Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Kouter. Jaargang 2 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Kouter. Jaargang 2
Afbeelding van Het Kouter. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Het Kouter. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.18 MB)

Scans (55.10 MB)

ebook (4.49 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Kouter. Jaargang 2

(1937)– [tijdschrift] Kouter, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 75]
[p. 75]

Actueel

Het Algem. Weekblad voor Christendom en Cultuur van 12 Febr. l.l. opent met een hoofdartikel van Dr. W.H. van de Pol: Gevaarlijke Situatie. De situatie is deze: ‘Het gevaar is waarlijk niet denkbeeldig, dat ons, Westersche Christenen van deze eeuw, weldra een soortgelijk lot staat te wachten als waardoor eertijds de Christenheid van de Voor-Aziatische landen is getroffen: vervolging en vrijwel geheele ondergang bij eigen onderlinge haat en tweedracht en strijd over allerlei leerverschillen.’

Dit is onverbloemd geformuleerd. Even onverbloemd is de oproep van den schrijver - de inhoud van z'n artikel - tot een waarachtig bereid-zijn voor, een zoeken van eenheid der verscheurde christenheid.

Menige forsche zin van z'n betoog is mij uit 't hart gegrepen. Zonneklaar spreekt hij uit, dat, wanneer de bereidheid waarachtig is, de verschillende groepen niet zullen blijven bij eenige Platonische vriendelijkheden en desperate zuchten, zonder te dulden, dat er aan één steen van hun zoo mooi geconstrueerd en zoo wijdingsvol bewaard heilig huisje wordt geraakt. Ik citeer: ‘Het beteekent, dat wij - hoe moeilijk het valt - radicaal moeten breken met zeer veel in ons eigen particuliere kerkje, dat aan het herstel van dè Kerk in den weg blijkt te staan. Herstel, opbouw, beteekent noodzakelijk afbraak van heel veel oude staketsels en opruiming van heel veel oude vooroordeelen, opruiming van veel dogmatische tegenstellingen, die veelal slechts gefingeerd zijn of reeds lang uitgevochten of gebaseerd op onkunde en misverstand ten aanzien van “de andere partij”.’ Van zulke onkunde en misverstand volgen duidelijke voorbeelden.

De instemming, die ik gevoel bij de strekking van het artikel van Dr. v.d. Pol, wekt, 't lijkt vreemd, geen vreugde in mij op. Eer een gevoel van verslagenheid. De korte herinnering hier gegeven aan de situatie, waarin de christenheid leeft, roept de volle werkelijkheid van deze nood voor oogen. En als men daarnevens bedenkt de slechte werkelijkheid der onderlinge tweedracht, der kleinzielige shibboleths, der cerebrale vervreemding, de onwil om te luisteren, het zweren bij eigen tradi-

[pagina 76]
[p. 76]

ties, stijl, formuleering, dan wordt men angstig te moede. Wat zal de reactie zijn op dit resolute woord? Enkele aanhalingen in andere bladen met vijf regels vriendelijke commentaar en eenige origineele critiek? Een paar ingezonden stukjes in datzelfde weekblad van menschen, die Dr. v.d. Pol waarschuwen voor het verleidelijk gefluit van Rome? - Ongeveer een jaar geleden wees het Agl. Weekblad op een publicatie van Stanley Jones in de ‘British Weekly’: ‘Christenen van Brittanië vereenigt u,’ een eveneens op het besef van den nood gegrondvest practisch plan tot een vereeniging van alle kerken als vrije, federatief-verbonden groepen van een vereenigde kerk van Christus. Banning wijdde aan dit plan een ‘Actueel’ in het Maartnr. van ons ‘Kouter’ en wees op noodzakelijke voorwaarden en consequenties, wilde dit plan ooit lukken.

Ach, het is zelfs zonder noemenswaardige discussie verdwenen! Thans is het van de Pol, die weliswaar geen organisatieplan brengt, maar dezelfde nood-positie constateert, dezelfde principieele radicale bereidheid vraagt. De redactie van het Alg. Weekblad laat blijkbaar de gedachte toch niet los. En ik spreek hier wel voor mijzelve, maar ik durf te zeggen, dat een streven naar zulke doeleinden in Het Kouter toegejuicht wordt en dat een vruchtbaar, reëel gesprek over de mogelijkheden die hier liggen door de redactie gaarne zou worden gepubliceerd. Is wat hier verlangd wordt ook niet steeds één der drijfkrachten geweest van de Barchembeweging?

In de maand Februari viert als steeds de Ned. Christ. Stud. Vereen. met de geheele wereldfederatie den gebedsdag; meer dan anders nog wordt dan in dien kring het devies op den voorgrond gesteld ‘ut omnes unum sint’, dat allen één mogen zijn.

Studenten, maar ook predikanten, theologische professoren en velerlei afgestudeerde intellectueelen, oud-leden der N.C.S.V., weten zonder twijfel, dat deze ‘allen’ wier één-zijn zij biddend hopen, deze ‘allen’ in de vele onderafdeelingen der wereldfederatie, tot velerlei schakeering der christenheid behooren, een gezelschap zijn, misschien even bont als dat der Nederlandsche kerken. Maar ach, die anderen wonen zoo ver! ...Wat oprecht biddend gezocht wordt voor de verte, geldt ook dichtbij! Dit is een illustratie, die heelemaal niet bedoelt te zeggen, dat er speciaal gebrek aan radicale bereidheid is bij zoogen. ‘rechts’. Het zou overigens wel mooi in de lijn der mislukte pogingen passen eerst eens te gaan twisten, welke groep aan de verscheurdheid de meeste schuld draagt!

[pagina 77]
[p. 77]

Doch waartoe galgenhumor? Er sprak weer eens een stem, die uitzegt wat in duizenden harten wordt beseft, ook in die van vele ketters, ja zelfs ketterjagers. Het gehoord te hebben en er de waarheid van te hebben erkend - ja erkend, schriftgeleerden, met al uwe vrome reserves - beteekent mede-verantwoordelijk te staan. Van deze verantwoordelijkheid gaat niets af bij volle instemming met v.d. Pol's eerste zin: ‘Het herstel van de kerk van Christus als het lichaam, dat gansch de christenheid omvat, is alleen te verwachten van een wonder van Gods Almacht.’

P.M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken