van baluster, rijkversierd met blad-, bloem- of dierenmotieven.

kansel (preekstoel) leesgestoelte van waaraf de preek tot de gelovigen wordt gericht.

kazuifel opperkleed zonder mouwen, deel van het katholiek misgewaad.

katheder spreekgestoelte met schuin geplaatst bovenblad.

kloostermop groot formaat middeleeuwse baksteen.

kroonlijst bovenste licht uitstekende horizontale beëindiging van een hoofdgestel.

kwabornament siermotief met slappe vorm die lijkt op uitgerold deeg.

lambrisering wandbetimmering, meestal bestaande uit panelen aangebracht tegen het onderste gedeelte van wand of interieur.

laurierslinger zie festoen.

liseen vlakke, verticale reliëfband als wandgeleding in een muurvlak.

[pagina 221]
[p. 221]

meanderlijst lijst voorzien van streng geometrische versiering van hoekige lijnen.

medaillon ronde of ovale gevelversiering, doorgaans voorzien van portretkop.

omberkleur donkerbruine kleur gemaakt op basis van een vette aardsoort.

orde een in de klassieke bouwkunst door volgorde en verhoudingen vastliggende samenstelling van bouwonderdelen.

overhoeks diagonaalsgewijs.

parament liturgisch kerkgewaad.

paravent wind- of tochtscherm.

peluw langwerpig kussen.

perklijst lijst die een vlak in een plafond omsluit, veelal aangebracht op korte afstand aangebracht van de aansluitende wanden.

plavuis uit klei gebakken vierkante vloertegel.

porte-brisée dubbele deur, ook vleugeldeur genoemd.

putto klein, naakt en zwevend kinderfiguurtje.

raveelbalk dwarsbalk in een balklaag om enkele niet tot de muur doorlopende balken op te vangen, om zo een opening of trapgat te kunnen maken.

refter eetzaal in een klooster.

retabel achterbouw van een altaar.

rocaille asymmetrisch schelpachtig ornament.

rooswinkel vanaf de 16de eeuw gebruikt kleiner formaat kloostermop.

rozet cirkel- of bladvormig versieringsmotief.

rostrum sprekerstribune.

schouw stookplaats met een open vuur, waarvan de rook al dan niet via een schacht in de boezem opgevangen wordt.

servetwerk versiering in de vorm van een kruispatroon.

smalt blauwe kleur gemaakt op basis van fijngemalen kobaltglas.

sopra-porte zie bovendeurstuk.

terrazzo gladgeslepen vloer of aanrecht met in de cementmortel gedrukte gekleurde stukjes marmer.

toskaanse orde orde met gladde schacht en simpel kapiteel.

triomfbalk balk onder de triomfboog in een kerk, waarop beelden van de gekruisigde Christus en Maria en Johannes zijn geplaatst (in eenvoudiger uitvoering triomfkruis).

verdure wandtapijt met voorstelling van bomen en planten.

vollewandligger samengestelde stalen ligger met een I-vormig profiel.

voluut spiraalvormige versiering van ionische kapitelen; ook decoratief onderdeel van consoles en klauwstukken.

zijwang zijstukken, zoals van een schouw of een koorgestoelte.

zwik driehoekig vlak tussen een boog en zijn rechthoekige omlijsting.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken