Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Kouter. Jaargang 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Kouter. Jaargang 3
Afbeelding van Het Kouter. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Het Kouter. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.06 MB)

Scans (24.49 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Kouter. Jaargang 3

(1938)– [tijdschrift] Kouter, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 413]
[p. 413]

Actueel

Door het volk van Nederland is een groote ontroering gegaan over wat er aan gene zijde van een denkbeeldige lijn is gebeurd en voortgaat te gebeuren. Met duivelsche gemeenheid worden honderdduizenden menschen gekweld, gesard, rechteloos en broodeloos gemaakt, mishandeld en belasterd, beroofd van have, goed en vrijheid, den dood ingedreven. Zij zitten in een val; blijven wordt hun onmogelijk gemaakt, weggaan kunnen zij niet. De grenzen van alle landen zijn gesloten voor Joden. Elk land is bedacht op zelfbehoud; elk land heeft problemen genoeg. Joden raakt men niet meer kwijt. Joden vermeerderen de werkloosheid. Gehavende menschen, met eindelooze moeite gekomen tot aan de grens, worden onverbiddelijk teruggezonden: ‘toon mij uw papieren, dan zal ik overwegen of ik u in uw nood kan helpen’.

Bij dit redelijk inzicht heeft zich het Nederlandsche volk niet neergelegd. Wanneer het menschen aan de kust ziet verdrinken, zendt het de reddingsboot uit, door storm en met gevaar van eigen leven. Men is daar trotsch op, men spreekt, en terecht, van helden der zee. Toen de oorlog honderdduizenden Belgen ons land in dreef, stond men gereed met helpende hand, verstrekte men brood en onderdak, weken, maanden lang. Men is daar nog, en terecht, trotsch op. En nu Joden kloppen aan onze deur, heeft het volk van Nederland niet schouderophalend gevraagd: ben ik mijns broeders hoeder? Gaat het mij aan wat daarginder gebeurt? Maar weer werden huis en beurs geopend, men maakte zich gereed, een fiere traditie getrouw, aan noodlijdenden eenvoudigweg hulp te bieden. Het hart zwol van trots en blijdschap dat in dezen verworden tijd zulke gevoelens zoo sterk nog in ons volk bleken te leven. Een zeer schoone bladzijde in de geschiedenis van het Nederlandsche volk stond geschreven te worden...

Neen, zeide de regeering: wij houden de grens potdicht. Deze edelmoedigheid komt ons ongelegen, deze Christelijke barmhartigheid is onpolitiek. In de gelijkenis van den Samaritaan, na de woorden: ‘het jammerde hem van denzelven’ voege men in: ‘en hij vergewiste zich eerst of bij dezen Jood de papieren wel in orde waren, en of hij hem wel kwijt zou

[pagina 414]
[p. 414]

raken, en er zelf niet bij achteruit zou gaan, en of de moordenaars er geen bezwaar tegen zouden hebben’... Alleen wie aan deze eischen voldoet, kan worden toegelaten.

Het schijnt zoo redelijk. Wie zal ontkennen, dat, zuiver politiek gesproken, het vraagstuk zeer moeilijk is. Het is niet uit bedilzucht of wantrouwen in de goede bedoelingen van de regeering, of twijfel aan de zuiver menschelijke gevoelens van ieder van haar leden, dat het volk van Nederland zich door dit besluit niet bevredigd gevoelt. Het is niet uit overmatige weekhartigheid, dat velen blijven aandringen op een ruimer openstellen van de grenzen. Het is uit het fiere bewustzijn, dat hier een groote traditie te handhaven valt, een kostbaar cultuurgoed dat in onze verwilderde wereld moet worden gered. De waarde van kleine naties ligt juist hierin, dat zij, minder verblind dan de groote soms door voorbijgaande nationale passies, de echte goederen der menschheid kunnen hooghouden. Dit is een nationaal belang van hooger orde dan het onmiddellijk economische. Onze Eerste Minister heeft, bij de aanbeveling der nationale collecte, woorden gesproken die bewijzen dat ook hij de waarde der barmhartigheid erkent. Hij verliest evenwel het contact met wat in zeer breede massa's van ons volk leeft, wanneer hij politieke en economische factoren bij de houding der regeering zwaarder laat wegen dan de klemmende eischen van barmhartigheid jegens den naaste.

Maken wij gebrekkigen, zwakzinnigen, hopeloos zieken af, omdat, redelijkerwijs gesproken, zij zichzelf en anderen slechts tot last zijn en economisch tot niets nut? Immers neen! Laten wij, indien een hongersnood dreigt in overbevolkte gebieden, de menschen kalm verhongeren, omdat daardoor de oplossing van het bevolkingsvraagstuk wordt verlicht? Immers neen! Door dit volk van Nederland te verhinderen, zijn zuiversten aandrang van menschelijke ontferming te kunnen volgen, wordt aan onze Nederlandsche cultuur ernstige schade toegebracht.

Is dan de regeering niet verantwoordelijk voor het welzijn van eigen volk allereerst? Is zij niet verplicht aan de toekomst te denken? Zeker is zij dat, maar wanneer zij zich gedragen weet door een zoo breeden stroom van medegevoel met de lijdenden, is zij gerechtigd het risico te aanvaarden, dat een ruimere vluchtelingenpolitiek zou meebrengen. Wanneer het gaat om maatregelen voor het behoud van nationale onafhankelijkheid, aarzelt zij niet groote offers te vragen van het Nederlandsche volk. Hoe wijst zij dan de door dit volk zelf aan-

[pagina 415]
[p. 415]

geboden offervaardigheid terug, als het gaat om het behoud van één onzer schoonste nationale cultuurgoederen?

 

Hoe gaarne zou men wenschen dat door de regeering duidelijker uiting werd gegeven aan het besef dat Nederland, krachtens zijn historie en geografische ligging, geroepen is om de leiding te nemen bij de oplossing van dit moeilijke probleem. Dat dit werd aangegrepen als een zaak, waarin Nederland aan de cultuur der wereld een zeer grooten dienst kan bewijzen. Den Haag is kregel geworden en beroept zich op den ijver zijner ambtenaren. Hoofd voor hoofd verdienen deze zonder twijfel groote lof, en het is voor hen verdrietig om, werkende onder zeer hoogen druk, niet dan critiek te oogsten van de publieke opinie. De fout ligt niet bij hen maar bij den opzet. Dit is niet een zaak voor een gewoon departement. Er behoorde een interdepartementale commissie in het leven te worden geroepen, bestaande uit vertegenwoordigers van de departementen van Buitenlandsche Zaken, Binnenlandsche Zaken, Justitie en Oorlog, met ruime bevoegdheden, die in nauwe samenwerking met bevoegde en verantwoordelijke Comité's met een uitgebreiden staf, het probleem in zijn geheel zouden aanpakken. Als het eerst noodzakelijke zou dan voorkomen de inrichting van kampementen voor voorloopig verblijf, ook voor lieden die geen papieren hebben, alsmede de distributie van een aantal vluchtelingen over huisgezinnen die zich daarvoor hebben aangeboden, onder strikte garantie van het hoofd van het gezin dat hij zich voor het onderhoud en goed gedrag van den vluchteling borg stelt. De bewaking in de kampementen zou kunnen geschieden door militairen. Men moet niet verwachten dat men deze menschen in een paar maanden kwijt zal zijn. Hoe grooter de zaak evenwel zal worden aangepakt, des te éclatanter zal deze daad zijn, en met des te meer klem zal de Nederlandsche Regeering een redelijk kolonisatiesysteem bij de mogendheden kunnen bepleiten. De kosten? Zij behoeven waarlijk niet alleen door Nederland te worden gedragen. Er is genoeg Joodsch kapitaal op de wereld, dat juist ook alweer bij een grooten aanpak, zeker het zijne zal doen ter verlichting van den last die voor één klein land te zwaar zou kunnen worden. Dat die kosten echter per persoon f 1.50 per dag zouden moeten bedragen, zooals van regeeringszijde is verzekerd, kan iemand slechts doen glimlachen, die weet dat in Chineesche vluchtelingenkampen een mensch voor minder dan dit bedrag een ge-

[pagina 416]
[p. 416]

heele maand onderhouden kan worden. Zeker is hier de levensstandaard hooger, doch dertigmaal is wel wat overdreven.

En als men ze niet kwijt raakt? Want ook dit behoort men onder de oogen te zien. Stel, als extreem geval, dat hier 20.000 menschen zouden blijven hangen, dat is ongeveer ¼% van onze geheele Nederlandsche bevolking. Meenen economen werkelijk, dat dit een ondragelijke last zou zijn voor ons, in vergelijking met anderen, altijd nog welvarend volk? Het valt moeilijk aan te nemen.

Eenige moed, eenig vertrouwen zijn noodig om deze moeilijke zaak aan te pakken met den ernst dien zij verdient, en de waardigheid die wij onze nationale traditie verschuldigd zijn. Wij hebben het voorrecht een regeering te bezitten van ernstige mannen, wien het aan hart zeker niet ontbreekt. Mochten zij den moed vinden zich vrij te maken van het ambtelijk precedent, van menschelijke voorschriften en bepalingen, en zich bij het gruwelijke drama, dat zich voor onze oogen afspeelt in het ons zoo nauw verwante buurvolk, onophoudelijk, tegen alle moeilijkheden en bedenkingen in, het goddelijk woord voor oogen houden: ‘Want ik ben hongerig geweest en gij hebt mij gespijsd, ik ben dorstig geweest en gij hebt mij te drinken gegeven; ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt mij geherbergd.’

J.J.L.D.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken