Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaam allerlei voor de lieve kleinen (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaam allerlei voor de lieve kleinen
Afbeelding van Leerzaam allerlei voor de lieve kleinenToon afbeelding van titelpagina van Leerzaam allerlei voor de lieve kleinen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.40 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaam allerlei voor de lieve kleinen

(1857)–Anoniem Leerzaam allerlei voor de lieve kleinen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

De landman.



illustratie

 


illustratie

 
Wat is dat voor een man?
 
Een boer.
 
En wat doet hij daar?
 
Hij maakt het zaad schoon.
 
Wat doet hij met dat zaad?
 
Dat strooit hij op zijn land; dan
 
groeit er graan van.
 
En waartoe dient dat graan?
 
Men bakt er brood van.
 


illustratie

 
En wat doet hij nu?
 
Hij ploegt zijn land.
 
Waarom?
 
Omdat het zaad niet groeit, als
 
het land zoo hard en vast is.
 
Hoe maakt hij den grond dan los?
 
Aan den ploeg is een ijzer met
[pagina 25]
[p. 25]
 
eene punt: die punt steekt in den
 
grond, en als de boer dan vooruit
 
loopt, wroet hij de aarde om.
 


illustratie

 
Zaait hij nu?
 
Ja, kijk maar; hij strooit het zaad
 
op zijn land.
 
En wat doet zijn knecht daar?
 
Die loopt met de eg.
 
Maar hij is zoo ver van zijn baas
 
af, dat ik de eg niet goed zien
 
kan. Hoe ziet die eg er dan uit?
 
De eg is als een raam met punten
 
en als hij daarmeê op het
 
land loopt, dan maakt hij de
 
kluiten in de aarde fijn, omdat
 
dit beter is voor het zaad.
 
En als er van het zaad nu graan
 
is gegroeid?
 
Dan maait hij het af; kijk maar.
 


illustratie

 
Maar wat doet die man bij hem;
 
maait die niet?
 
Neen, die bindt het graan in hoopjes.
 
En als dat gedaan is?
 
Dan draagt een ander het weg.
 


illustratie

 
Waar naar toe?
 
Wel, naar een wagen, om het
 
naar huis te rijden.
 
En als het nu in huis ligt?
 
Dan wordt het gedorscht.
 
Hoe gaat dat?
 


illustratie

 
Dan slaat de boer er op met een
 
vlege!.
 
Waarom doet hij dat?
 
Wel, daardoor vallen de graantjes
 
uit de halmen.
[pagina 26]
[p. 26]
 
En waar laat hij die halmen?
 
Die zijn ook weer van groot nut;
 
want dat is stroo.
 


illustratie

 
Wat heeft hij daar nu weer in de
 
hand?
 
Eene zeis; daar maait hij het gras
 
meê af.
 
En als dat gedaan is?
 
Dan laat hij het liggen, om te
 
droogen.
 
En als het droog is?
 
Dan is het hooi, en dan legt hij
 
het op hoopen.
 


illustratie

 
Maar hoe krijgt hij het dan naar
 
huis?
 
Hij laadt het maar op een wagen
 
en rijdt er mee weg.
 


illustratie

 
Maar als hij nu zooveel heeft, dat
 
hij plaats te kort komt?
 
Dan legt hij het buiten de deur op
 
een grooten hoop.
 
Hoe heet zulk een hoop ook weer?
 
Eene hooi-schelf.
 


illustratie

 
En waar blijft dan dat hooi?
 
Dat eten de koeijen in den winter;
 
want in den zomer loopen zij
 
in de weide gras eten.
 


illustratie

[pagina 27]
[p. 27]
 
Maar wat doet die vrouw daar?
 
Zij melkt de koe.
 


illustratie

 
Is dat om te drinken?
 
 
 
Ja en ook om boter of kaas van te
 
maken. Kijk maar, zij doet de
 
melk al in de nappen.
 


illustratie

 
Wordt de melk dan boter?
 
 
 
Neen, dan moet zij nog gekarnd
 
worden.
 
Gaat dat karnen ook in die nappen?
 
Neen, in dien ronden kuip, dien gij
 
daar op den grond ziet staan.
 


illustratie

 
O, wat een dik schaap! Is dat ook
 
al van dien boer?
 
Ja zeker, dat schaap is zoo dik,
 
omdat het zooveel wol op zijn
 
lijf heeft. De vrouw zal het
 
dier eerst wasschen.
 


illustratie

 
Doet zij dat om de wol schoon te
 
houden?
 
Ja, want er zal een man komen,
 
om de wol er af te scheren.
 
Met een mes?
 
Neen, met eene groote schaar.
 


illustratie

[pagina 28]
[p. 28]
 
Och, dat arme dier! Wat heeft
 
die man nu aan al die wol?
 
Daar maakt men laken van.
 
Zoo, dat wist ik niet; maar houdt
 
de boer er nog meer beesten op
 
na?
 
Ja wel; varkens en kippen.
 


illustratie

 
O, dat is om spek en eijeren te
 
krijgen; dat weet ik wel; maar
 
heeft de boer in den winter ook
 
nog buiten zijn huis wat te doen?
 
Ja, dan gaat hij aan het houthakken.
 


illustratie

 
Dan heeft een boer ook nooit rust.
 
Daar hebt gij gelijk in; maar nu
 
ziet gij eens, dat hij een nuttig
 
mensch is.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken