Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek (1992)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Editeur

P.P. Schmidt



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

301. Een vreemde manier van penitenciGa naar voetnoot* welck een Franciscaner aen een jongvrou geboodt

Op het jaer als mevrou Margareta van Oostenrijck te Cambray quam, van haer neef des keysers wegen, om vrede tusschen hem en den alderchristelijcksten coning te maken, van wiens weghen mevrou Louyse van Savoje, sijn moeder, quam, was er in 't gheselschap van de voorseyde Margareta de gravinne van Aiguemont, welck in die vergaderinghGa naar voetnoot* voor d'alderschoonste der Nederlandtschen gehouden wiert.

Op 't wederkeeren van de groote vergaderingh keerde de gravinne van Aiguemont weder nae haer huys, en als den tijt van den advent gekomen was, sondt se na een Franciscaner klooster om te biddenGa naar voetnoot* dat er een fraey en goet priester gesonden wierdt, soo om te prediken als om haer en alle haer geselschap te biegtenGa naar voetnoot*. Den gardiaenGa naar voetnoot* socht een van de alderbequaemste uyt, soo om de groote weldaden welck sy van het huys van Aiguemont en Pinnes ontfinghen, daer dese gravinne van ghesprooten was, alsoock omdat se, boven alle andere geestelijcken, de grootachting en vriendtschap der groote huysen sochten te winnen, en sondt deselve nae de gravinne.

Dese had sich in sijnen dienst een tijdt langh tot groot vernoeghen van de gravinne wel gequeten. Op nieuwjaersavont, als de gravinne het sacrament ontfanghen wou, deedt se haren bieghtvader komen en als se ghebieght had in een capelle, welck wel dight toeghesloten was opdat haere bieght niet gheopenbaerdt moght worden, ging se henen en deet haer staetjuffrouGa naar voetnoot* oock daerin komen; als dese oock gebieght had, sondt se haer dochter oock by den biegtvader.

[pagina 81]
[p. 81]

En als dese nu alles gheseydt had dat se wist, had den biegtvader kennis van hare secreten, welck hem soo stoutGa naar voetnoot* maeckten dat hy haer een vreemde manier van penitentieGa naar voetnoot* voorstelde en tegens haer seyde: ‘Mijn dochter, uwe sonden sijn soo groot dat ick u tot voldoeningh derselver tot een penitentie stel mijn koordt op uw' naeckte vlijs te dragen.’ De dochter welck niet onghehoorsaem wesen wou, sey teghens hem: ‘Mijn vader, geeft mij deselve. Ick sal se niet nalaten te dragen.’ ‘Neen, mijn dochter,’ sey den biegtvader, ‘deselve sou niet goedt voor uwe handen wesen. Mijne eygen handen, daer ghy absolutie van ontfanghen moet, moeten u eerst selfs daermede omringen. Daernae sult ghy van alle uwe sonden los sijn.’ Dese dochter beginnende te schreijen, antwoorde dat se het niet doen sou. ‘Wel, hoe,’ sey den bieghtvader, ‘sijt ghy een kettersche? Die welck weyghert penitentie te doen nae de instellingh van Godt en onse moeder de heylighe kerck?’ De dochter antwoorde: ‘Ick wederstreef de gebode van de heylighe kerck niet, maer ick begeer niet dat ghy met uwe handen daer komt, want dan ontsegh ick uwe penitentie.’ ‘Dan kan ick u oock geen absolutie geven,’ antwoorde den bieghtvader. De jonghvrouw stondt op met een ongeruste consciëntie, want sy was soo jongh dat se vreesde dat men de bieghtvader niets moght weygeren.

Als het nae de misse ghebeurde dat de gravinne van Aiguemont het lichaem des Heren ontfanghen hadt, sou haer staedtjuffrou oock nae haer gaen om hetselve te doen, en sagh of haer dochter oock by de handt was. De dochter antwoorde haer schreijende dat se niet ghebieght had. ‘Wel, wat hebt ghy dan soo langh by den priester gedaen?’ sey de moeder. ‘Niets,’ antwoorde de dochter, ‘want als ick hem sijne inghestelde penitentie weygerde, weygherde hy my oock de absolutie.’ De moeder ondersocht soo naeuw dat se de vreemde manier van penitentie verstont welck de bieghtvader van haere dochter hebben woude, en nadat se alle gebieght hadde, ontfingen sy alle het corpus DominiGa naar voetnoot*. En soo haestGa naar voetnoot* als se uyt de kerck ghekomen waren, klaeghde de staetjuffrou aen de gravinne over dien predickheer, daer se soo veel van hielt, en sey dat se wel dapper op hem verstoortGa naar voetnoot* was. De gravinne begon om dese vreemde penitentie te lachen, maer evenwel kon het lachen soo veel niet over hare gramschap heerschen of sy deed den predickheer nemen in haere keucken slaenGa naar voetnoot*, alwaer hem de scherpe roeden de waerheyt deden bekennen, en daernae sondt sy hem met handen en voeten gebonden nae den gardiaen, hem biddende dat hy op een ander tijt een beter predickheren senden sou.

voetnoot*
penitenci: boetedoening
voetnoot*
vergaderingh: samenkomst
voetnoot*
om te bidden: met het verzoek
voetnoot*
te biegten: de biecht af te nemen
voetnoot*
gardiaen: overste van een Franciscanerklooster
voetnoot*
staetjuffrou: hofdame
voetnoot*
stout: brutaal
voetnoot*
vreemde [...] penitentie: ongewone boetedoening; het dragen van een koord op het naakte lichaam als boetedoening is een verwijzing naar de praktijken van de Brugse Franciscaner monnik Cornelis Adriaensz. van Dordrecht (1521-1581). Hij richtte de Orde der Devotarigen op waarvan alleen vrouwen lid waren. Als deze vrouwen hadden gebiecht, liet hij hen zich uitkleden, om hen vervolgens, alvorens de absolutie te geven, bij wijze van secrete penitentie (geheime boetedoening) te geselen. Na een gerechtelijk onderzoek is hij uit Brugge verbannen.
voetnoot*
corpus Domini: lichaam des Heren
voetnoot*
soo haest: zodra
voetnoot*
wel [...] verstoort: zeer boos op hem
voetnoot*
nemen [...] slaen: in de keuken opsluiten

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken