De achtergrond is belangrijk
De achtergrond is belangrijk, we zijn anders, afhankelijk van waar we zijn. Dit zijn de eerste woorden van Sigrid Nuñez' roman Naakte slaapster, nog voor het verhaal zelf begint. Het is een aanwijzing dat eenduidige gedragingen en een definitieve aflijning van de persoonlijkheid vrijwel onbestaande zijn. Dat zal de onzekere Nona ongetwijfeld geweten hebben.
Het aantal Latijns-Amerikanen dat zich in een nabij of ver verleden nestelde in de Verenigde Staten om er een nieuw leven op te bouwen, neemt hand over hand toe. De wortels van deze inwijkelingen zijn dezelfde, maar of en in welke mate zij hun zuiderse way of life inruilen voor de Noord-Amerikaanse leefstijl, is erg afhankelijk van hun afkomst, de plaatsen waar zij zich vestigen en natuurlijk ook van de persoonlijke instelling. Pas geïmmigreerden houden zolang mogelijk vast aan de oude waarden en gebruiken, hun nazaten laten zich daar alsmaar minder in kennen. In de regel althans. Maar ook utilitaire overwegingen spelen vaak een rol. Op mijn vraag waarom toch zoveel auteurs van Latijns-Amerikaanse origine rechtstreeks in het Engels schrijven en niet in de Spaanse moedertaal, antwoordde en van de geviseerden dat dit de enige manier was om hun werk een markt te bezorgen. Zo kan je het natuurlijk bekijken. En op zulke manier kan men dus voor een Noord-Amerikaanse roman komen te staan die tegelijk geschreven is in een Zuid-Amerikaanse geest. Het is perfect mogelijk, er zijn voorbeelden van. Alleen dit al is tekenend voor de gestadige vermenging, vergroeiing van twee samenlevingsvormen, die zich alsmaar duidelijker manifesteert. Radicaler ingestelde heden hebben het bever over ‘opslorping’ dan over vermenging. Maar weze dit ook zo, er blijft hoe dan ook toch altijd een of ander residu, een ultieme verwijzing, een vorm van levensbenadering die niet voor de volle 100 procent Noord-Amerikaans is. Dat zorgt alleszins voor een frisse wind in de literatuur van de Verenigde Staten, en daar lijken de uitgevers terecht niet rouwig om te zijn.
Het voorgaande diende toch even gezegd vooraleer het te hebben over de roman zelf van Sigrid Nuñez, op wie deze bedenkingen onverkort van toepassing zijn. Nuñez wordt ondergebracht bij het kruim van de jongste generatie Latijns-Amerikaanse auteurs, maar zij schrijft wel in het Engels, over toestanden in de Verenigde Staten, en met acteurs die als zuiver Noord-Amerikaans overkomen. En toch - zuiver? Het zou gewaagd zijn om dat zomaar te poneren. Neem bv. de centrale figuur, Nona: een 40-jarige vrouw, geboren en getogen in de Verenigde Staten en gehuwd met Roy, haar vroegere zangleraar. Beiden wonen op een tweekamerappartement in New York, waar zij Engels leert aan buitenlandse studenten. Nona's moeder, de 70-jarige Rosalind, slijt na de vroege dood van haar man, kunstschilder, haar dagen aan de andere kant van het land, in Los Angeles, Californië. Zij oefent nog steeds een belangrijke invloed uit op haar dochter, hoewel de relatie tussen beide vrouwen tijdens Nona's jeugd behoorlijk vertroebeld geraakte en nadien nooit echt in de plooi kwam. Dat heeft in hoofdzaak te maken met haar afwezige vader, Shep, die gaandeweg naar meer ruimte zocht buiten het gezin voor het beleven van zijn homoseksuele geaardheid, iets waar Nona pas veel later achterkomt. Als veertiger gaat zij dan achter de duistere vlekken in dit verleden aan, en dus ook de duisterheid in zichzelf, die in haar jeugdtijd aangekweekt was en die haar nu opzadelt met een gevoel van algehele rusteloosheid, zeg maar onvermogen om haar leven een lijn te geven. Een kortstondige relatie met Lyle mislukt, haar huwelijk met Roy strandt, het hondje Pip moet de leegte opvangen. Ze vecht met vragen omtrent haar eigen kinderloosheid, gaat de confrontatie aan met de ex-minnaar van haar vader, tast de ruimte af die yoga biedt, maar slaagt er niet in de complexiteit van al deze realiteiten te overwinnen. Uiteindelijk lijkt een reddingspiste in de maak, maar - sta me toe eventjes de psycholoog uit
te hangen - het is zeer de vraag of die piste er-