Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

49. Hoeveel werelden dat er zijn

In een sommige^* vermaarde academie van Duytsland wierden eenige voorstellingen gedaen^* en onder anderen dese: dat er maer één werelt was. Als één van de studenten dit wederleggen sou, bracht hy uyt den evangelium voor 't exempel^* van de tien melaetschen welck genesen waren, waervan één wederom quam en God danckte, waerom Christus vraagde, gelijck de andere haer ondanckbaerheydt verwijtende: ‘Sijn er dan gheen tien reyn geworden?’, en dewijl mundus in 't Latijn reijn of de wereldt betekent, besloot hy dat er tien werelden waren. Als er op gheantwoordt wierdt dat de thesis valsch was - den president van de disputatie op het sot argument lichtelijck konnende antwoorden - heeft er één geseyt: ‘Dewijl gy uyt de schriftuer disputeert, sal ick u daeruyt op antwoorden, al waer ghy terstont na de woorden welck ghy verhaelt hebt, vinden sult: “Maer waer sijn de negen, daer is er niet meer als één gevonden.”’ Alsoo kreegh den sot een sot antwoort.

* een sommige: een zekere

* voorstellingen gedaen: stellingen in het midden gebracht

* exempel: gelijkenis: Lukas 17:11-19