Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kunst en Leven. Jaargang 1 (1902-1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kunst en Leven. Jaargang 1
Afbeelding van Kunst en Leven. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Kunst en Leven. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.10 MB)

ebook (27.59 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kunst en Leven. Jaargang 1

(1902-1903)– [tijdschrift] Kunst en leven–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Aantekeningen over oude Kunst

I. Een ‘stomme passye’

Bij een verzamelaar, die liefst ongenoemd wil blijven, ontdekte ik onlangs een reeksje prentjes, waarop ik de kenners van onze middeleeuwse grafiek gaarne wilde attent maken.

Deze prentjes, een en dertig in getal, maken een afzonderlike groep uit in een vrij merkwaardige kolleksie oude Vlaamse ‘beeldekens’ of ‘santjes’, en ook ik hield ze aanvankelik voor werkelike bidprentjes, toen het mij, bij nader onderzoek, duidelik werd, dat zij veeleer moeten behoord hebben tot een of andere ‘Stomme Passye’, in de aard van diegene, welke Jakob Cornelisz in de eerste helft van de XVIe eeuw op hout graveerde en waarvan blijkens een bijdrage van E.W. Moes een gaaf bewaarde afdruk berust in het Amsterdamse Rijksprentenkabienet.

Dat de 80 prenten van deze laatste uitgaaf gekleurd en de door mij bedoelde enkel in zwartdruk uitgevoerd zijn, wordt hier terloops aangestipt.

Dat de plaatjes inderdaad moeten herkomstig zijn uit een logies samengesteld geheel, en dat dit geheel méér nummers moet bevat hebben dan er nu noch voorhanden zijn, leid ik af uit deze twee feiten. 1o dat de teksten, die op de keerzijden

[pagina 2]
[p. 2]

van elk stukje te lezen zijn, geen betrekking hebben op het plaatje aan de rechterzijde, maar wel op een andere voorstelling op een ander velletje, 2o dat in de volgorde van de onderwerpen opvallende leemten bestaan.



illustratie
Nr 5.


Overigens zijn twee van de een en dertig plaatjes zuivere zinnebeeldige voorstellingen, die hoogst waarschijnlik oorspronkelik gediend hebben, om de volledige serie in onderscheiden hoofdgroepen te verdelen.

Niet zonder moeite ben ik er in geslaagd, namelik door het verband tussen elk prentje en elk keerzijde-tekstje zo nauwkeurig mogelik te herstellen, de velletjes min of meer te rangschikken.

Zonder enige twijfel ging een eerste (?) of... moet ik zeggen zoveelste plaatje? - dit is niet goed uit te maken, - verloren. Dit verloren plaatje zal zeker wel De Boodschap voorgesteld hebben. Inderdaad, de tekst, op de keerzijde van het prentje,

[pagina 3]
[p. 3]

dat de Bezoeking voorstelt, heeft geen betrekking op om het even welk van de 31 noch voorhanden stukjes en luidt aldus:

 
Ave Maria vooren of na
 
Mids gabriels groete
 
dat maegdekin zoete
 
Van den heleghen geest
 
Een kindekin ontfinc
 
Der inghelen coninc
 
Ende bleef maegt onbevreest.
 
Ave Maria
 
Lequel fut merveilleusement
 
Concheupt en toy du saint esprit
 
Quand a langel dis humblement
 
Il me soit fait seloncq ton dit.

Tel ik nu de ontbrekende Boodschap als nr 1, dan volgen de 30 voorhanden velletjes aldus:



illustratie
Nr. 7.


2. De Bezoeking; 3. De Geboorte; 4 Maria windt het Kind in doekjes; 5. Maria lezend in een boek met naast haar S. Jozef, het Kindeken in de kribbe, en os en ezel; 6. De Geboorte aan de Herders veropenbaard; - hier ontbreken ongetwijfeld verscheidene nummers, o.a. een Aanbidding door de Herders; 7. Aanbidding door de Koningen, terwijl juist de tekst op nr 8 op dit onderwerp slaat;

[pagina 4]
[p. 4]

8. Jezus in de Tempel aangeboden; 9. een allegorie, Jezus' doorstoken hart in een doornenkroon met daaromheen de tekens van de Passie en dit opschrift:

 
O wonde in Christi rechten voet
 
het 's recht dat ghi oock sijt ghegroet.
 
Wilt ons bijstaen duer huwe duegt
 
dat wi mids hu werden verhuegt.


illustratie
Nr 19.


Hier ontbreken nochmaals één of meer nummers, vermits het opschrift, op de keerzijde van 10 betrekking heeftop 11 en geen van de voorhanden teksten slaat op 10 zelf:

10. Maria spinnend en Jezus uit een boekje lezend in het huis te Nazareth; 11. Jezus te midden van de doktoren; 12. De Vlucht naar Egypte.

Op de keerzijde van 12 komt deze tekst voor:

 
Pater noster
 
O dextre main poissante et forte
 
Du redempteur ou gloire abonde
 
Ouvre nous des sains cieulx la porte
 
Quant nous partirons de ce monde.
 
Pater noster
 
Sijt ghegroet rechter hand christi...
[pagina 5]
[p. 5]

Van de Nederlandse tekst zijn zeker wel drie regels wechgesneden.



illustratie
Nr 24.


Hier stel ik een nieuwe, ditmaal veel groter leemte vast. Op de keerzijde van 13 spreekt de tekst van de Bruiloft van Kana, door geen van de prenten voorgesteld, terwijl het plaatje zelf verbeeldt: 13. De Opwekking van Lazarus. Dan volgen: 14. Magdalena, Jezus' voeten niet haar lokken afdrogend; 15. Jezus' Intocht te Jeruzalem; 16. Het laatste Avondmaal. De versjes, op de keerzijde van 17, doelen op Jezus' Doodsangst op de Olijfberg, waarvan geen prent is, terwijl het plaatje voorstelt Jezus' aangehouden; dan volgen: 18. Jezus vóór Herodes, met, ommezijde, een versje op 19. Jezus vóór Pilatus; 20. Jezus valselik beschuldigd, met, als tekst daarachter, een rijmpje op 21. Jezus vóór Kajaphas; 22. Jezus gegeeseld; 23. Jezus met doornen gekroond; 24. Jezus bespot; 25. Jezus aan het volk vertoond; 26. De Kruisdraging, met, als tekst daarachter, een zinspeling op de doorboring van Jezus' rechterzij; 27. Jezus op het Kruis genageld; 28. Jezus op het Kruis;

[pagina 6]
[p. 6]

29. Christus tussen twee Moordenaars, met deze regel: hodie mecum eritis in paradiso; - hier, na weer een leemte, volgen 30. Christus beveelt Gode zijn geest; 31. Jezus' zijde wordt door Longinus doorboord; 32. Allegorie, in twee cirkels, omgeven door een soort van rozenkrans met de tekenen van de Passie, vier heiligen, in de bovenste kring Barbara en Katarina, in de onderste Appolonia en Agnes; daarachter een vers, betrekking hebbend op nr 31.

Alvorens de prentjes te bespreken, een woord over de teksten.

Deze zijn er niet op gedrukt, maar met de hand geschreven in tamelik kleine gotiese karakters. Zij zijn drietalig: bovenaan vier Latijnse, dan zes en een enkele keer vier Nederlandse, eindelik vier Franse versregels.

Ik laat de Nederlandse teksten hieronder volgen. Achter de woorden, die mij niet volkomen duidelik waren, stel ik een vraagteken. Boven de Nederlandse tekst staat geregeld: Ave Maria vooren of na of Ave Maria zonder meer; boven de Franse Ave Maria. Een enkele keer staat er iets anders.

 
Ave Maria voorē of na
 
Mids gabriels groete
 
dat maegdekin zoete
 
Van den heleghen gheest
 
Een kindekin ontfinc
 
Der inghelen coninc
 
Ende bleef maegt onbevreest.
 
Ave maria
 
Naer dien zii haer heerde
 
Ootmoedicheit leerde
 
Int ghebergte zii trac
 
Daar zii visiteerde
 
Sint jan consacreerde
 
Als elizabeth sprac.
 
Ave maria
 
Naer des keysers bevel
 
Int coude weder snel
 
Te bethleem in stede
 
Baersde ghii met ioliit
 
Tonser alder profiit
 
Den prince van vrede.
 
Ave maria
 
Zoete coninghinne
 
gods waerde vriendinne
 
Ghii hebt hem ghegheven
 
Hu borsten dii welke
 
Van hemelscher melke
 
Vervult ziin ghebleven
 
Ave maria
 
Dien ghii teil dien stonden
 
In douxkiins ghewonden
 
In dat hoy hebt gheleyt
 
Tusschen die twee dieren
 
Die naer haer manieren
 
Hem lof hebben gheseit
 
Ave maria
 
Besneden naer die wet
 
Van sonden onbesmet
 
Acht daghen zijnde hout
 
Ende Jhesus ghenaamt
 
Waerdt zoot wel betaamt
 
Hu danc wij menichvout.
[pagina 7]
[p. 7]
 
Ave maria
 
Drie coninghen quamen
 
Wanneer zii vernamen
 
Die sterre schinen claer
 
Beghiften (?) anbaden
 
Hem god vul ghenaden
 
Die sterre brochtse daer.
 
Ave maria
 
Op den vertichsten dach
 
Men hu bringhen hem sach
 
Met ghiften ten temple
 
Dien Symeon ontfinc
 
De prophetesse ghinc
 
Verclaren texempele.
 
Ave maria
 
Ter feesten als ghii ghinct
 
Daer ghii jhesū met brinct
 
Ghi hem druckich verloort
 
Mer hii gaf exemple
 
In siin vaders temple
 
Daer ghii vruegt in oorboort
 
Ave maria
 
Naer dien hebbende ducht
 
van herodes naamt vlucht
 
Na der giptenaers lant
 
Zo dinghel van vrede
 
Joseph in warede
 
In siinen slaep ontbant.
 
Pater noster
 
O dextre main poissante et forte enz.
 
Pater noster
 
Sijt gegroet rechter hant christi....
 
Ave maria
 
Ter brulocht wil hij siin
 
Daer hij water in wijn
 
Thuwen wille keerde
 
Zijn discipelen ront
 
Hij daer mede ter stont
 
In duegden fundeerde.
 
Ave maria
 
Die ziin macht ontdecte
 
Drie doden verwecte
 
Menich mensche ghenas
 
Den blenden gheboren
 
Dede sien doven horen
 
Den duvel hij huut las.
 
Ave maria
 
Christus voeten dor wyesch
 
Magdaleene zii hiesch
 
Van zonden ghenaden
 
Hij sprac gaet in vreden
 
Ic vergheef ter steden
 
Hier huwe mesdaden.
 
Ave maria
 
Op den palmen zondach
 
Men christus comen sach
 
Op den hesel in stat
 
Die svriindaegs daer naer
 
Met den cruce zeer zwaer
 
Huytleeden al mat.
 
Ave Maria
 
Doen hij drie werften badt
 
Wyert hij zweetende nat
 
Van water met bloede
 
Dat nighelic(?) confoort
 
Was van hem daer ghehoort
 
Zeer bedruct van moede
 
Ave Maria
 
Die Jueden hem vinghen
 
Die zine ontghinghen
 
Christus bleeft in de noot
 
Wreedelic ghebonden
 
Onbesmet van zonden
 
Ghelevert in ziin doot
 
Ave Maria
 
Voor pilatus hi quam
 
Als een onnosel lam
 
Ghelevert huut nide
 
Van vele valschede
 
Deewighe warede
 
Ghewroucht ten dien tide
[pagina 8]
[p. 8]
 
Ave Maria
 
Tot cayphae ghesonden
 
Wert hij ten dien stonden
 
Daer den raet was vergaert
 
Met valschen ghetughen
 
Wilden zij trecht bughen
 
Naer haren valschen raet
 
Ave Maria
 
Pilatus wil wesen
 
Ontsleghen van desen
 
Dien hij herodes sand
 
Die ihesum heeft beghect
 
In een wit cleet ghedect
 
Dien hij onnosel vand
 
Ave Maria
 
Als pilatus dit verstaen
 
heeft dede hij ihesus slaen
 
Met gheeselen zwaerlic
 
Daer mede wildij quijt
 
Ontslaen der ioden nijt
 
Die dit hebben ghedaen
 
Ave Maria
 
Doe ghinghen die knechten
 
Een crone scarp vlechten
 
Van doornen seer pijnlic
 
Dien zij int helich hooft
 
Ons heeren dit ghelooft
 
Wronghen anschouelic }?
 
anschinelic }?
 
Ave Maria
 
Voor annas es hij brocht
 
Daer wert hij ondersocht
 
Van zijnder doctrine
 
Int aenschijn ghesleghen
 
Dwelc hij heef verdreghen
 
Al dedet hem pine
 
Pater noster
 
O helighe wonde in christus zij
 
Metter sperre ontdaen zeer (vrij)
 
Daer huut ran water ende bloet
 
Wilt ons verleene dat ewighe (goet)
 
Ave Maria
 
Hu cruce ghedreghen
 
hebdi duer die weghen
 
Tot up monte calvaer
 
Veel helighe vrauwen
 
Hu liden bescauwen
 
Ende volgden hu naer
 
Ave Maria
 
Hu heleghe cleedere
 
Die knechten niet wreedere
 
Huut trocken ons achten
 
Duer handen ende voeten
 
Slaende int ghemoeten
 
Int cruce met crachte
 
Ave Maria
 
Seven woorden sprac
 
Christus vor hij vertrac
 
Dit es deerste sermoen
 
Vader wilt vergheven
 
Die mij nemen dleven
 
Sen weten wat sij doen
 
Ave Maria
 
Ten sesten hij proufde
 
Den edich hem bedroufde
 
Segghende tes vervult
 
Dus hebbende die wreede
 
Pijnghers met leede
 
Onzen heere verduult
 
Ave Maria
 
Tsevenste word dat was
 
Daer hij ons me ghenas
 
Zeere lude onbevreest
 
Vader in uwen handen
 
Bevrijt van vianden
 
Beveel ic mijnen gheest
 
Ave Maria
 
Naer dien was zijn zijde
 
Van longinus wide
 
Metter sperre ontdaen
 
Daer saleghe vloede
 
Om onsher behoede
 
Zijn (?) ghegaen

De eerste letter van elk eerste vers is in 't rood.

[pagina 9]
[p. 9]

Wat nu de prentjes zelf betreft, deze zijn niet alleen uiterst naïef van opvatting, maar tevens zeer ongelijk van artiestieke behandeling. Ofschoon ongetwijfeld het werk van een Nederlander, vertonen zij toch enige verwantschap met de arbeid van zekere Duitse ‘Stecher’ en snijders, o.a., dunkt mij, met dat van de zogenoemde Meister mit den Banderollen. Ook naar de grafiese tekniek te oordelen, die uiterst priemietief is, zou de auteur een hele spanne tijds vóór Lukas (1494?-1533), waarschijnlik wel in de eerste helft van de XVe eeuw moeten geleefd hebben.

Als opvatting en voorstelling, niet zozeer als uitvoering, zwemen de plaatjes ook wat naar de zeven Passionsdarstellungen met het jaartal 1446 uit het Berlijner kabienet.

Blijkbaar streefde de onbekende auteur er in de verste verte niet naar, harmonie in zijn werk te brengen. Niet ééns heeft hij zich de moeite gegeven, de herhaaldelik terugkerende personen, b.v. Jozef, Maria, de predikende of lijdende Jezus, telkens in de zelfde gedaante te vertonen. De Jozef van nr 3 is een geheel andere dan die op nr 4, nr 5 en op nr 12. Op elk plaatje is Maria een geheel nieuwe verschijning.

In de n's 3 en 4 is de Inscenirung, de topografie haast letterlik dezelfde. Alleen de achtergrond en een paar kleine biezonderheden noch in de uitbeelding van het stalleken en de kribbe zijn wat verschillend.

Zeer plezierig is de Veropenbaring aan de Herders: terwijl drie engelen, een grote en twee kleinere, in de lucht verschijnen, is één tweede rechtgestaan, met een zonderling gebaar van verbazing, terwijl een andere de handen vouwt als om te bidden en een derde met ongemene ernst de doedelzak bespeelt. Eigenaardig is dit: de schaapjes op de voorgrond zijn lilliputties klein; die op het midden- en achterplan veel groter; een hondje ligt, heel zoet, te slapen.

Een zeer kurieus weefgetouw vertoont het huisje te Nazareth. Hoe het werkt, hoe zelfs de Moedermaagd het vasthoudt, is een raadsel.

Biezonder plezierig is 11. De schoolvossen-neuswijsheid van

[pagina 10]
[p. 10]

de doctoren is er tiepies op weergegeven. Op de voorgrond zit een noch jong godgeleerde, die, door houding en gebaar, voor een model van jeugdige zelfoverschatting kan doorgaan.

Ook om juistheid, waarschijnlikheid van verhoudingen gaf de tekenaar niet veel. De vooraan staande fieguren zijn vaak kleiner dan die op het tweede of derde plan, zoals o.a. 14, 15, 27 en andere kunnen bewijzen.

Mistekenen durfde hij ook - vrij onbeschaamd zelfs nu en dan. Vooral detien à vijftien laatste nummers verraden een verbazend gebrek aan kennis van de vorm, aan scherpte van blik. Treffend is het onderscheid dan ook tussen die plaatjes en de allegorie met de vier heiligen: hoe klein ook van afmeting, zijn deze fieguurtjes met smaak, ja, met onmiskenbare zwier getekend; hun klederen vallen neer in bijna elegante plooien. Of zou deze allegorie wellicht toch van een andere hand zijn?

Onwaarschijnlikheden ontbreken ook niet; zo o.a. is Jezus niet gebonden aan, maar op de kolom: zijn voeten staan, gekruist, op het pieterstaaltje van de zuil; de beulen staan verscheidene passen er achter, wat niet belet dat degene, die er het verst achter staat, Jezus toch met de linker vuist, met een gebaar naar achter toe, wel te verstaan, voorwaarts op het hoofd treft.

De prentjes zijn - op een verschil van één millimeter na - door de band 8 × 6.5 □ cm. groot.

Een viertal worden in deze korte aantekening afgedrukt. Wellicht stellen zij een of ander van onze medewerkers in staat, wat meer licht op oorsprong en graveerder van de verzameling te werpen.

A.K..


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken