Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jong Dietschland. Jaargang 4 (1901-1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jong Dietschland. Jaargang 4
Afbeelding van Jong Dietschland. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Jong Dietschland. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jong Dietschland. Jaargang 4

(1901-1902)– [tijdschrift] Jong Dietschland–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Haec est sole speciosior!

Aan Jozef M....
 
De zonne smelt nu rood doorschijnend smalt,
 
waarachter geluw goud te laaien ligt,
 
dat streelend in mijn ooge valt
 
en zachte stralen door mijn wezen zicht.
 
Nu speelt het purperbruin van branken in den gloed
 
van avondzon en hemel,
 
en beide blind gekeken moet
 
mijn oog haast toe voor 't al te levend lichtgewemel!
 
Ik zie zoo geren toch dit zonnepralen
 
op 't blauwe groen der droomerige luchten!
 
En hooger schoon nog doet mijn ziel nu dwalen
 
in 't wentelende wielen van genuchten:
 
Ik zie dit roode Westen openschuiven,
 
en op de zon als troon een Wezen treden
 
dat hagelblanke glanzen weg doet wuiven
 
van 't blanke sluierkleed om slanke leden;
 
ik zie zijn gulden haar al deinend dalen
 
van onder vonkelgoud en edelsteenen;
 
ik zie den glans van Maagdenoogen stralen
 
en 't schoon van Eén die weeldezacht doet weenen.
 
Ik zie dit hemelweeldevolle Wezen
 
ten zegen blanke handen mijwaarts nijgen
 
ik zie zijn oog in vage diepten lezen
 
en zijne borst van Liefde zwellend hijgen.
[pagina 39]
[p. 39]
 
Ik zie zoo zoet zijn oogen mijwaarts zinken
 
en Liefde laat er stralen weg uit vloeien
 
die rozerood en teeder purper blinken
 
en mijne ziel van liefde doen ontgloeien!
 
 
 
Maria! -
 
 
 
'k ben als dul van Liefde, Liefde!
 
nu smelt mijn hert en vloeit in tranen henen.
 
Het liefdezweerd waarmee de Maagd mij griefde
 
doet mij nu krank..... en zalig..... zijn en weenen!
 
 
 
J.H.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken