[Vervolg Recensies]
Catherine Clément
De reis van Theo
Ideeënliteratuur / Godsdienst
Theo is 14 jaar en ernstig ziek. Als een therapie van de laatste kans stelt zijn excentrieke tante Martha voor hem mee te nemen op een wereldreis. Ze zullen daarbij de oorsprong van de grote godsdiensten opzoeken en op hun manier doorlichten. Zijn ouders aarzelen wel even, maar Theo is enthousiast, niet het minst door zijn interesse voor oude en vreemde culturen. Hun eerste halte is Jeruzalem, de heiligste stad, smeltkroes van drie wereldgodsdiensten maar ook broedplaats van politieke en religieuze conflicten. Van Jeruzalem gaat het naar Egypte, vervolgens naar Benares, Jakarta, Tokio, Moskou en nog een hele reeks Europese, Afrikaanse en Amerikaanse steden. Dankzij de relaties van tante Martha ontmoet Theo rabbijnen, yogi's, kardinalen, archeologen, godgeleerden en tussen hen ontwikkelt zich telkens een vraaggesprek, waardoor niet alleen Theo, maar vooral de lezer heel wat informatie in de schoot geworpen krijgt. Het wordt na verloop van tijd wat stereotiep, maar het is handig en de bizarre trekjes van enkele figuren kruiden het verhaal. Aan het einde van elk bezoek wacht Theo een boodschap, eigenlijk een raadsel, dat zijn volgende bestemming aanduidt. Als hij de boodschap niet kan ontcijferen, kan hij nog altijd telefoneren naar Fatou, zijn vriendinnetje in Parijs. Zij geeft hem een bijkomende aanwijzing, wat hem telkens vijf punten kost, net als in het computerspel waar Theo thuis zo door geboeid werd. Het einde van het verhaal laat zich al te gemakkelijk voorspellen. Ondanks de blauwe vlekken en de flauwtes, het hoofdschudden van de artsen en de series bloedproeven weet je dat Theo door de fantastische wereldreis zal genezen.
Eigenlijk is dit boek een eigentijdse voorstelling van de grote godsdiensten. Het verhaal is daarom van ondergeschikt belang en alhoewel de auteur er echt het beste van probeert te maken, slaagt ze er niet in het op een behoorlijk niveau te tillen. Het heeft te weinig spankracht, de psychologisering van de karakters is oppervlakkig en het kaderverhaal komt heel onwaarschijnlijk over: iedereen in Theo's omgeving is volledig op de hoogte van zijn ziekte, maar hijzelf mag niets weten en de anders zo nieuwsgierige jongen toont zich bijzonder inschikkelijk door er nauwelijks naar te vragen.
Heel wat meer lof echter voor de benadering van de wereldgodsdiensten. De gigantische hoeveelheid informatie is op een knappe manier verwerkt. Omdat Theo een wereldreis maakt, schept de auteur voor zichzelf de gelegenheid elke godsdienst te bekijken vanuit zijn bedding, meestal de plaats van ontstaan. Op een levendige manier worden leer, moraal, heilige boeken, godsgeloof, rituelen, gebeden en feesten kort, maar toch niet oppervlakkig naar voren gehaald. Dit boek biedt een brede kijk op godsdienstbeleving en religiositeit - de ondertitel is dus misleidend.
En dan de vraag die iedereen zal stellen: krijgt dit werk een plaats naast De wereld van Sofie? Het werk van Jostein Gaarder had een wat sterker verhaal en stelde open, filosofische vragen, gaf de lezer soms stof tot nadenken en sneed op een eenvoudige manier filosofische kwesties aan. De reis van Theo komt niet veel verder dan algemene bedenkingen zoals: godsdiensten hebben het beste voor met de mensheid, maar ze bakkeleien voortdurend onder elkaar. Het boek grasduint liever in de religieuze tradities, geeft veel feitenmateriaal en visies op godsdienstbeleving, maar daar blijft het bij.
Het boek is in de eerste plaats geschreven voor jongeren. Theo is 14, maar zijn wijsneuzigheid, zijn brede en grondige kennis en zijn confrontatie met een heel ernstige ziekte doen hem wat ouder lijken. Het boek beoogt ongetwijfeld ook een volwassen lezerspubliek en kan dus beide doelgroepen aanspreken, maar misschien ook tussen de twee stoelen vallen.
[Dirk Magerman]
Ambo, 679 p., 990 F
ISBN 90-263-1532-5