Beter één hand geïmplanteerd...
Door de technologische vooruitgang leven we nu in een tijd van (praktisch) onbeperkte mogelijkheden. Onze verbeelding zorgt er voor dat die mogelijkheden vaak tot in het groteske toe worden doorgetrokken. Toch blijven er naast de fantasie steeds morele normen en wetten bestaan die het samenkomen van technologie en onze (soms geperverteerde) verbeeldingskracht tegengaan. Maar wat gebeurt er, mochten ooit die normen en wetten waziger worden? Wat gebeurt er als onze technologische vooruitgang slechts beperkt wordt door wat we kunnen oproepen in onze fantasie?
Gelukkig moeten wij ons vandaag die vraag nog niet stellen. Voor de personages in de wereld van Met één hand klappen, de debuutroman van Lise Leroux, is die vraag wel werkelijkheid geworden. Een categorisering van het groteske resultaat in het huwelijk tussen menselijke fantasie en technologie...
Leroux plaatste haar vertelling in een nabije toekomst die, behalve het feit dat we na de eeuwwisseling zitten, niet nader gespecificeerd wordt. Bijna op elke bladzijde worden er tussen de lijnen door hints gegeven naar allerhande technologische hoogstandjes waar we vandaag alleen nog maar van durven dromen.
Toch opent het eerste hoofdstuk opzettelijk misleidend: ‘Een menselijk oor op de rug van een muis laten groeien vond Marina van een aanmatiging die monumentale vormen aannam’. Op het eerste gezicht lijkt het dat we met ons heden te maken hebben (denk maar aan de genetische experimenten van de laatste tijd), maar na enkele bladzijden wordt duidelijk dat de realiteit toch gecompliceerder is: Leroux breit een vreemd soort fantasiewereld aaneen die heel dicht bij de onze aansluit, maar waarin futuristische mogelijkheden en gevaarlijke verlangens mekaar kunnen kruisen.
Marina, die we best als hoofdprotagonist aanzien - want er zijn in het boek bijna 15 zulke protagonisten - is de perfecte verpersoonlijking van de combinatie tussen technologie en intense verlangens. Doordat ze door haar familie op jonge leeftijd is verlaten, leeft Marina - nu in de 30 - een leven van oningeloste verlangens. Steeds is ze op zoek naar menselijke warmte, naar tederheid en naar passionele liefdes, maar ze ervaart slechts de anonieme contacten van ‘Mannen Zonder Gezicht’ door wie ze zich laat oppikken op het station. Hunkerend naar hun handen die haar de aanraking kunnen geven waarnaar ze zo verlangt, is ze keer op keer na de teleurstellende seks misselijk van hetgeen ze naast haar in bed aantreft. Aan het begin van het boek besluit ze dan ook met dit ritueel te breken, wanneer ze op televisie een advertentie ziet die haar uitnodigt om tijdelijk drager van een menselijk lichaamsdeel te worden. Ze besluit hierop in te gaan en maakt zo kennis met dokter Hurtigger, directeur van het gelijknamige instituut dat zich specialiseert in het heraankweken van verloren gegane organen en ledematen. Eerst twijfelachtig, maar steeds overtuigd door dokter Hurtigger, besluit Marina drager te worden van een menselijke hand. Het dingetje wordt onder haar borst ingeplant en is na drie weken volgroeid. De hele ervaring is voor Marina onaangenaam, maar toch besluit ze meteen na de verwijdering van de hand opnieuw drager te worden: ditmaal voor tien handen! Ditmaal is de groeiperiode van de handen veel aangenamer, en een van de handen, geïmplanteerd op haar linkerschouder, schijnt zelfs een bepaalde graad van bewustzijn te bezitten. Voor de eerste maal in haar leven walgt Marina niet van de aanraking die ze van Cecilio, want zo noemt ze haar ‘derde’ hand, ontvangt; ze begint er zelfs een vreemd soort van liefdesrelatie mee. Door de trucs van dokter Hurtigger slaagt Marina er niet in om Cecilio te houden, maar nu ze haar liefde heeft
gevonden geeft ze niet op: ze begint een heuse zoektocht naar de man, naar de hand van haar dromen...
Leroux maakt het voor haar lezers niet makkelijk: haar vertelling mag zich dan al afspelen in de toekomst, ook de wijze waarop ze haar verhaal vertelt, is weinig lineair. Ze speelt intens met zowel de wetten van plaats, tijd als personage. Bij het begin van het tweede hoofdstuk zitten we plots in het hoofd van Wynne, Marina's zus, die lijdt onder een extreem zeldzame ziekte: Wynne is elektrisch geladen en kan geen mens aanraken zonder het dragen van twee ‘aarddraden’. Via haar leren we een heel andere kant kennen van Leroux' wereld: Wynne is een Schraper, een van de duizenden die meer dan de helft van hun leven ondergronds in de ‘Subway tunnels’ doorbrengen. Hun werk bestaat uit het wegschrapen van de huid- en haarschilfers die zich op de