Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zal koud zijn in 't water als 't vriest (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zal koud zijn in 't water als 't vriest
Afbeelding van Het zal koud zijn in 't water als 't vriestToon afbeelding van titelpagina van Het zal koud zijn in 't water als 't vriest

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.56 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

prognosticatie
satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zal koud zijn in 't water als 't vriest

(1980)–Hinke van Kampen, Herman Pleij, Bob Stumpel, Annebel Venmans, Paul Vriesema, Anoniem Het zal koud zijn in 't water als 't vriest–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 227]
[p. 227]

Glossarium

In dit glossarium zijn alle woorden opgenomen die ons het vermelden waard schenen, inclusief de astrologische termen en trefwoorden op herkende uitdrukkingen. De ‘buitenlandse’ woorden en zinsneden werden, zo mogelijk ook beginnend met een trefwoord, integraal opgenomen, en (voorzover geen gebedstitel) gezet in cursief.

De als k uitgesproken c in Nederlandse woorden is op de plaats van de eerste letter gerangschikt en de y steeds op de plaats van de ij. Tussen g en gh en tussen sc en sch werd in de alfabetisering geen onderscheid gemaakt. Vaker voorkomende woorden zijn voorzover de woordsoort overeenstemde en de spelling niet te veel uiteenliep als één lemma vermeld; betekenisverschillen zijn in die gevallen dan ook niet uitgesloten. In het geval van geringe vorm- en spellingsvarianten is meestal gekozen voor het woordbeeld van de eerste tekst (in de volgorde van de editie) waarin het woord voorkomt; waar dat echter van belang leek zijn kleine vorm- en spellingsvarianten tussen ronde haakjes aangegeven.

 

abstinencie, A 82
abstineren, H 63
abuys, L 19
abundant, K 283
achterblijven, U 37
achterhuys, S 193
achterstaen, U 308
achterwaert gaen, S 176
advocaten, T 106
Aelken, H 30
Aelwarich Voirstel, Herry, A 3; 6
Aelwitta, A 52; H 31
aenhouden, achter, A 119; S 199; L 235
aencleven, U 8
aencomen, H 28
aensien, S 26
aenstrijken, K 212
aerbeyders, L 221
aertmusschen, S 95; 97
aextremijnen, L 51
affirmeren, K 225
afleggers, L 188
afslach, K 111
afsmijten, K 113
ackerbouten, L 38
accoort, na d', T 165
Alberoyt, L 129
Albumasar, T 38; L 139
alchimisten, L 208
Alchiridius, T 62
Alderheylighen, K 73
alemosiniers, A 31
Alexander, U 149
Alfonsus' Tafelen, T 135
Alleluya, H 140; 150
Alroys, A 5
alven, L 52
alvinnen, L 52
ammelakenschilders, L 224
amorem Dei, propter, H 42
amoreuskens, K 139
Antwerpen, U 132; 196; 233; 234; K 64; A 7; 110; 113; S 51; 114; 159; 163; L 4; H 82; 86; 104
apotecarisen, A 17; 120
appelmisse, U 136
appetijt, S 258
apsolvanten, A 103
Aquario, T 37; 47; 135
Ardennen, bosch van, T 79
argentum, A 71; H 49
Armoeden, capittel Van, S 9
Arnoutsgesellen, A 43
Ascencioensdach, A 108
aspect, A 30: S 27; 50; 143; 167; L 48
Asschelwoonsdach, S 77
Asschevijster, Jan, U 160
astrologheneers, L 76
astrologijns, L 76
astrolomijlen, K 16
astronomijnen, T 165
audiëntie verleenen, L 11
Aurora, S 44
automnus, T 17
Ave Salus, S 248-9
aventuriers, L 205
Avicenna, L 83
 
[pagina 228]
[p. 228]
bachtenloghe, U 35
baerde, vleeschen, A 10
baghinen, S 247
baken, K 149
backen, K 92
balck, K 297
Bamis, U 70: S 223
banckers, L 218
Barooge, vrou, S 132
Baspoortangjen, S 232
bassen, U 284
bataelje, S 143
beddestove, S 42
bedrijve, Venus', S 156
Beel Berous, A 47; S 167
Beele, cuyssche, A 22
Beele metten tuyten, U 205
beesten, L 37
beetken, U 41; L 64
begrijpen, L 177
beyaerders, L 250
beluyck, U 298
Berchem, K 59
berockelt, U 275
Berous, Beel, A 47; S 167
beroven, H 87
berringhe, A 147
beruernissen, H 94
beruerte, A 139
bervoete bruerkens, S 113
bescheet, goet, U 244
bescheets, U 254
bescheten, U 21
Bescheten Broec (Boeck), H 104
beschincken, U 287
beseghelde, A 144
besmet, H 109
beso les manos, seinnor de vuestra merceed, U 245
beso los manos, U 274
bestormen, U 238
beteren, L 229
beveesten, U 22
bevinden, H 6
bierbutsen, L 219
bieren, K 44
bierstekers, L 220
bystaene, L 211
bystermakers, L 188
Bijstervelt, A 5; Claes van, S 169
bisschop, L 214
blaeyken, L 74
Blaeubeck, U 84
Blaruw, A 122
blasen, L 33; 36
blauwen capkens, H 60
Blauwen Capruin, H 95
bleycken, H 142
bloetstortinge, T 41
boden, L 261
Boeck Van Der Grooter Conjunctie, L 139
boeleerders, L 230
boer, T 149
boesemplaesterers, L 219
boeven, L 230
boeverijen, U 3
bogaerden, S 14
Bocxkenskelder, H 13; 129
bollen, L 77
bonette, U 29; K 165
Bontepelsse, Coppen, U 164
Bonts, Peer, H 123
boochmakers, S 255
boomghaert, S 143
boonen, L 152
Bordeeus, A 112; H 85; 164
Borgherhout, K 59; 256
borne, A 43
Borsbeke, L 72
borsse, Peeters, H 115
Boteram, H 20
botermelck, H 156
Botermelckstrate, H 111
bottaerts, L 37
botters, L 253
bottoor, K 9
bouten, S 95
bovesitten, L 228
Box(h)oren, S 120; 202
brantstichters, L 207
bras, L 49
brasselen, L 61
bredsen, L 149
breeric, L 114
bril, S 26
brillen, U 55
brilmakers erten, H 117
broeck, U 181; 289; K 157
broecken, quade, U 220
brocvolgers, L 255
Broots Eynde, S 5
brouwen, U 39
brouwers, L 220
Bruesel, U 248; S 61
Bruesselaers, U 249
Brugghe, U 273; 276
[pagina 229]
[p. 229]
bruy, L 49
bruyloft, S 66; 199; L 227
buggers, L 230
buyck, A 12; H 92
buycksweeren, H 179
buyckum, in, A 55; 87
buyczwere onder de bonette, L 100
buysers, L 218
bulmakers, L 250
busselen, L 61
 
Cauda Draconis, S 120
cervisiam, plus propter, A 47
chiere, U 191; L 268
chierken, U 91
corpus, dun in, A 143
corpus hominum, propter, A 93; H 67
culo, ex, H 108
culum, ex, A 38
 
dachueren, S 196
dagh(en) van veranderinge(n), A 66; 77; 87; 95; 107; 116; 125; 134; 150; S 68; 76; 85; 114; 126; 137; 149; 164; 204; H 52
dagers, L 260
dake, L 240
dalinghe, T 131
Dambrugghe, H 168
dansen, U 43; S 170
dansen over d'ey, S 41
danssers, L 250
danten, K 149
Dasaert, S 135
deeren, L 128
delaye, K 42
delicaet, U 101
delvers, L 222
dempers, L 218
dertichhondert, U 8
Derthienavont, K 213; A 67
Dertiendach, A 67
descenderen, A 37; 55; S 25; 49; 72; 80; 142; 153; 167; H 18; 108
desschers, L 222
deuren, L 111
deurfymelen, L 44
deurfutselen, L 44
deurloopen, L 43
deurmuysteren, L 45
deursnuffelen, L 44
deurworstelen, L 44
deurwremelen, L 44
devotiën, in - zijn, H 145
dichters, L 254
diefleyers, L 207
dienaers van Sinte Reynuut, L 190
Diest, koeyen van, L 160
dieven, L 253
dicksackmakers, L 219
dillekens, U 260
Diluvie, L 175
dispositie, A 26; 34; 42; 51; S 23; 30; 39; 47; 51; H 10; 16
disputare, vis, U 253
diversheyt, T 26
dobbelen, in den - gaen, A 44
dobbelers, L 253
dobbelkinnen, L 197
dochter, S 55
doele, K 32
doen, L 85
domineren, L 212
donder, H 107; 108
donderen, A 56
doncker, T 46
doorlochtige, L 55
dorpum, supra, A 54
dorpvolc, A 114
draeyen, S 136
draeck, U 292
Drake, Steert van den, S 162
Drakenhoot, U 64
drie mijlen, K 23
driegen, L 51
driepickelstoel, S 63
drijvoetstoele, K 31
drillen, K 259
drincken op, H 33
droghen, L 120
drollen, L 51
dromedarizen, L 93
droochten, T 119; 135
druyfmisse, U 136
druyperkens, K 96
druypneusen, H 177
Druypnuese(n), U 84; Lisken, H 60
duere, U 115
Dueren, K 59
duyvel, U 168
dun in corpus, A 143
dunne in den buyc, A 94; H 70
dunnegesinde, L 262
duveners, L 253
 
eensdraghen, K 161
eerlic, A 3
[pagina 230]
[p. 230]
eersbillen, K 147
eetwerc, T 49
ey, dansen over d', S 42
eyer(en), A 101; S 147; L 137; H 77
eysen, K 150
eclips(is), U 61; 62; 68; A 59; 86; S 88; H 38; 39; 91; 93; 94
eclips onder d'aerde, S 121
elvenvijftich, K 3; 26
Enghelant, K 83; H 69
erten, T 34; H 117
erve, A 46; H 24
esel(e), U 5; K 6; K 15
estime, L 236
eten, T 93
evangelie, T 181
ex Poortegale, A 36
excellent, K 16
experiencie, L 24
expert, L 121
exponeren, L 47
ezels, L 38
 
fandoosen, L 53
faute d'argent, L 129
Fiel, A 46; H 58
figuere des ingancx, A 23
fijnebuycs, L 42
financimakers, L 187
finieren, K 215
fledercijn, S 225; L 226
flouspinders, L 185
foey, U 208
foy de puceau, L 58
frigorem, propter, H 13
 
ga[de]slaen, L 67
gaen, K 134
gaerns, A 123; S 253
gallus, et vocabit, A 12
ganghen, sijn - gaen, U 52
gapen, K 127
garderobben, L 127
gasthuys, U 6; 243; L 133
gasthuysgesellen, L 223
ghebeers, A 56
ghebieden, hem, L 56
ghebreck, L 9
gediert, L 266
gedobbelzoolde, L 29
gedoot, H 31
ghedrays, U 172
ghedroncken, K 29
Gheel, K 89
ghehelpen, L 117
gehoude, T 160
gehuerde clederen, S 158
ghecalvuleert, K 5
gecnoopt, 't - hemde, L 225
gecorrumpeert, H 109
gecruyt, H 32; 34
gelaescackers, L 262
gelaten, hem, L 257
gelde, wel by - zijn, L 200
Gheldeloos, L 3
geldelose, L 130
Gelder, Hertoge van, L 193
ghelijck doen, S 87; H 134
ghelogeert, A 25
ghelooft, A 149; H 126
gelove, A 112; T 146
gemoet, T 49
ghemolesteert, L 179
Gendbruggers, L 224
Ghendt, U 263; 264; 270
geneicht sijn, A 39; 85; 99; 131; S 28; T 144; H 7; 10; 102
genereren, L 124
genoopt, U 14
gheploch, U 242
gequanselen, L 50
gheraect, K 125; 313
gheraken, L 162
gheresen, K 3
gheriefken, K 247
gesalveert, A 12
gesaveleert, A 2
gheschal maken, L 70
gheschapen staen, L 132; 147
geschildert, H 138
geselscap, S 34
geselscap houwen, S 53
gesichte, T 37; 46
gesien zijn, A 73; 75
ghesterct, T 138
gestoffeert, L 213
ghestoort, S 93; 108; 241
geswellen, A 48
ghetoot, A 49
getravailleert, L 246
gevangen, A 115
gevangen, S 251
gevasel, A 139
gevechts, S 232
gevel, L 240
Gevoeyerden Tabbaert, H 82
[pagina 231]
[p. 231]
ghevoelen, S 38; 129; 244; 260
ghildekens, U 152
Gille Verclincken, U 213
gingbere, S 209
gipteneers, L 262
ghissen, metter, K 63
goelijcke, L 86
Goossens, Steven, H 101
goubloemen, L 161
Goutse kuyte, S 45
gouverneur, L 75
graet, A 24; S 49; 132; 154; 161; 168
grandfainders, L 224
grandtfeyn, H 127
Grave van Halfvasten, K 234
Grietken Natgat, H 24
griffoenen, A 29
grillen, U 54; L 5
groyende, L 147
groote hanssen, U 4
grootelijck, L 127
guychelspel, U 20
guytsack, L 133
guldelingen, L 165
gulden getal, T 44; L 69; 70
Gulden Leeu, S 141
Gummaer van Liere, A 7
Gurck(en), Sinte, U 283; 288
 
habitatie, K 18
haghe, A 35; S 32; H 16; 23
hayr, U 147
halen, H 103
Halevragel, Haly, T 10
Halfcouse, Lijnken, H 25
Halfoochst, K 69
Halfvasten, L 73; Grave van, K 234
hangmans, L 207
hanssen, groote, U 4; Mechelse, U 282
Haren, van, K 197
Haseleyr, L 151
hebbelijcste, L 203
Hebreeusche cluyten, U 206
heelsame, L 19
heere(n), U 80; K 25; A 21; 23; L 75; 78
heesschaerders, L 233
heet, S 36
Heylich-Gheestmeesters, A 32
Heiligen Geest; A 154; H 133
Heyn, den edelen, K 188
heynen, met, H 48
heculatie, K 25; 102
helle, U 272
helpen, A 142
hemde, 't gecnoopt L 225
hemel, K 17
hemelmeters, L 77
Hennen Carley, A 8
herdt van opsette, U 28
Hermes, T 30; 130
Herry Aelwarich Voirstel, A 3; 5
Hertoge van Gelder, L 193
Hertshoren, H 129
hierboven, L 79
Hieuwen, U 217
hic, L 136
hinckelen, U 151
hipsis, U 62
hitte, T 76
Hoboken, K 61; 252; H 74; 168
Hobokenheye, H 80; 135
hoereerders, L 230
hoeren, L 230
hoerjagers, L 231
hoy, A 130; L 150
Hoyaert, U 267
hoyleggers, L 220
Honaert, H 40
honderden, metten, H 155
Hongherenborch van Commerkercken, H 3
hont, U 147
hontsdaghen, U 123
hontslagers, L 208
hooldroomers, L 185
hoolcroppers, L 224
hoopen, L 49
hoornen van den Stiere, S 107
hoppe, Fransche, L 142
horen, L 33; van - seggen, L 39
houden, hem, S 236
Houte, Boec Van - Gedraeyt, S 136
houwelijcken, S 146
hoven, K 91
hoven, L 161
hoveniers, L 222
huys, A 24; S 82; 130: L 39
    van armoeden, S 31
    van Cupido, A 50; H 26
    van ledicheden, S 154
    van luttel weelden, A 36
    van Mercurius, S 155
    van Venus, S 73
    van vruechden, S 41
huysbacken, S 211
humeuren, L 99
[pagina 232]
[p. 232]
Ysbroec, S 5
yse, ten - rijden, A 114
yser, A 75
immer bysonder, L 144
inbijten, U 207
influentie, L 82
influeren, L 85
ingancx, figuere des, A 24
inhebben, L 146
incomen, U 194
inconveniënten, T 126
intentie, L 10
invallen, S 37
inventie, L 8
Iperen, U 291
ita, U 253; quid est -, U 253
 
jagers, L 260
Jan, U 274
    Asschevijster, U 160
    Grandtfeyn, H 27
    Cackebroec, S 131
    Claes Crioel, S 8
    Clippertant, S 26
    Knapcuyte, H 95
    Masseleer, H 139
    Moge, S 49
    Pockaert, U 150
    Schalck, H 91; 103
    Sorgeloos, H 32
    van Commerkercke, S 5
    Verhage, S 25
Janustempel, K 20
Japick, U 220
Jhesum Christum, non propter, A 104
Joannes, H 19
Jobpeners, L 233
joffrouschs, op si - gaen, U 246
jocken, L 196
jongeleurs, L 254
joncker, S 198
jou, U 275
juecken, K 47
juyste comen, U 50
Jupitersvolcke, L 197
 
cabarettiers, L 209
caefvagers, L 209
caggenest, L 181
Cackebroec, Jan, S 131
calipsis, U 62
callanten, K 185
Calleminne, A 54
callen, U 123
calverum, vel, A 122
camer, gheschilderde, U 162; Venus', S 83
camer schilderen, K 190
camerganck, L 97
camercatten, L 231
camerspeelders, L 254
kammen, U 177
canker, L 238
kappe, U 261
Carley, Hennen, A 8
casseners, L 198
cassysteenen, T 127
casteelkens, U 238
cauwoorden, L 164
ke wel, L 86
keeren, U 68
keersen, S 217
keersmakers, S 255
keese, den platten, S 142
keest, U 48
keyen, T 127
Keyenberch, U 259
keldercoortsen, U 141; L 100; H 176
kermissen, A 53; H 116
Kersdach, S 204
kersmisse, H 144
ketelbuysschers, L 209
kiecxkens eten, U 250
Kiel, 't, K 60
kindeken wieghen, het, H 146
kinderkermisse, H 105
cladderinge, L 30
Claes van Bijstervelt, S 168
    Pover, H 83
    de Sotmakere, H 11
claren, S 171
cleemplackers, L 208
clemmers, L 213
clicspillekens, K 91
Clippertant, U 84; A 31; Jan, S 26
clipsis, K 28; 32; 39; 41; 43; 45; 48
clocke, U 265
clocxkens, U 293
cloteren, L 23
cluchteners, L 254
clutsen, L 23; 109
Knapcuyte, H 95
Knollebol, Malfus, K 4; 27
knollen, K 81
cnoopen, L 49
Cobbenvie, L 129
koeywachters, L 222
[pagina 233]
[p. 233]
koeketel, K 61
Coelken, A 7
coestal, S 132
coker, A 101
collatie, K 307
comanscap(en) doen, S 53; 163; L 192
comen, H 53
cometen, L 178
Commerkercke(n), Hongherenborch van, H 3;
    (Jan) Sorgheloos van, S 3; 6
Kommersake, S 50
complexiën, T 90
compost, S 80
conduyten, A 57
confereren, L 54; 201
coningen, A 65; H 41
coninginne(n), A 65; S 65
coninck, S 64
    sonder landt, K 214
conjunct, H 73
conjunctie, U 173; A 98; S 58; 117; 152; 193
consorten, H 31
constellatiën, S 17
constenaer, U 34
constvinders, L 251
contrarie seggen, U 23
contrarie zijn, L 102; 123
contrarieteekenen, L, 237
contrary, T 38
contreye, K 62
conviviën, T 172
coppelers, L 231
coppelerssen, L 232
Coppen Bontepelsse, U 164
cordewagencruyers, L 221
coren, L 194
corte gehielde vroukens, L 234
cost, roepen om den, U 132
costers, S 174
coupisse, L 238
cours, U 211
cousijn, U 93
cout, S 36
Couwenberch, Nout van, A 28
couwouters, L 53
Craechals, S 194
cramen, S 163; 173
crauwen, K 46; L 195
creatie, L 176
credit, U 258
Cre(do), A 112, S 122; 249; 250; H 84
Creeft, S 111; 202
Crecelenberch, H 1
Creten, T 70
crijch, H 59
crijchsghebruyck spelen, U 299
crijgers, L 217
cryhierders, L 221
crijschknechten, L 205
crijschlieden, L 211
Crioel, Jan Claes, S 8
crollaers, L 198
cromhals, L 198
crone, nae coninclike - steken, A 61
cronen, H 41
cruce, met - geladen, A 104
Cruycen, vindinge des, L 192
cruysbroe(de)rs, A 102; L 72; H 78
kuecken, U 60
cuere, ter, U 114
kuevel, U 261
cuyl, U 235
kuylen, S 96
culsnijders, L 208
cunnen, niet, S 150
Cupido, A 50; H 26
curieuse, L 30
 
labberaers, L 186
Labsoeten, S 49
Laet, Gaspar, L 170
laccayen, L 261
lamoenen, L 163
lamoriën, L 163
landloopers, L 261
Langhestrate, H 120
Lant van Proesmol, L 4
lantsknechten, L 205
lappen, L 109
Lapsack, H 11
Latijnschumers, L 250
leecheyt, K 309
leelick sien, U 227; 228
leermaker, H 58
Leeu, T 30; 138; Gulden, S 141
leysleckers, L 255
leckaerts, L 197
leckaertspeeren, L 164
Leliën, T 15
lengen, A 81; H 56
Lens, Philip de, U 12; H 5
lepelvijsters, L 233
lesen, U 131
leuyaers, L 250
leuren, L 109
leurers, L 187
[pagina 234]
[p. 234]
leuterers, L 187
leven, U 27
lexponeren, K 136
lichtkens, K 250
lieden van Luna, L 260
Liere, A 3; Gummaer van, A 7
Lieripe, L 3
lijden, L 73; 258
lijfcoop, S 54
lijftocht(en), A 46; H 23
lijc, te - gaen, S 198
lijckhuysen, H 169
Lijnken Halfcouse, H 25
Lijse Vroechrijpe, U 205
lijwaet toonen, S 111
Lisken, U 197
    Druypneuse(n), H 61
loftuytpeeren, S 211
logeners, L 253
lollaerts, L 198
Lollepot, H 139
Lombardiën, A 16
loop, U 211; T 23; groten, U 189
loop des buycx, T 94
loosaerts, L 250
Losaert, A 128
lotherie, U 294; 295; 296
Loven, S 152
Lueven, U 252
Luna, lieden van, L 260
lutsen, L 109
luxuriën, U 257
 
maechdom, A 105
Maecht, S 34
maeyers, L 188; 220
maendagen maken, S 90
Maerta, L 256
Magerman, A 22; 23
magisters in artem, L 251
Magnificat, S 248; H 64
mayen, A 128; H 101
makinge, L 176
Malfus Knollebol, K 4; 27
Mallegem, A 9
malveseye, T 70
mane, U 219
mans, oude, H 163
maren, L 53
Mariën Hemelvaert, A 135
Marscomplicen, L 205
Masseleer, Jan, H 139
maten, by, U 138; 193
materie, L 9
Mechelen, U 281; A 8
Mechelse hanssen, U 282
mee roepen, A 40
Meelbuydel, H 102
meersen, S 40
meersbloemen, L 161
meersman, L 182
meesters-discipulen, T 143
mey, den - planten, S 108
melancolieuse, L 189
melckoeien, S 73
menghelinge, T 30
meregaen, K 5
meridiaen, U 6
mericaet, L 3
Merckgravenlije, 's, K 251
mercurialisten, S 156
Mercuriuscnapen, L 249
Mercxem, K 60
mesrapers, L 186
mest, H 18; 29
mestinghe, L 266
meter, A 3
mettelieven, L 164
meughen, bat, S 82
mieren, K 94
mijlen, halve, U 64; drie, K 23
mipsis, U 62
misbrieven, U 124
mispelen, A 95; H 70
mispelmande, S 193
moeder, A 11; S 257; H 92
moeyen, hem, L 181
Moge, Jan, S 49
moyaert, den - maken, U 266
molenaer, S 189; 191; L 252
Molfus, K 136
mollevangers, L 186
mommerijen, K 219
mom mom, et vocabunt, A 64
mom mom heeten, H 43
monde, haren, A 9
mont, L 37
monster, den - maken, S 158
moorden, A 92; H 67
moosjanckers, K 87
mordeners, L 206
morseel, U 240
mosselbanck, S 117
mottegaten, L 238
Mousolfus, K 9
mugghe, U 280
[pagina 235]
[p. 235]
Muyepoorte, L 214
muylen, K 207; S 60; L 213
muyten, U 88
mulieribus, de - suis, H 97
muncken, L 136
murmureren, H 162
Mutsaert, H 40
 
Nabbegat, K 23
nachtegalen, H 75
nachtuulen, L 232
naderhant, L 55
naeyen, L 235
naeysters, L 234
nagelmakers, L 223
nasa, sicut, A 57
Natgat, Grietken, H 24
nederlant, T 28
Nederlant, S 124
nedergaen, S 59
nedervallen, S 82
neerslaen, S 216
neghenmaentsplaghe, K 258
net, T 107
netten spreyen, A 44
nevel(en), A 36; H 18; 107; 108
nichte, U 93; L 248
nichtkens, K 249
nierkens, L 199
Niethagen, S 5
nieuten, te - gaen, H 84
niezen, U 158
nigromansijnen, T 180
Nyet Tevoren, S 167
noene, over - gaen, U 264
Norivaen, K 6
noten, met - spelen, S 79
Nout van Couwenbergh, A 27
nouvelles, que, L 33
Nuerenborghers, T 115
Nunc Dimittis, S 252
 
officiers, S 213
occasie, L 125
olie, A 120
omer, K 262
omganghen, L 267
omkeeren, L 73
onbedwingende, S 4
Onbescreven Boec, S 194
onderriemen, A 107
Onghelucke, Boec Van, S 169
ongemonsterde, L 21
onnoselic, A 92
onrechts, S 254
Onser Vrouwenkerkcke, H 13
ontcleeden, hem, S 165
ontladen, A 16
onweder, K 36; S 129
onwille, S 18
oomken, mijn - toespreken, H 85
oorsake, eerste, L 85; tweede, L 84
operatie, U 72; K 37
opereren, L 124
opgaen, S 59; 99
opheffen, hem, S 238
ophouden, T 160
oppositie, U 172; A 70; S 71; 140
oprecht, S 256
oprijsen, S 132; 235; L 134
opservanten, H 79
opsette, herdt van, U 28
ordinancie, S 119
oudde, L 95
Oude Tuynen, S 25
Ousterweele, H 110
ovens, U 122
overgheven, U 139
overloopen, S 21
overmercken, S 11
oversetten, T 2
 
paciëntiën, T 154
Padus, T 176
paeyen, S 149
Paeschavont, A 96
paescheyeren, K 237
Paesdach, A 96
Paesschen, K 71; S 86; 222; H 140
packen, L 49
packers, L 221
palmslach, H 74
Pantagruel, L 55
papegay, A 99
partielijcheyt, L 134
partijen, T 16
pasteybacker, L 66
Pater Noster, S 121; 249
paternostervercoopers, L 198
pecuniam, A 111
Peer Bonts, H 123
peerde, L 239
peermisse, U 136
Peeter, H 115
Peeter Pots, S 14
Peeter Potsstraet, H 88
[pagina 236]
[p. 236]
peysen, achterwaerts, K 98
peysmaker, H 161
pelgrimagiën, L 267
pelgrims, L 262
penitenciën doen, H 63
penneleckers, L 251
pensepoel, H 61
peper, S 80
pernitieux, L 123
Perre, Jan de, K 318
Pier Pincke, A 120
pijlmakers, S 255
pijpen, U 43
pijpers, L 249
picken, A 115
pickers, K 112
pilen, A 100
Pincke, Pier, A 120
pyoniers, L 221
pipers, A 63
pissen, U 219; ruym, S 160
platijnwachters, L 232
platte, in 't, S 21
Platten Borssen, Boec Van, S 8
pleckenuut, L 223
pleuresis, L 96
plucke, K 61
poyaert, den - maken, U 266
Pockaert, Jan, U 150
pocken, U 242; L 238
pockeners, L 233
pont, T 116
poorte, U 236
Poortegale, A 36; 56; S 231; H 18; 107
possemiers, L 126
posten, L 261
pot, U 115
Pots, Peeter, S 14
Potsstraet, Peeter, H 89
pottagypot, S 133
Pover, A 35; H 16; Claes, H 83
Pover(j)oye, S 31; 91
practijcken, K 15
practiquieren, L 47
practiseren, U 5
predicaerts, A 125
prenonicatiën, A 1
preut, A 272
Priapus, K 18
pripsis, U 62
Proesmol, Lant van, L 4
proeven, U 240
prognosticatieschrijvers, L 171
Procul, H 28
procureurs, U 305; T 106
prollaerts, L 198
pronselinghe, U 36
pronstelcatie, K 1; 10
propositie, T 7; 14; 22
propter, A 77
prospereren, T 98
Protele, A 38
Protel(l)oghe, U 40; 58; K 7
P.T., S 3
Ptolomeus, T 174
puncten, U 65
purgatie, L 127
putiers, L 231
 
quadebetaelders, L 188
quadegepeysen, L 185
quadraten, L 47
quaetclappen, A 85
quaet cruyt, U 25
quackelbeen, T 141
quacsalvers, L 208
quasselinge, L 50
que habent pone iuxta qui non habent, A 72
quelen, U 298
quenen, oude, L 52
quinten, U 139
quisselinge, L 50
 
rabauwen, L 165
raescoppers, L 185
ramen, A 81; H 56
Ramme, steert van den, S 92
rapen, A 148; S 8; 182; L 153; 155; H 125
rassen na, K 57
rattecruyt, L 223
rattenvalle, T 140
regeerder, L 78
regement, K 279
reghen, K 38
reghenachtig, H 29
regeren, U 80
regneren, U 81
reygher, U 153
rentvercoopers, L 187
retrogradatie, L 132
revolueren, L 43
rhetorizijns, L 254
Ribaert, A 30
ridders, S 60
rijen, K 209; A 55; H 53
rijckeliedenhuysen, H 50
[pagina 237]
[p. 237]
rijsen, S 242
Robijn, car j'ay veu son robin, ma mere, je veulx -, U 247
roep, L 33; 167
roepen om den cost, U 132
Roypoorte, H 2
Rolwaghen, K 253
ronsseneers, L 262
rooster, S 2
roovers, L 206
rosen, A 121
Rosen, T 15
ruese, U 292
ruets, L 146
ruym pissen, A 160
rumoer, S 176
 
sachtlevens, L 197
sacdragers, L 220
saken, om alle - wille, H 50; om meer, A 25; om veel, A 15; A 41; om veel - wille, A 155; H 127; 164
sacken, L 49
Sacramentsdach, A 108
salaes, H 159
salaet, H 158
salaetmande, S 134
saluyt scriven, A 6; S 6
sant, L 114
Saturnusghezibbe, L 184
sauweniers, L 206
schabbeken, U 85
schaduwe, L 22
schaellieënhuys, U 63
schaepherders, L 222
scakers, L 253
Schalck, Jan, H 86; 103
schampigh, L 7
schapen wachten, L 215
schenden, K 74
schete, U 168
schichte, Venus', U 92
schicken, U 94
schieten, K 83; A 94; 99; 100; S 96; 214; H 69
schilderen, U 162; camer, K 190
schilderijen, H 138
schilders, S 194; L 252
schilt, K 141
schimpers, L 7
schinckelen, U 150
schipliën, L 262
schippers metten blauwen capkens, H 60
schoven, L 114
scolieren, A 113; T 143
scoolkinder, S 16
scoolmeesters, A 113; L 252
scoolsiec, S 220
scoot, S 37
Schorpio, van, T 131
Scorpio, in, S 175
schotel, U 254
schoven, d'elfste, U 125
schriveins, L 252
schuyffelschapraen, L 225
schuymers, L 255
schulden vinden, T 145
scutters, A 98
Schutters Hof, S 145
seditie, L 134
seerbaer, K 136
segenen met den voeten, L 215
seylen, K 253
seynden, K 236
secreet, A 106
sententie, T 63
septer van Maerta, L 256
Serberus, K 22
sergianten, L 207
sermoon(s), K 86; 124; H 95
sichten, L 62
sien, S 43; 63; onghelijc met oogen, S 190
silentiën, T 154
simminkelen, L 93
sindaelsnijders, L 186
singen, H 75
Sinte-Gurck(en), U 283; 287
Sinte-Martensavont, K 291
Sinte-Reynuut, dienaers van, L 190
Sint-Jansavont, A 116
Sint-Jansdach, A 116
Sint-Jansmisse, S 127
Sint-Joos, L 264
Sint-Jorisvissop, U 120
Sint-Joriswinter, L 143
S.-Niclaes, L 245
Sinxten, A 108; S 2; T 41
slaen, vlees, S 178
slagen slaen, L 210
slagers, L 209
slampampens, U 77
sleypers, L 252
slicken, S 222
sloctoor, U 2
slooren, K 93
sluyerers, L 252
smachtelijc, L 30
[pagina 238]
[p. 238]
smaecen, L 31
smalle, in 't, U 44
smedenhuysen, S 254
smoutpeeren, L 165
snaken na, L 31
snappen, L 77
snateren, L 77
sneeuballen, U 225
sneppen, K 194
Snoeys, Peeter, T 5
snotvincken, K 193; S 197; H 148; 178
soetmelck, K 255
soldermerytkens, L 231
Soliogeslacht, L 218
sommelen, U 185
sonde, L 40
sonen, S 54
soolpeeren, S 212
sorchvuldich, L 28
Sorgeloos, S 27; Jan, H 32; van Kommerkerkcke, S 3; Jan - van Commerkercke, S 5
sorge sayen, T 12
Sotmakere, Claes de, H 11
Sotteghem, S 49
Spaengjens Hof, K 254
sparen, S 171; T 81
speellieden, L 249
speelvoghelkens, K 95
speere, K 141
specs, L 145
speculatie, L 22
spille, U 171
spinnen, U 59; L 235
Spinrock, H 25
spisum, propter bonum, H 52
spitters, L 221
sporten, L 62
springen, U 88; K 282; A 35; S 32; H 17
staen op, L 177
staken, A 100
stameleers, L 89
stede houden, L 263
steenputruymers, L 218
Steert van den Drake, S 161
Steert van den Ramme, S 92
steke(n), U 175; L 248; H 168; nae crone, A 61
stenen, S 100
sterfte, S 223; L 93
stercken, A 122
sternement, S 261
sterrekykers, L 76
sterven, A 138; S 221; L 92
Steven Goossens, H 101
Stier, S 162; hoornen van den, S 107
stofferen, hem, U 156
stooters, S 201
stoppelwouters, L 37
storiën, K 14
storminge, S 117
stouwen, U 38
straet, K 146
straetschenders, L 207
stroo, L 240
studeren, L 192
stultina, A 6
subject zijn, L 258
suetsinnigh, L 17
supra tafelen, A 55
susannesboeven, L 232
suspicimakers, L 185
swaendragers, L 220
swaermoedich, S 256
swarteruyters, L 206
swartesusterkens, L 121
sweenders, L 222
sweeren, H 180
swellebuycks, L 197
swert, S 119
 
taerten, A 54; S 48; H 32; 34; 108
tailgioorbracken, L 255
tanden, coude lijen aen, H 128
Tantalus, A 19
tantreckers, L 208
tantsweeren, H 179
tasten, K 23
tauwers, L 209
tavernen, A 25
tavernmaerten, L 233
teecsoekers, L 186
teerlinck, K 100
teghen, S 34; 120
teghenover, S 52; 141; 162; 175; H 88; 140
teveel, K 120
thiende, U 125
thuys liggen, S 110
Tybaut, Jan, L 170
tyteloosen, L 153
toecomen, U 45; K 11
toemaet, L 150
toertsen, A 63
toespreecken, H 133; mijn oomken, H 85
tooveressen, L 52
torfhoeck, K 159
torfmanden, S 26
torven tasten, U 285
[pagina 239]
[p. 239]
totum, per, H 19
totus mundus, hsn. H
Transipalocin, T 3
translateren, T 4
trap, S 99
treeckset, A 45
trecken, H 156
triakelproevers, L 251
tripartiti, vierde, T 39
tripsis, U 63
trommelen, U 184
trommelers, L 249
trompers, L 249
trongniën, verlichters van, L 219
Trouweel, H 86
trouwen, H 26
truermoedighe, L 189
Tu autem, L 57
Tugrobel, T 3
tuymelers, L 250
Tuyndach, U 293
tuynen, A 28; 29
Tuynen, Oude, S 25
tuysschers, L 253
tuyten, Beele metten, U 205
Turcken, K 199
tweedrachticheyt, T 120; 123
 
Ulenborch, A 2
Ulenspieghel, U 2; 13; 27; 29; 30; 33
usantiën, T 58
uul, K 162
uutgaen, A 60
uutcomen, S 144
 
vailiant, K 284
valideren, L 122
valkeneers, L 260
vallen, S 242; L 146
valschemunteners, L 209
vanen, A 137; 140; 142
varende vrouwen, L 52
vastelaventpannen, S 71
Vastelavont, K 218
Vasten, K 229; A 79; T 37; den vorst in den, L 142
vechten, S 35
vegers, L 218
veynster, L 111
veltduyven, S 97
Venus' bedrijve, S 156
    schichte, U 92
venusjankerkerkens, L 231
venuscamenierken, U 90; K 249
venuskinderen, A 99: S 123
venuspagiën, K 246
Venusvassalen, L 230
veraccorderen, S 94
verbeteren, H 162
verdrincken, H 60
verdobbelen, A 74
verduysteren, K 33
vereenigen, S 94
verfraeyen, K 285; H 58
verga(de)ren, S 44; 62; 93; 107; 144; 155; 172
vergaen, A 91
vergaert, A 120
Verhage, Jan, S 25
verhuysen, S 127
verkeerbardt, H 51
verkeerders, L 253
verkeeren spelen, H 51
Verclincken, Gille, U 213
verladen, U 119
verleggen, A 72
verlichters van trongniën, L 219
verloren worden, U 30
vermufte, L 19
verprillen, S 33
verquaedde, U 77
verrevermaerde, U 6
verroecken, U 104
verschoonen, K 99
verschoren, A 142
versieren, L 119
versoecken, A 154; T 181
verslaen, T 77
verslaepen, hem, L 66
verspelen, H 49
verstopt, A 63; S 67
verstranghen, K 303
Versworen Maendach, A 67
verthooghers, L 254
verveernissen, H 92
vervriesen, H 153
verwarmt, S 130
verworgen, S 222
verworpen, A 72
vet, H 153
victus, U 254
vindinge des Cruycen, L 192
viercant, S 41; 63
vierwagens, S 61
vyleyn, U 202
vinden, S 220
vingheren, U 57
[pagina 240]
[p. 240]
vincken met plumen, A 133; H 30; 119
vincken vane, A 44
vinnen, U 60
Vissen, T 26
visschers, L 263
vleeshuys, S 201
vlees slaen, S 178
vliegers, L 260
vlugghe, U 278
vochticheden, A 37
vodden, L 53
voeyeringen, H 87
voeten, S 20
voetgangers, L 261
voetcouwen, S 75
vogelers, L 222
voghelers, eens - quackelbeen, T 140
Voirstel, Herry Aelwarich, A 4; 6
volgende, L 103; 132
volprollen, K 82
voordachtichsins, L 26
voordanssen, S 199
voornemen, hem, K 10; A 20; S 19
voorslaepen, U 289
voorstaen, S 260
voortcomen, L 162
voortstel, L 120
vorenwonen, U 285
vorsschen, L 136
vorst, den - in den Vasten, L 142
vorterics, L 233
Vriesen, K 196; S 239; H 136; 170
Vroechrijpe, Lijse, U 205
vroevrouwen, H 182
vrou, U 171
vrou Backers, U 75
vrouwe, U 239
vrouwenlost, U 134
vuyl, S 160
vuylen, K 208
vuylpruymen, L 153
vulniskerre, K 90
 
wachten na, A 146
waechalsen, L 206
Wael, U 272
waerseggers, L 52
waerswanen, L 20
Wage, S 52; 173
waghenaers, L 263
waghens, U 267
wakers, L 206
Walcher, vrouwe van, S 241
wandelen, L 54
wandeleers, L 261
Warm Gadt, S 44
warme hebben, L 142
was, T 116
wasschen, scotelen, S 65
wasserssen, H 158
water bernen, A 121
water besien, A 18
watergat, S 243
waterneckers, L 53
Waterscap, S 62
wechvaeren, U 94
wederpartije, T 156
weedom, L 102
weelden, luttel, H 17
weerbeginnens, tot, T 160
weerhouden, hem, T 176
weert, S 91
weertastens, tot - toe, U 307
weerwolven, L 53
wege, uut dye - hangen, S 42
weyeners, L 260
weygeren, hem, S 74
weke, langhe, S 2
welgemockeld, L 17
wel varen, L 144; H 172
welwetende, L 19
wenden U 68
werckinge, L 84
weten, T 124
wetens, L 26
weven, U 34
wieghen, het kindeken, H 146
Wijgaertstrate, H 129
willekensperen, S 212
willens, L 26
winden, A 38; S 124; H 28
winnepenninghs, L 223
wisen, te vuer, A 30
wittebroot, K 255
woeckeners, L 187
wolcken, swerte, K 34
wreet, S 36
Wulrijck, K 60
 
zee, U 280; ter - varen, S 122
zeuren, L 109
zeurers, L 187

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken