Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek (1992)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Editeur

P.P. Schmidt



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd


 

Inhoudsopgave

Voorwoord

Inleiding

Tot den goedtgunstigen leser

1. Een geck spreeckt wel een wijs woordt

2. Een subtijle versieringh baet dickwils veel

3. Al te veel vryheyt met een prince past niet

4. De jongen slaen, de ouden raên

5. Princen konnen haer lichtlick verontschuldigen

6. Men bemint de plaetsen om haer weldaedt

7. 't Gevaer met een praetjen afgeleydt

8. De werelt is vol gecken

9. Een schuldige subtijl beschermt

10. Een gierig mensch bekomt dickwils niet met allen

11. De eer verandert de zeden

12. Onkosten qualijck besteet

13. Boert vanwegen den tijtel

14. Een quaedt hooft

15. Moeijelicke snapachtigheydt

16. Belaching van een ingebeelde straf

17. Boevery uytgelaght

18. Wie best eenig ampt bedient

19. Hoe de bedriegers gestraft worden

20. Hoovaerdije is een teecken van sotheydt

21. De kleederen zijn tot noodtsakelickheydt maer niet tot hoovaerdije

22. Straffe pedagoogh

23. Deselfde wapenen zijn niet tot alle te gebruyken

24. Die ymandt eer bewyst moet men weder eer bewijsen

25. -

26. Dartelheyt aertig afgeweert

27. Wilt ghy wat wel gedaen hebben, doet het selfs

28. Scherpsinnig antwoort van Romulus

29. Een uytstekende beleeftheyt

30. Goede remedie van vergetelheyt

31. Ongemeene suyverheyt van een weduwe

32. Meynedigheydt van dese eeuw

33. Bewaringh van de tongh

34. Belaghlycke verontschuldingh

35. Remediën van de gesontheyt

36. Onbeleeftheyt van een gast

37. Belaglijcke verschricking

38. Alle dingh heeft sijn verandering

39. Men moet haesten met hetgene niet verborgen blijven kan

40. De medicijn komt te laet na de doodt

41. Lieden sonder herssenen

42. Belaghlijke ydelheyt

43. Een anders sotheyt baet anderen dickwils

44. Aertige daadt van een bock

45. Men moet ongelijck verdragen

46. -

47. Den eenen ezel heeft den anderen gekocht

48. Een Platoos mensch

49. Hoeveel werelden dat er zijn

50. Men moet 't ongelijck vergeven

51. Van een onbequamen cancellier

52. Die tegen de maen pissen

53. Een yeder houdt hem by het sijne

54. -

55. De monichen moeten in haer grensen blijven

56. Die tijdt wint, wint 't leven

57. Belaghlijk grafschrift

58. 't Geluck wort met den ouderdom verandert

59. In den oorlog moet men niet al te vèrsiende zijn

60. Op wat manier men oorlogen moet

61. Wat oorlogh hedensdaeghs gemeenlijck gevoert wordt

62. Ongewoonheyt van oorlogh

63. Den slechten afkomst moet niemandt verweten worden

64. List door list bedrogen

65. De dieven mach men niet lichtlijk voorstaen

66. De rechters moeten ghesalft worden

67. Tegens de begeerighe hovelingen

68. Een konincklijck woordt van een cardinael

69. Een fray en boertig antwoort van een ambassadeur

70. Leugens der sterrekijkers

71. -

72. Van een die van schulden overladen was

73. -

74. Tegen de trage betaling der gages

75. Boertig en belachlijck

76. Onbeleefde daed van een medicijn

77. Wat menschen de princen aldermeest moeten hebben

78. Een wijs en gelijck oordeel van Salomon

79. Hoe men de vyanden overwinnen moet

80. Het goudt is een beul van 't gemoet

81. Wie behooren te regeeren

82. De goede princen sijn weynigh

83. Men moet geen van beyden vertoornen

84. Ontschulding van onvruchtbaerheyt

85. Vrouwen klapachtigheyt

86. Sy sijn niet wijs die wijs syn, maer die men meynt wijs te syn

87. Hout dat ghy hebt

88. Men moet hem aen geen soch wrijven

89. Een teyljoorlikker uytgelaght

90. Een hovelings streek

91. -

92. Loon van slaperigheyt

93. Verkeerde reden van miltheydt

94. Van 't onderscheyt der talen

95. Goedertierentheyt der medicijnmeesters

96. Ellendige gierigheyt

97. Wie edel is

98. Een sobere maeltyd

99. De fouten des lichaems moet men ontschuldigen

100. De schoonheyt vergaet haest

101. Natuer des wijns

102. Groten betamen grote dingen

103. Werelts goederen sijn verganklijck

104. De proufijten van den ouderdom

105. 't Ryck is gevaerlijck voor de siel

106. De haven des ziels

107. -

108. Idele sorg en onkosten

109. De ydele glorie beschaemt sichselven

110. Wat deel van 't jaer eenige aengenaemst is

111. Tegen de dralers en wellustige menschen

112. Tegens de slechten

113. Wat letteren huydendaegs meest geacht worden

114. Men moet geen sotten de regering bevelen

115. De vriendtschap der grooten is onveyligh

116. Vergetelheyt van weldaet

117. Manier van rekeningh te maken

118. Een andere rekening veel aertiger

119. Een manier om wijs te schijnen

120. Boersche vleyingen

121. Tegens een quade vrouw

122. -

123. Ydelheyt der sterrekijkers

124. Schoenmaker by uw leest

125. -

126. Wat de ware adeldom is

127. De berisping moet tot zijnder tijt geschieden

128. Ontfangen eer aertigh geëxcuseert

129. Of een coninck beter is als anderen

130. Men moet de kleynen niet verachten

131. Of 't beter is Achilles of Homerus te wesen

132. Sommige hebben ooren in de voeten

133. Welke van hare officiën geset moeten worden

134. Wie de vrouwen gelijck zijn

135. Wat de liefde gelijck is

136. Welck vrome mannen zijn

137. Wie wijs zijn

138. Men moet de gelegentheyt afsnijden

139. Het aensien

140. Stiefmoer en stiefsoon

141. Vrouwen hertneckigheydt

142. Diergelijck staeltjen

143. Men moet langhsaem over straeten gaen

144. De boosheyt van de werelt

145. Wat dingen alderslimst gehandelt worden

146. Noch slockachtig, noch gierigh

147. Fraje ontschulding van een suyveren wyndrincker

148. Kluchtige vinding

149. Onnoselheydt van een mof

150. Een belachlijck ding

151. De gansen konnen Latijn verstaen

152. Hoe een Franciscaner met twee roovers te werck ging

153. Van een jongen welck geslagen wierd omdat hy gedroomt had dat hy koning was en sijn meester te weynig geven wou

154. Van een jongman welck daegs na sijn bruyloft veele giften van sijne oude vrijsters kreeg en van 't fray antwoordt van sijne vrouw

155. Loosheyt van een jongvrou om hare bastard met believen van haer man in huys te krygen

156. Boertigh antwoort van een clerk tegen een koning van Vranckrijck

157. Een ontschuldingh over een dreet

158. Van een dochter, paep en ruyter

159. Van een bedelaer en een Italiaen

160. Van een Switser die de beesten weyde

161. Van een jongman en meysjen

162. Streeck van een Fransman

163. Antwoord van een man die zijn verdroncken vrouw tegens stroom soght

164. Van een gehangen ketelboeter en eenige andere maets

165. Antwoord van een doorbrenger, die der weesen goederen verteert had

166. Kluchtige streek van een reyser en een waerd

167. Geestig antwoord van een advocaet

168. Kluchtig antwoord van een soldaet tegens een priester

169. Kluchtighe inbeeldingh van een Gojer

170. Wie de soldaeten gelijck sijn

171. Belaglijck antwoort van een siek mensch

172. Tegens dengenen welck een rijck wijf getrouwt had

173. Aertigh antwoordt van een smit tegens een meester in de seven vrije konsten

174. Een Turck geleek het Christendom by een luyt

175. Acht hoofddeugden en sooveel gebreken

176. Jonge onbedaghtheyt

177. Genoeglijk verhael van een priester

178. Slechtigheyt van een boer en boeren

179. Kluchtig antwoordt van een edelman en monick

180. Dispuyt van een Christen en een Jode

181. Aertich antwoord van een borgermeester van Ulms

182. Klucht van een boer tegens een Gelderschen joncker

183. Aertigh besluyt van een geestlick heer tegens Calvijn

184. Genoeghlijcke spreuck van een droncken man

185. Genoeglijck antwoord van een man die gegeesselt wierd

186. Van een vrou van Touraine tot haer man

187. Gau antwoordt van een vrou tot haren man

188. Boertigh antwoordt van een edelman

189. Uytlegging van de figure van Moyses

190. Het orgel van den abt van Baigne

191. Stoute reden van Blanche, dochter van coning Carel de Schone

192. Hoe den hertogh van Milanen met een astrologus spotte

193. Geveynstheyt van een jonge weduwe

194. Vreemt toeval welck een sot gebeurde

195. Genoeghlijcke redenen van een vrou aen haren man, die klaegde dat sijn vrou hem teveel koste

196. Genoeglijck verhael van een houwelijck

197. Reden van een heer van een dorp, welck fraey is

198. Een opmerkende daedt van Alphonsus, koning van Arragon en Napels

199. Twee studenten verkochten een fles wijns voor twintig pistoletten

200. Genoeglicke redenen van een sergent voor Amiens

201. Van een beursesnyder welck een ander beursensnijder berooven wou

202. Een genoeglijcke verontschulding van een paerdedief

203. Van 't geen een priester gebuerde in d'offerhande

204. Van een schoelapper welck een paer laersen voor vijftigh dreeten gaf

205. Van een bastaerdt van een groot heer welck quaet was dat men hem van de galgh holp

206. Om een goede salade te maken

207. Van een doctor tastende de pols van een joffrouw

208. Antwoordt van een boer tegens den bisschop van Keulen

209. Reden van Raphael d'Urbyn tegens twee cardinalen

210. Belaghlijcke dancksegging

211. -

212. Belachlick opschrift van een brief

213. -

214. Men moet hem met geen anders dingen bemoeyen

215. Men moet hem van twist wachten

216. Goedt groet, goedt antwoordt

217. -

218. -

219. -

220. Schijnheyligheyt

221. Geen ongeluck alleen

222. Men moet niet op sijn loosheydt pochen

223. -

224. Sommige gaen verciert met haer lant en gront

225. Waerom 't hayr eerder gryst als den baert

226. Eén vyandt is te veel

227. Gelijckenis van een voorstelling

228. Men moet geen onseker voor seker nemen

229. De schattingen zijn hatelijck

230. 't Spel van de fortuyn

231. Sorgvuldigheyt

232. De sachtmoedigheydt is een prins eygen

233. Tegens de tyrannen of die de regering met gewelt aentasten

234. Genoeglicke daet en seggen van Gonella

235. Men moet opstaen en wat doen

236. 't Geloof der koopluyden

237. Onrechtvaerdige rijckdommen

238. Men moet sich voor gecken wachten

239. Den reuck met 't gehoor betaelt

240. Men moet sijn vaderlant niet verachten

241. Niemant sonder gebreck

242. De konst van regeren

243. Sot

244. Spot tegens een Jode

245. Der astrologische leugens

246. Vele jaren 't beste huwelicxgoet der vrouwen

247. Raet voor den dorst

248. Men moet de tegenwoordigheyt genieten

249. Een ongeleerdt rechter

250. Tegens de geveynsde

251. De menschelijcke loosheyt overtreft dickwils de duyvelsche

252. 't Gestolen wordt selden weder gegeven

253. Gelijck met gelijck vergelden

254. Elck heeft zijn fouten

255. Een krijghsmans boert

256. Rijcker dienaers als hare meesters

257. De aerd is ons aller moeder

258. Elck begeert het hoogste

259. Andere dingen betamen een prince, andere een gemeen persoon

260. De slechte afkomst is niemant tot verwijt

261. Een stoute begeert uytgelacht

262. -

263. Wat het sterckste steun van een rijck is

264. Een val van een leydecker welcke een ander doode

265. Aerdige handelingh van den koning Carel de Groote

266. Van een welck in 't scheyden dergener die vochten, gequetst wierdt

267. Subtijl verhael van een Dauphinois landtman tegens eenige scholiers van Lyon

268. Verhael van een oneerlijke vrouw

269. Een vermaecklijck pleydoy over een dooden hondt

270. Van een hoefsmit welck meynde dat hy by een doctor vergeleken wierdt

271. Aertige streeck van een Jode die men ter straffe leyde

272. Genoeghlijck verhael van Alphonsus, coningh van Arragon, tegens een van sijn knechts welck sijn ringh gehouden had

273. Antwoort van een misdadige tegens sijn rechter

274. Grootsheyt van Jan de Medices

275. Vermaecklijck antwoort van een boer tegens een abt

276. Een bisschop willende een boer uytlachen wierd wel van hem betaelt

277. Van een welck in een winckel gestolen had

278. Fraije vinding van een Frans edelman om syn leven te behouden

279. Klughtige antwoord van een landman tegens den keyser Karel de V

280. Om sijn vrou te doen sterven zonder in de handen van justitie te vallen

281. Verwondering van paus Urbaen de V

282. Aertigheyt van den kock van den hertog van Milanen

283. Van den heer van Moruiliers en een sot welck hem in 't gemoet quam

284. Spreuck van den coningh Lowijs de XII tot degene welck officiën krijgen

285. Geestigh verhael van een dochter aen een die haer ten huwelick versocht

286. 't Ongeluck welck een pander overquam in 't uytpanden van een huysman

287. Fraije daedt van een man naedat hy sijn vrou geslagen had

288. Kluchtige reden van een dief die men ter galgen leyde

289. Genoeglick antwoordt tegens een joffrou welck in 't wit gekleet was

290. Van den hertog van Ferrare en sijn sot

291. Een goede vindingh om de spoocken te verjagen

292. Een aerdige antwoordt over een kindt te vroeg geboren sijnde

293. Verhael van een verlooft vrijer aen sijn vrijster en desselfs antwoort

294. Van een procureurs vrou en haer klerck, en hoe een kindt haer onnosel beklapte

295. Antwoordt van paus Clement de VII aen een cardinael die in de hel geschildert was

296. Aardige ontmoeting van een schilder des konings van Vranckrijck

297. 't Vernuft van een schilder

298. Eenvuldigheydt van een oude vrouw welck een brandende kaers aen S. Jan te Lyon offerde en deselve op 't voorhoofd van een soldaet stelde die op een sarck sliep

299. Aerdigh antwoort van een Franciskaner tegens een predicant

300. Een subtijl versoeck van Jean de Meun om van raserny der vrouwen ontslagen te wesen

301. Een vreemde manier van penitenci welck een Franciscaner aen een jongvrou geboodt

302. Vaerdige antwoort van een jonge dochter tot bescherming van haer eer

303. Van een gierig reyser en den waerdt

304. Van een karman gaende over den Rhyn by Straetsborg

305. Argheydt van een boer om sijn pleydoy voor den rechter te winnen

306. Voor de vuyst, niet met bedrogh

307. Een dingh dat selden gevonden wort

308. Den oorspronck van onse ziel

309. Een antwoort van een groots gemoet baet dikwijl meer als 't schaet

310. Het leven der grooten

311. Een schoon hooft sonder hersenen

312. De fouten van eenige sijn openbaer, maer van andere verborgen

313. Klucht

314. Te stout tegens een prince gesproken

315. Men magh de menschen niet licht geloven

316. Verkeerde aelmis

317. Gelijck by gelijck

318. Wie gedult heeft

319. Ontaerde sonen

320. De manieren der wijven

321. Van een vreesachtigen

322. Wie tot verradery goet sijn

323. Boertigheyt van de dwergen

324. Van de slockers

325. Geestig uythangbord van Simon Kronach

326. Kluchtigh grafschrift van Semiramis

327. Aertig antwoort van Carel de Vijfde

328. Een goede vrou is een swarte swaen gelijck

329. Het is sichtlijcker een saeck na te volgen als te vinden

330. Van een halve maen

331. Van een glasen man

332. Een ongerijmde inbeelding

333. Een eergierigen student

334. Half grooter als heel

335. -

336. Een kerckrovery met een gek afgeleyt

337. -

338. Men moet sijn vyant niet schelden

339. Het is de wil der goden

340. Het is beter sotlijck als booslijck te doen

341. De kloeckmoedigheyt van Zenon

342. Eendracht

343. Een rechter moet nuchteren wesen

344. De weyde tusschen de waerheyt en logen

345. Van de schaduw des esels

346. Onbeschoftheyt gestraft

347. Geveynsde tranen

348. De krijgsraden moeten heymelijck sijn

349. Hoedanig 't leven der princen wesen moet

350. Men magh niet lichtelijck gelooven

351. Men moet sich wachten voor twijfelachtige woorden

352. Men moet den wijn veel toegeven

353. Een quaet vermoeden van 't huwelijck door een boerte aen kant geset

354. De liefde wort niet gedwongen maer met smekingen gevoedt

355. 't Spel verswackt de middelen

356. Men moet de princen niet tergen

357. Hy is ellendiger die leyt als die geleden heeft

358. Aerdigheydt van een boer, maer godtvruchtige

359. Vrouwen en kinderen regeren dikwils de werelt

360. -

361. Hoedanig men de kinderen beminnen moet

362. De snorckingh van een jongh verstandt uytgelaght

363. Nieusgierigheyt

364. Een yder word door eygen vermaek geleydt

365. Der vrouwen swackheyt

366. Den omgang der menschen is genoeglijck

367. Of men met de quaden oock omgaen mag, en hoe men deselve gebruyken moet

368. Een eensaem leven

369. Hoe men te grooten lof aenvaerden moet

370. Uytgelaghte eergierigheyt

371. -

372. Men moet gematigt zyn

373. Wat de werelt gelijck is

374. Men moet de dooghnieten oock gebruycken

375. Tegen de gierigaerts

376. Tegens een verlopen monich

377. Een tyran hout alle oorsaecken voor krachtig

378. -

379. Met één gift alle man beschenken

380. Kluchtig voorstel van een boer

381. Genoeglijcke predicatie van een Franciscaner monik

382. Van een trompetter welck men niet in sijne gewoonderlijcke herbergh logeren wou in het afwesen van den waerd en hoe hy sich wreeckte over de waerdin

383. Van drie vrouwen welck hare mans in dronkenschap bedrogen

384. Van twee Franciscaners die om hare nieusgierigheyt in grooten angst waren

385. Van een kint welck sijn vader ontdeckte dat een priester by sijn moeder was geweest

386. Kluchtigh antwoordt van een boer aen soldaten

387. Kluchtige koopwaren veyl gebracht tot Amsterdam

388. Couragie van een soldaet die op schiltwacht gaen sou

389. Trouw van twee kameraets

390. Remedie voor de winden

[Nawoord]

 


Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken