Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leesidee. Jaargang 4 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leesidee. Jaargang 4
Afbeelding van Leesidee. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Leesidee. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leesidee. Jaargang 4

(1998)– [tijdschrift] Leesidee. Kritisch-bibliografisch tijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

Strips

Strips. Strips? Strips!

Hoeraland 1
Scen. en tek. Tronchet

Hoeraland is het eerste deel in een burlesk verhaal, gespreid over twee strips in de reeks ‘Vrije vlucht’. Tien jaar heeft de tekenaar/auteur Tronchet er over gedaan om er zich voor klaar te stomen. Het verhaal rijpte langzaamaan en kreeg steeds meer vorm totdat Tronchet zich in staat achtte om dit meesterwerk te creëren. Zelf beschrijft hij zijn werk als een schop met terugwerkende kracht in het mierennest van gezellige kerstavonden, feestvieren en andere familierituelen. Al de verplichtingen die hij ooit als een straf onderging, wil en kan hij nog enkel van zich afwerpen met zijn krachtigste wapen: humor.

Het verhaal is de eenvoud zelve. In een presidentiële staat is het alle dagen Kerstmis, bovendien decreteert de president dat zijn onderdanen in een permanente staat van vrolijkheid moeten leven. Een bizar gegeven, maar op velerlei manieren te transporteren naar hedendaagse problemen en gebeurtenissen.

Het hoofdpersonage is Arlette Champagne, een lokettiste, die weigert nog langer aan dit circus mee te doen. Doorheen het verhaal komt ze in contact met René Likopstuck, die onmiddellijk op haar verliefd wordt. René valt niet zozeer voor haar schoonheid, maar voor haar revolutionaire karakter en ongehoorzaamheid. Wanneer Arlette echter onverwacht verkouden wordt, moet ze voor de rechtbank verschijnen en wordt ze veroordeeld tot een zware 20 jaar opsluiting in het ziekenhuis... René Likopstuck (de Macho) komt in actie en wint hierdoor niet alleen haar vertrouwen, maar ook haar liefde. Het burleske en groteske zit doorheen alle elementen van het verhaal en haar tekeningen verweven. De doordringende decors, karakters en situaties plaatsen dit verhaal buiten de werkelijkheid waarnaar de lezer ongevraagd, maar geniaal wordt toegezogen. De maatschappij die Tronchet in zijn tekeningen naar voren brengt, spreekt boekdelen en toch verbaast zij elke keer opnieuw de lezer in zijn onwetendheid. De onwetendheid van de decretale straffen, de verschrikkelijke (grappige) mentaliteit met zijn Drammers, de confettislang, het strijkijzer en Arlette Champagne.

[Koen Cuypers]

Dupuis, 55 p., ill., 425 F

ISBN 90-314-1970-2

De laatste der laatsten
Didier Daeninckx, bew. en tek. Tardi

Zonder iets af te doen aan hun verdiensten, doet het er niet zoveel toe van welke romanschrijver Tardi een boek bewerkt tot stripverhaal, deze toonaangevende kunstenaar maakt er steeds een volledig eigen, Tardiaans album van. Dat wil zeggen dat opnieuw de Eerste Wereldoorlog de belangrijkste thematiek uitmaakt. Het universum van Didier Daeninckx blijkt ook dat van Tardi te zijn (en dat van Leo Malet, auteur van de Nestor Burma-verhalen): een Frankrijk, meer bepaald Parijs, dat zich herstelt van de grote oorlog, en een detective die oud-strijder is en gekweld wordt door gruwelijke herinneringen daaraan. Hoofdpersonage Eugène Varlot is iets minder cynisch dan Burma, maar deze beginnende detective heeft toch al genoeg gezien om niet meer aan het leven te kunnen wennen. Met een opdracht van kolonel Fantin op zak, die zijn vrouw wil laten betrappen op overspel, zit Varlot meteen weer in het legermilieu en het verleden, en bovendien in een smerig zaakje. Het is een ingewikkelde afpersingszaak, waarbij niet meteen duidelijk is waar het precies om gaat. Want uiteraard hebben alle actoren wat te verbergen, niet het minst Varlots opdrachtgever, de meest gedecoreerde Franse oorlogsheld. Om diens positie in de puzzel te bepalen, moet de speurder terug naar een vergeten en gruwelijk hoofdstuk in de oorlog. Precies waar hij met zijn voortdurende nachtmerries - ook hij heeft geen zuiver geweten overgehouden aan het front - het minst behoefte aan heeft. Kortom, goed voor een letterlijk en figuurlijk dikke strip vol intriges, kafkaëske situaties, bedrog, moord, politieke manoeuvres, het anarchisme, economisch en financieel gekonkelfoes, en natuurlijk moord. Vreemd toch dat, hoewel decor en thematiek, en zelfs verhaalopbouw van Tardi's werk - in elk geval van de policiers -, haast hetzelfde zijn, de albums je altijd weten mee te slepen. Dat komt o.a., denk ik, omdat de auteur de tijd neemt om zijn plots uit te diepen, de nevenintriges een ruime rol te laten spelen en af te ronden, en niet te gehaast of te beroerd is om alle personages aandacht te schenken en ze zo overtuigend menselijk te maken. Ook blijft het prachtig om telkens weer Parijs tot leven te zien komen in Tardi's specifieke stijl: gedetailleerd, maar eerder mythisch dan realistisch.

Een volgend verhaal met Varlot in de reeks ‘Wordt vervolgd romans’ zit er echter niet in want in Tardi's stripromans - alweer levensecht - zegeviert niet altijd de gerechtigheid.

[Wilfried Poelmans]

Casterman, 79 p., ill., 595 F

ISBN 90-303-8483-2

De meesters van de gerst 6
Jay, 1973
Scen. Jean van Hamme, tek. Vallès

Julienne Steenfort, telg uit het gelijknamige roemrijke geslacht van bierbrouwers, staat aan het hoofd van de naamloze vennootschap Steenfort. Zij is een gedreven zakenvrouw, die door haar personeel op handen wordt gedragen. Toch is de NV al lang geen familiezaak meer. Door een raid in 1950 van de Amerikaanse biergigant Texel moest haar vader een deel van de aandelen uit handen geven. Sedertdien bezit de Texel-groep 47,5 procent van de aandelen, Julienne slechts 36 procent. De overige 16,5 procent zijn in handen van Juliennes ex-man Michael Fenton, een Brit met meer verstand van jagen, golfen en zeilen dan van het runnen van een onderneming. Wanneer zijn Fenton Breweries over de kop gaan, wijst alles op een nieuwe overnamepoging van de Texel-groep. Daarmee zijn niet alleen zakelijke belangen in het geding: de families Texel en Steenfort hebben een gemeenschappelijk verleden en eerstgenoemde familie meent dat nog een en ander gewroken moet worden. Uiteraard is Julienne Steenfort niet van

[pagina 86]
[p. 86]

plan om deze Amerikaanse snoodaards zomaar te laten begaan. Wanneer echter blijkt dat Julienne zich heeft laten versieren door niemand minder dan Texels zoon Jay, stort haar wereld heel even in, maar besluit ze toch om terug te vechten. Om de aandelen van haar ex-man te verwerven moet Julienne op enkele dagen tijd een half miljard zien bijeen te scharrelen. Als een deus ex machina komt een geheimzinnige financier op de proppen: op voorwaarde dat hij 2,5 procent van de aandelen krijgt, wil hij het benodigde geld lenen. Hoewel ze beseft dat de oude Texel zelf de geldschieter is, gaat ze op het voorstel in. Op de dag dat beide partijen hun bod kenbaar moeten maken, is geen Texel te bespeuren. Alleen een schriftelijk bod van Jay Texel op... Julienne zelf. De oude Texel is tevreden met deze gang van zaken: ‘voor 500 miljoen zijn de Engelsen exit en wij op fifty-fifty basis partners’. Zijn partner in crime is François, Juliennes zoon. Zowel het huwelijk als de geheimzinnige financiering werden door hen bedisseld! Beiden hebben grootste plannen met de brouwerijen Fenton, Steenfort en Texel, maar dat is weer een ander verhaal. Verschenen in de reeks ‘Grafica’.

[Bob van den Broeck]

Glénat Benelux, 49 p., ill., 459 F

ISBN 90-6969-187-6

Het Narrenschip 3
Turbulenties
Scen. en tek. Turf

Af en toe verschijnen er onder het Blitz-label toch weer van die pareltjes die bewijzen dat het fantasy-genre in de strip nog steeds voor verrassingen kan zorgen, die ons alle flauwe herkauwsels doen vergeten. ‘Het Narrenschip’ (in de ‘Collectie fantasy’) is zo'n mooi voorbeeld.

De machtswellustige oppercoördinator van Mallewaatren, die de koning aan de kant heeft geschoven, wordt sinds kort enorm geplaagd door nachtmerries. Bovendien zwerft er op zijn kasteel een vreemd heerschap rond dat beweert de ‘putatieve prins’ te zijn en blijkt het weer in Mallewaatren compleet ontregeld te zijn. Het is allemaal net iets te veel voor de arme man. Ondertussen zitten de prinses en de hofnar gevangen in een wereld die bevolkt is met zingende monsters, vleesetende smurfen en een reddende robot.

Ook dit derde deel is een schot in de roos. We komen niet veel meer te weten over al die mysterieuze zaken die zich in Mallewaatren of werelden daarbuiten afspelen, maar dat kan de pret niet bederven. De uitermate grappige personages, gecombineerd met de sprookjesachtige wereld, blijven boeien tot het einde. De prachtige tekeningen stralen een wonderlijke warmte en vrolijkheid uit.

[Tom Domen]

Blitz, 55 p., ill., 550 F

ISBN 90-73619-93-9

Ondankbare Wereld 1 En 2
Goedemorgen! / Goedenavond!
Scen. en tek. Geerts

‘Nou? Wat doe jij voor mij? Wel? Ik luister! Ik besta ook hoor! Ik leef! Nee, je bent net als alle anderen. Egoïstisch! En da's precies het drama van onze maatschappij: de mensen kunnen niet meer naar elkaar luisteren’. Niet altijd heeft stripmaker Geerts zoveel woorden nodig. Veel gags zijn woordloos en spreken toch boekdelen.

Toch is dit citaat betekenisvol. Het zet de toon voor twee delen - verschenen in de reeks ‘Vrolijke vlucht’ - van verfijnde, monkelende humor. Geerts weet daarbij de vinger op de wonde te leggen: de mens is vereenzaamd, misnoegd, jaloers, irrationeel, hebzuchtig en egostisch. Hij laat zich makkelijk (mis)leiden en loopt met de kudde mee. Op de achterflap wordt deze visie kernachtig uitgedrukt in de boutade ‘de wereld is goed, er zouden alleen andere mensen moeten wonen’. Opmerkelijk daarbij is dat Geerts deze opvatting al huldigde beginjaren '80, lang vooraleer politici het gevaar van de ‘verikking’ van de samenleving aan de kaak stelden.

Qua tekenstijl is Geerts niet voor één gat te vangen. Zijn personages lijken lief (maar zijn dit vaak niet), als figuurtjes uit een kinderboek. Het decor waarin zij vertoeven, is vaak indrukwekkend en contrasteert soms fel met hen. De achtergronden doen vaak denken aan de tekenvruchten van Anton Pieck.

Met Goedemorgen! en Goedenavond! zal je niet onmiddellijk beginnen schuddebuiken. Daarvoor is Geerts humor veel te subtiel. De boodschap is luid en duidelijk: ‘deze wereld is een ziekenhuis voor ongeneselijke zieken’.

[Bob van den Broeck]

Dupuis, 64 p., ill., 210 F

ISBN 90-314-1912-5

Dupuis, 64 p., ill., 210 F

ISBN 90-314-1914-1

Het uitstel 1
Scen. en tek. Gibrat

Na jaren samenwerking met andere scenaristen is dit de eerste maal dat Gibrat het roer in eigen handen neemt en ook voor het verhaal tekent. Dit fictieve verhaal speelt zich af in de Franse streek Aveyron waar de auteur is opgegroeid. Bij de aanvang schrijven we 1943 in het dorpje Cambeyrac. De militie van maarschalk Pétain is net opgericht, en enkele inwoners van het dorp hebben er zich bij aangesloten. Julien, een dienstweigeraar, leeft opgesloten in de zolderkamer van het huis van de opgepakte leraar van het dorp. Alleen zijn tante kent zijn verblijfplaats, of beter: weet dat hij nog in leven is, want het hele dorp is ervan overtuigd dat Julien is omgekomen bij een treinongeval. Vanuit zijn schuilplaats is de jongeman getuige van zijn eigen begrafenis, een van de meest humoristische scènes van het boek. Zijn status van overledene heeft een groot nadeel: ook zijn verloofde Cécile gelooft dat hij dood is; Julien moet lijdzaam toezien hoe zij het hof gemaakt wordt door een teruggekeerde rivaal. Het hele boek ademt een zeer geloofwaardige, maar zelden deprimerende sfeer: het dagelijks leven van het dorp in oorlogstijd, de kou van de winter, de eenzaamheid van Julien. Daaraan zijn de prachtige tekeningen niet vreemd. Opvallend is het voortdurende spel tussen licht en schaduw, dag en nacht. Typerend voor het verhaal van een ondergedokene is dat er veel aandacht gaat naar details. Het is ook zijn standpunt dat domineert, nu eens vanuit de zolderkamer, dan eens vanuit de kerktoren, en 's nachts in de omgeving van het dorp of het huis van zijn tante. Verschenen in de reeks ‘Vrije vlucht’.

[Martine Torfs]

Dupuis, dl. 1, 425 F

ISBN 90-314-1881-1


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Koen Cuypers

  • Wilfried Poelmans

  • Bob Van den Broeck

  • Tom Domen

  • Martine Torfs