Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leesidee. Jaargang 4 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leesidee. Jaargang 4
Afbeelding van Leesidee. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Leesidee. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leesidee. Jaargang 4

(1998)– [tijdschrift] Leesidee. Kritisch-bibliografisch tijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 836]
[p. 836]

[Vervolg Recensies]

Albrecht en Isabella

In Brussel loopt in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis nog tot 17 januari 1999 de schitterende tentoonstelling ‘Albrecht en Isabella (1598-1621)’. Albrecht was sinds 1595 landvoogd van de Nederlanden in Brussel. Door de onhandige politiek van de Spaanse vorst Filips II ontstonden vanaf de jaren '60 van de 16de eeuw binnen de Nederlanden opstanden (zoals de gekende Beeldenstorm in 1566) en viel het gebied uiteen in een noordelijke en zuidelijke helft. Kort voor zijn dood schonk Filips II de Nederlanden als bruidsschat aan zijn dochter Isabella, die in 1598 met de kardinaal-aartshertog Albrecht huwde. Zij kregen als taak de politieke en godsdienstige eenheid van onze gewesten te herstellen. Het noordelijk gedeelte ging zijn eigen weg, het katholieke zuiden bleef nog meer dan een eeuw gelinkt aan de Spaanse Habsburgers. De tentoonstelling en de twee boeken geven een cultuurhistorische momentopname, een evocatie van de tijdgeest op basis van historisch materiaal en kunstschatten uit die periode. Onder Albrecht en Isabella kenden de Zuidelijke Nederlanden een culturele en economische bloeiperiode, of tenminste een herstelperiode na enkele zeer woelige decennia. De aartshertogen verwierven een reputatie als vredestichters, voorvechters van de Contrareformatie en mecenassen. Beiden zochten naar sympathie bij het volk en herstelden het vertrouwen tussen de onderdanen en de Habsburgse monarchie.

Bij deze tentoonstelling hoort een uiterst verzorgde catalogus en een bundeling van artikelen. Beide delen ontstonden onder de redactie van Luc Duerloo, commissaris van de tentoonstelling en hoogleraar geschiedenis aan de EHSAL, en Werner Thomas, werkzaam aan het departement geschiedenis van de KU Leuven. Het eerste deel, de eigenlijke catalogus, bevat de identificatie en uitleg van alle tentoongestelde voorwerpen (uit collecties uit heel Europa, Rusland en de Verenigde Staten) en een groot deel afbeeldingen in kleur en zwart-wit. De catalogus bevat een handige chronologie, een uitgebreide bibliografie en is opgedeeld in verschillende hoofdstakken, die telkens beginnen met een beknopte historische situering. Het grootste gedeelte is opgebouwd rond de vijf zintuigen, zoals in de schilderijen van Jan Brueghel uit die tijd. Na een reeks portretten van Albrecht en Isabella schetst het tweede hoofdstuk de Habsburgse dynastie, die door een geslaagde huwelijkspolitiek een enorm bezit had vergaard.

Na ‘De blijde intrede’ en een zeer kort stak over de pracht en praal aan het hof begint het eerste grote hoofdstuk over de tastzin, waarin de macht over oorlog en vrede aan de hand van o.a. wapenverzamelingen behandeld wordt. Albrecht en Isabella kregen met de Lage Landen als bruidsschat ook de heersende burgeroorlog cadeau. Overwinningen en nederlagen wisselden elkaar af. In ‘Het gehoor’ krijg je een idee van het muziekleven aan het hof en in ‘Het gezicht’ komen de beeldende kunsten, parken en geografische en sterrenkundige meetinstrumenten aan bod. Allerlei feestelijkheden en het verenigingsleven is het onderwerp van de ‘De smaakzin’. In het laatste grotere hoofdstak, ‘De reukzin’ behandelt men de godsdienst waarbij de geuren in tuinen als symbool dienen voor de zuivere leer van de katholieke Kerk, de geur van heiligheid. Albrecht en Isabella beschouwden de geloofseenheid van vorst en onderdanen als fundament van de staat. De catalogus eindigt met twee kleinere hoofdstakjes: ‘Zonsverduistering’ over het overlijden van Albrecht en ‘Leven na Albrecht’. Na zijn dood keerden de Zuidelijke Nederlanden terug onder het gezag van Madrid vermits de aartshertogen kinderloos waren. De Habsburgse Nederlanden verloren hun beperkte soevereiniteit terwijl de Noordelijke Nederlanden (de Verenigde Provinciën) de laatste fase van hun vrijheidsoorlog aanvatten.

Het tweede deel, de essays, bundelt 35 wetenschappelijke bijdragen (hoofdzakelijk in het Engels, maar ook in het Nederlands (slechts drie), Spaans, Frans en Duits). De bijdragen handelen o.a. over de politiek van Albrecht en Isabella, de Spaanse monarchie en de problemen met de Lage Landen, de instellingen, de politieke cultuur van de Nederlanden, spionage aan het Brusselse hof, de culturele dynamiek onder de aartshertogen, Rubens, de letterkunde en muziek, het recht, de Contrareformatie, de relatie met andere steden en politieke figuren, het fameuze opgezette paard enz.

De catalogus en de essays vullen elkaar goed aan, maar kunnen zonder enig probleem afzonderlijk gelezen en bekeken worden. De catalogus is zeer toegankelijk en efficiënt ingedeeld. Je bent niet verplicht alles te lezen om een goed beeld van deze periode te krijgen. Ieder hoofdstak begint met een bondige en duidelijke historische schets, waarna je naar eigen aanvoelen enkele tentoongestelde zaken verder bestudeert. Het is echter onbegrijpelijk dat de catalogus geen inhoudstafel bevat. De essays zijn niet alleen vanwege de taalbarrière, maar ook omwille van de soms zeer specifieke onderwerpen moeilijker, maar voor de meer dan gewoon geïnteresseerde lezer een verrijkende aanvulling op de catalogus. Twee prachtige boeken over een zeer boeiende periode.

[Wout van Impe]

 

Luc Duerloo e.a. (red.): Albrecht en Isabella 1598-1621
Brepols, 311 p., ill., 1250 F, ISBN 2-503-50724-7
Werner Thomas e.a. (red.): Albert en Isabella 1598-1621: essays
Brepols. 368 p., ill., 1250 F, ISBN 2-503-50726-3

Charles Corn
Sporen van het paradijs
Az-Indo 948 / Banda-Eilanden, Specerijen, Zeevaart; Geschiedenis

Wie heeft er al gehoord van de Bandaeilanden in de huidige Molukken, tussen Zuidoost-Azië en Australië? Op die kleine eilandengroep speelde zich vier eeuwen geleden een ongeziene strijd tussen de grootmachten af. Charles Corn, journalist van ‘The New York Times’ en ‘San Francisco Chronicle’, heeft er een persoonlijke band mee. Op een van zijn reizen naar de Banda-eiíanden, bij het ‘oprapen van een muskaatnoot’, besloot hij hun merkwaardige historische rol in de specerijenhandel neer te schrijven. Door zijn goede relatie met Des Alwi, Banda's meest vooraanstaande burger, kon hij ontoegankelijke archieven voor het eerst raadplegen.



illustratie

In de vroege 16de eeuw was Europa in de ban van een kleine groep mysterieuze eilanden in het Oosten. De Banda-eilanden of specerijeneilanden waren uniek: het was de enige plaats op aarde waar kruidnagel, nootmuskaat én foelie - de ‘heilige drie-eenheid’ - gedijden. Die kruiden werden begeerd om hun afrodisiacale, medicinale en conserverende eigenschappen. Die wereldse, praktische motieven raakten met bovennatuurlijke fantasmen vermengd. De fantasierijke laatmiddeleeuwse Europeanen waren ervan overtuigd dat de specerijeneilanden de locatie vormden van het paradijselijke Hof van Eden. Dat beeld, dat hetzelfde

[pagina 837]
[p. 837]

effect had als de Heilige Graal, kreeg een drijvende, obsessieve kracht.



illustratie

Tijdens de Middeleeuwen waren de Banda-eilanden een handelspost van de volkeren uit het Verre Oosten. Mohammedaanse handelaars zorgden ervoor dat de zeldzame specerijen in havensteden als Constantinopel, Genua en Venetië terechtkwamen. Bij aankomst waren de producten echter buitensporig duur. Portugese ontdekkingsreizigers wilden het Arabische monopolie breken en de specerijenhandel overnemen. Op het einde van de 15de eeuw liepen ze de Chinese en Arabische kooplui onder de voet en annexeerden de eilanden bij hun overzeese gebieden. Snel volgden de Nederlanders, de Engelsen en in mindere mate de Fransen, die met hun Oost-Indische Compagnieën de machtsstrijd aangingen. Alle partijen wilden een monopolie en het bijhorende financiële gewin. De wereldreis van de Engelsman Francis Drake van 1577 tot 1580, die een bezoek bracht aan de specerijeneilanden, bracht de investeerders een rendement van 4700 procent op. De specerijenhandel leidde tot een revolutie in het Europese economische landschap met het ontstaan van het krediet, een rudimentair bankstelsel en het vrije ondernemerschap.

Sporen van het paradijs is een typisch voorbeeld van verhalende, toegankelijke geschiedschrijving. Het is een licht gefictionaliseerd en geromantiseerd verhaal, waar sommige wetenschappers zullen op neerkijken, maar dat het brede publiek zeker zal aanspreken. De aanwezigheid van kleurrijke protagonisten zoals Ferdinand Magellaan, Vasco da Gama en Francis Drake verhogen de aanlokkelijkheid.

[Gunter Bousset]

Bert Bakker. 351 p., 995 F

ISBN 90-351-1944-4

Klederdracht en kleedgedrag
EU-Nede 907.6 / Klederdrachten; Nederland Mode; Nederland; Geschiedenis

Terwijl het tot diep in de 19de eeuw in Nederland doodgewoon was om de traditionele klederdracht te dragen, zie je ze in het huidige straatbeeld nog slechts bij hoge uitzondering. De Tweede Wereldoorlog is in deze een breekpunt geweest. Een poging om eind van de jaren '50 een nieuw Fries kostuum in te voeren, kende weinig succes. Wie zal in de 21ste eeuw nog exact weten hoe bv. een Zeeuwse muts er uitzag of wat je achter een Brabantse poffer kan vermoeden? Elke Nederlandse provincie kent haar eigen dracht, die evenwel nog plaatselijke, zelfs individuele variaties vertoont en die in de loop der tijden niet onveranderd bleef, zoals wel eens wordt aangenomen, maar zeker evolueerde. Om dit stuk Nederlandse geschiedenis onder de aandacht van het grote publiek te brengen, werden in de loop van dit jaar over dit onderwerp twee tentoonstellingen ingericht, de eerste in het Openluchtmuseum van Arnhem, de tweede in het Historisch Museum van Apeldoorn. De tentoonstellingen kaderen meteen in de herdenking van de 100ste verjaardag van de kroning van koningin Wilhelmina. Zij droeg de regionale kostuums immers een groot

Paul De Bruyn
Kennedy's rendez-vous met de dood
Am-Vs 947.6 / John Fitzgerald Kennedy

Op 2 november 1963 werd de Amerikaanse president John F. Kennedy vermoord tijdens zijn bezoek aan de Texaanse stad Dallas. Vijfendertig jaar later blijft deze politieke moord heel wat mensen fascineren. Ondanks twee volumineuze rapporten van officiële onderzoekscommissies (de zgn. Warren-commissie in 1964 en de commissie van het Huis van Afgevaardigden in 1979) bleef de moord onopgelost. In de geschiedenisboeken staat weliswaar Lee Harvey Oswald geboekstaafd als de enige moordenaar, maar toch zijn heel wat auteurs een andere mening toegedaan. De meerderheid van de Amerikanen is er momenteel trouwens van overtuigd dat Kennedy het slachtoffer werd van een samenzwering. Duizenden auteurs hebben over de moord van de eeuw een boek geschreven. Diverse complottheorieën m.b.t. de daders werden naar voren gebracht: de maffia, de CIA, het FBI, rechtse extremisten, anti-Castro Cubanen, Texaanse oliemiljardairs enz. Niet zonder enige trots stelt Paul de Bruyn, journalist van ‘Gazet van Antwerpen’, dat hij het eerste origineel Nederlandstalige boek over de moord uitbrengt. Nochtans schreef de beruchte Nederlandse onderzoeksjournalist Willem Oltmans reeds in 1977 een boek over de moordzaak, dat bij Bruna verscheen (Een reportage over de Kennedy-moordenaars). Hij slaat trouwens ook de bal mis als bij ‘JFK’ de enige film over de moord noemt. (In 1973 bracht David Miller reeds de film ‘Executive Action’ uit.) Paul de Bruyn verwijst al de complottheorieën naar de prullenmand, maar wil zelf nogal hardnekkig ‘bewijzen’ dat Oswald de enige moordenaar is. Zijn boek is dan ook vooral gewijd aan de reconstructie van Oswalds leven. De Bruyn hanteert een vlotte journalistieke pen. Een aantal bizarre feiten en gebeurtenissen rond de Kennedy-moord die de samenzweringsthesis deden ontstaan, kan hij blijkbaar toch niet met doorslaggevende argumenten ontkrachten. De Bruyn brengt zijn verhaal als een spannende thriller, maar ook hij weet je niet volledig te overtuigen. De moord op Kennedy blijft tot nader order onopgelost.

[Jan Geeraerts]

Icarus, 264 p., 795 F

ISBN 90-02-20730-1

[pagina 838]
[p. 838]

The original
Noel Malcolm
The original
Kosovo, a short history
EU-Joeg 945.6 / Kosovo; Geschiedenis / Nationaliteitenvraagstuk; Joegoslavië

Na zijn geslaagd handboek over de geschiedenis van Bosnië heeft Noel Malcolm nu ook het probleem Kosovo op dezelfde manier aangepakt. Hij gaat de mythevorming en de partijdige theorievorming te lijf met een bewonderenswaardige kennis van de literatuur en de bronnen. En dat is geen kleine prestatie in het multiculturele en veeltalige Balkangebied. Het boek brengt in bijna 500 bladzijden meer dan maar ‘een korte geschiedenis van Bosnië’. Het zet in met een korte, terminologische uiteenzetting, waarin je o.a. een verantwoording vindt voor bv. de termen Kosovo/Kosova en de benaming van de Servische provincie, die op zichzelf al politiek geladen zijn en aangepast werden in de loop van de geschiedenis. Ook de eigenlijke gebiedsomschrijving was aan verandering onderhevig en dit wordt vastgelegd in zeven historische kaarten. In de tekst zelf gaat Malcolm nog uitgebreider in op de naamgeving en de oorsprong van Serven, Kroaten en Vlachen. Uiteraard is in zijn optiek belangrijk de Kosovaarse geschiedenis vóór de inval van de Serven te belichten. Dan volgt het bekendere verhaal van de Slag van Kosovo en de ontmythologisering ervan. Maar evenzeer wordt het Kosovo onder de Ottomanen en de Oostenrijkers uitgebreid beschreven. Via de Liga van Prizren gaan we de 19de eeuw in, gevolgd door de Balkanoorlogen in het tweede decennium van de 20ste eeuw. Kosovo onder het Servisch juk tijdens het interbellum, de Kosovaarse reactie tijdens de Tweede Wereldoorlog, het relaas van Kosovo onder de communisten en het post-Tito tijdperk schetsen een goed beeld van Kosovo in de 20ste eeuw.



illustratie

Kosovo (Kosova in het Albanees) is een voorbeeldige inleiding in de historiografie van het gebied. Toch is Malcolm al te overijverig. Uiteraard is het van het grootste belang de lokale theorievorming te demystificeren. Maar Malcolm gaat iets te ver en laat soms geen spaander heel van bepaalde theorieën, die misschien wetenschappelijk niet helemaal te verifiëren zijn, maar op zijn minst verder onderzoek vereisen. Hij gaat iets te snel en systematisch in dezelfde richting. Zelfs al geeft hij soms de tegengestelde hypothesen weer, zoals in het geval Martinovic - was er sprake van mishandeling van deze Servische onderdaan uit Kosovo door de Albanezen of niet? -, dan nog is zijn besluit a priori iets te eenzijdig gericht.

Toegegeven, in de theorievorming - of moet ik zeggen ideologisering - van de lokale Balkanhistorici is de toonzetting niet minder eenzijdig en partijdig. Het is duidelijk dat Malcolm zich daar heeft tegen willen afzetten, maar ik heb de indruk dat hij zich vergalloppeert. Zo is het wellicht overdreven van een complot te spreken rond de figuur van Cosic en zeker was hij niet de redacteur van het roemruchte Servische Memorandum. De schrijver Isakovic had hierin de eerste hand. En al kan men ten gronde met goede redenen sympathiseren met de verdrukte Kosovaren, dan verdient ook het Servische standpunt iets meer consideratie. Natuurlijk mag men de mythen demystifiëren - vooral die dat Kosovo het Servische oorsprongsland zou zijn, want dat is het manifest niet, en de absurde Servische voorstellingen over de slag van Kosovo -, daar doet Malcolm goed werk, al is hij niet de eerste.

Het werk blijft alleszins een merkwaardige synthese en een absolute aanrader voor ieder die snel maar toch grondig geïntroduceerd wil worden in het probleem Kosovo, zonder zich onmiddellijk te moeten verliezen of zelfs misleid te worden door lokale, partijdige theorievorming. In die zin verdient het boek zelfs een snelle Nederlandse vertaling om voor de geïnteresseerde leek de noodzakelijkerwijze oppervlakkige benadering van de nieuwsmedia bij te spijkeren. Ook al wie in de praktijk wordt geconfronteerd met de vluchtelingenproblematiek uit het gebied kan hier snel een gefundeerd inzicht verwerven in de toch nog altijd complexe Balkanproblematiek. En zeker is het in de Balkanproblematiek altijd beter overkritisch te zijn dan zich slaafs te laten inpakken door één partij.

[Robert Stallaerts]

Papermac, 492 p., ill., 720 F

ISBN 0-333-66613-5

Distributie voor België: AMP-PVD Buitenlandse Boekhandel



illustratie

[Vervolg Klederdracht en kleedgedrag]

hart toe. In deze mooi verzorgde publicatie werden 23 opstellen samengebracht, het resultaat van de opzoekingen die n.a.v. deze manifestaties gebeurd zijn. Geen traditionele tentoonstellingscatalogus dus. Voor de 23 bijdragen tekenden 21 auteurs - in hoofdzaak historici en kunsthistorici - die elk vanuit hun eigen terrein een ander licht werpen op het verschijnsel regionale dracht en die in een bredere historische en sociale context plaatsen. De korte hoofdstukjes - ze tellen gemiddeld een achttal pagina's - werden verzameld rond drie grote thema's: de keuze van het kostuum, het kostuum als uiterlijk teken van de verbondenheid van het Nederlandse volk - dit vooral vlak na de afscheiding van België - en tenslotte het kostuum als een vorm van folklore. Het iconografisch onderzoek - dat bij dit laatste thema ingedeeld werd en zich toespitst op de Nederlandse schilderkunst uit de 19de en 20ste eeuw - behoort tot de boeiendste uiteenzettingen in dit boek. De tekst werd in een bevattelijk Nederlands geschreven, de voetnoten werden telkens aan het eind van ieder hoofdstuk gegroepeerd. De illustraties zijn talrijk en van een uitstekende kwaliteit, zowel de zwartwit- als de kleurenopnamen. Authentieke foto's wisselen af met tekeningen en grafisch materiaal. Achteraan bevindt zich van elke bijdrage een Engelse samenvatting. Wie het Nederlands niet machtig is, heeft echter aan een samenvatting niet genoeg. Tot slot is er een summiere voorstelling van de verschillende auteurs. Register(s) en bibliografie ontbreken.

[Kristien Philippe]

SUN, 207 p., ill., 990 F

ISBN 90-6168-647-4

[pagina 839]
[p. 839]

Michael Krupp
De geschiedenis van de joden in het land Israël
As-Isra 941 / Joden; Geschiedenis



illustratie

Over het oud-bijbelse jodendom en het moderne jodendom rond de Tweede Wereldoorlog wordt m.b.t. het land Israël heel veel gepubliceerd. Over de geschiedenis van de joden in Israël van de Romeinse verwoesting van Jeruzalem tot het Zionisme (de periode van ongeveer 70 tot 1870 van onze tijdrekening) wordt daarentegen veel minder geschreven. Mede onder invloed van een bepaalde christelijke en ook een keizerlijke Romeinse geschiedschrijving lijkt het alsof in de regio Israël/Palestina de joodse aanwezigheid na de val van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel totaal verdwenen was. Niets is minder waar. Joden hebben nog eeuwen de meerderheid van de bevolking uitgemaakt.

Wanneer de christelijke godsdienst tot staatsgodsdienst wordt verheven, begint de bekeringsijver van de kerk zwaar door te wegen op de joden. Ze worden ook vervolgd en geraken op die manier geleidelijk aan in de minderheid. Maar ze blijven in het land aanwezig. Vooral in het noorden (Galilea), maar ook in en rond Jeruzalem, over de Jordaan en langs de kustlijn tot in Gaza hebben de hele geschiedenis door joden gewoond. Het gaat deels om afstammelingen van de oorspronkelijke bewoners, deels om verschillende immigratiegolven uit Europa of Noord-Afrika. Want regelmatig keren joden uit de diaspora terug naar het land van hun voorvaderen. De Romeinen hadden de regio met een scheldnaam bedacht: Palestina, letterlijk ‘het land van de Filistijnen’. Met de Romeinen en alle latere overheersers in het land Israël-Palestina ondergaan de aldaar aanwezige joden alle gevolgen van een haat-liefdeverhouding.

Na lezing van het boek valt nog maar eens op hoe complex de situatie van de kleine kuststrook was en is. Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, kruisvaarders, Mamaloekken, Turken hebben er achtereenvolgens hun macht uitgeoefend. Soms werd de aanwezigheid van joden - zij het in beperkte mate - getolereerd, meestal hadden ze zware tegenstand te verduren. Krupps studie eindigt daar waar de huidige problemen met de Palestijnen aan de einder opdagen. Dit unieke boek verdient aanbeveling, vanwege de heldere uiteenzettingen, de nauwkeurigheid en volledigheid van het geschiedkundig overzicht, de voortreffelijke vertaling (met uitzondering van de archaïsche vertaling van de citaten uit de Talmoed) en de handzame werkinstrumenten achterin het boek: een nuttige tijdtabel, een goed hanteerbaar register van namen en een uitgebreid geografisch register met verwijzing naar kaarten en teksten.

[Frans L. van den Brande]

Boekencentrum, 208 p., ill., 650 F

ISBN 90-239-0842-2



illustratie

Hans Righart e.a. (red.)
Generatiemix
905.2 / Cultuursociologie / Generatieverschillen

De protestgeneratie, de babyboomgeneratie, de generatie Nix, de verloren generatie... de media slaan ons om de oren met de term ‘generatie’. In Generatiemix pogen sociologen en historici dat begrip zuiver te krijgen. Dat blijkt geen gemakkelijke klus, noch voor de wetenschappers van dienst noch voor de lezers. Socioloog Hans Becker maakt in het eerste hoofdstuk een verhelderend onderscheid tussen twee betekenissen van ‘generatie’. Een ‘historische generatie’ is ‘een categorie van tijdgenoten, wier gedrag effecten vertoont van één of meer discontinue veranderingen, die zij in haar formatieve periode heeft ondergaan’. De formatieve periode omvat de puberteit en de adolescentie. Discontinue veranderingen kunnen zijn: een economische crisis, oorlog, een natuurramp... In de media wordt ‘generatie’ echter vaak metaforisch gebruikt in de betekenis van ‘tijdgenoten’.

Bij het omgaan met historische generaties spelen typeringen een cruciale rol. Als het om genuanceerde aanduidingen gaat, kan dat verhelderend werken. Het gevaar voor stereotypering of zelfs discriminatie is hier echter nooit ver weg. De auteur schuift zelf volgende typologie naar voren: vooroorlogse generatie (1910-1930), stille generatie (1930-1945), protestgeneratie (1946-1955), verloren generatie of generatie x (1955-1970), pragmatische generatie (na 1970).

De historici Righart en Luykx plaatsen een aantal relativerende kanttekeningen bij de boom van generatie-onderzoek sinds de jaren '80 in de sociologie. In hun afsluitend essay noteren ze enigszins ironisch dat de groeiende populariteit van het begrip ‘generatie’ als ordenend principe wellicht te maken heeft met de afnemende populariteit van het begrip ‘klasse’. Bovendien vragen ze zich af of de veranderingen in onze tijd niet zo snel gaan dat iedereen eigenlijk tot dezelfde generatie behoort.

Ondanks deze bedenkingen onderkennen ze het belang van het concept ‘generatie’ voor het historisch onderzoek: het stelt vragen naar continuïteit en discontinuïteit en naar de verhouding tussen het individuele en het collectieve.

Het middendeel van de bundel bestaat uit een mix van essays: wetenschappers uit verschillende disciplines proberen het begrip generatie toe te passen op hun specialisme. Hoe divers deze essays ook zijn, samen brengen ze een (gefragmenteerde) Nederlandse cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van 1930 tot vandaag. Zijdelings geven ze ook een zicht op de generatieproblematiek.

Dit is geen gemakkelijke kost. Het boek brengt een genuanceerde stand van zaken en vermijdt zo de valkuil waar het zelf voor waarschuwt, die van vertekenende stereotyperingen. Maar omdat ook de vorsers uit de verschillende disciplines het begrip ‘generatie’ niet steeds op dezelfde manier hanteren, zie je soms door de bomen het bos niet meer. Bovendien is de betoogtrant vrij academisch en er zijn talrijke onvertaalde Duitse citaten in de theoretische hoofdstukken. Maar voor de volhouder zitten er toch heel wat krenten in de pap.

[Mie van Boxem]

De Arbeiderspers, 226 p., 799 F

ISBN 90-295-3508-3

[pagina 840]
[p. 840]

950 - Land- & Volkenkunde

Caroline Alexander
De Endurance
975.2 / Ernest Shackleton



illustratie

Sir Ernest Shackleton (1874-1922) wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste poolreizigers uit de geschiedenis. Hij maakte deel uit van Scotts Zuidpoolexpeditie 1901-1903 en leidde in 1907 zijn eigen expeditie tot op nog geen 200 km van de Zuidpool. Een prestatie die op dat moment nog door niemand was gerealiseerd, maar waarbij het ultieme doel, nl. het magnetische Zuiden bereiken, niet was gehaald. In augustus 1914, daags voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, vertrok hij opnieuw: dit maal met de betrachting te voet over Antarctica te trekken. Ook deze expeditie lukte niet, maar leverde een groots en fascinerend overlevingsverhaal op, dat begint bij de verbrijzeling van het expeditieschip, de Endurance, door het pakijs in de Weddellzee tot op het moment dat de bemanning wordt gered en van het ruige rotseiland Elephant wordt gehaald. Door het verslag van de reis afwisselend te illustreren met foto's en dagboekfragmenten weet Caroline Alexander Shackletons expeditie dan ook treffend tot leven te brengen. Het boek bezorgt je dan ook een voortreffelijk beeld van zowel de onmetelijke schoonheid als de afschuwelijke onherbergzaamheid van het ‘laatste continent’.

Uniek aan dit boek is het feit dat de illustraties bestaan uit het oorspronkelijke en schitterende fotomateriaal van de beroemde Australische expeditiefotograaf Frank Hurley. Verder moet ook vermeld worden dat de auteur duidelijk aantoont waarom Ernest Shackleton, ondanks zijn tegenslagen, een groot poolreiziger was. Zijn nooit aflatende inzet voor het welzijn van al zijn bemanningsleden en het feit dat hij veiligheid verkoos boven persoonlijk succes, maken hem tot op vandaag een inspirerend expeditieleider. De materiële afwerking van het boek is al even verzorgd als de inhoudelijke. Het lezen en het hanteren ervan groeit dan ook vlug uit tot het koesteren van deze werkelijk voortreffelijke uitgave.

[Flor Franssens]

Atlas. 213 p., ill., 1400 F

ISBN 90-450-0113-6

Chris van der Borgh
El Salvador
Am-Salv 991 / El Salvador

Geen land werkte zich in de jaren '80 zo vooraan in de internationale belangstelling als El Salvador. De guerrillabeweging FMLN nam het onvervaard op tegen een nietsontziend leger, inclusief doodseskaders, die rijkelijk gesteund werden door de Verenigde Staten. Sinds 1992 is deze binnenlandse oorlog - althans officieel - beëindigd, en het benieuwt natuurlijk de geïnteresseerde lezer, die vandaag een stuk moeilijker aan informatie komt, hoe de kaarten sedertdien liggen. De verscheurende episode van de volksoorlog krijgt, hoe kan het anders, de hoofdklemtoon in deze landenstudie. Uiteraard wordt eveneens grote aandacht besteed aan de verre en nabije voorgeschiedenis, waaruit het gewapend conflict is voortgevloeid. Gezien de beperkingen inzake omvang die de ‘Landenreeks’ zichzelf oplegt, blijft er nadien voor de overige invalshoeken - samenleving, economie en cultuur - niet veel ruimte over; zij worden min of meer op een drafje behandeld. Dit is geen verwijt: de tegenstelling tussen machthebbers en machtelozen vormt immers de rode draad doorheen de hele geschiedenis van het land, en bepaalt het gehele leven; deze centraal stellen is dus volledig verantwoord. De toon van het werkje is zakelijk, ontdaan van elke emotie (hetgeen 10 jaar geleden nauwelijks denkbaar was) en zo hoort het natuurlijk in dit soort benaderingen.

[Hugo van Hoecke]

Koninklijk Instituut voor de Tropen/NCOS, 78p., ill., 395 F, ISBN 90-6832-366-0

Jacques Constant
Amsterdam
EU-Nede 996.2 / Amsterdam

Om een stadsgids van Amsterdam samen te stellen moet men als auteur noodgedwongen keuzes maken. Jacques Constant noemt Amsterdam immers terecht een stad van onnoemelijk veel ‘tegenstellingen die samen een fascinerende en kleurige lappendeken vormen’. De gids Amsterdam, portret van een bijzondere stad, heeft ervoor gekozen om de stad voor te stellen aan de hand van enkele honderden foto's. Ze illustreren heel uiteenlopende onderwerpen, gaande van het Centraal Station, de Dam en het Paleis, de bloemenmarkt, het begijnhof, verschillende musea, toeristische happenings, het openbaar vervoer, de geschiedenis van de stad tot de Arena-hal en zelfs Schiphol. Een zeer uitgebreide waaier van informatie dus, weergegeven in zonovergoten foto's. Door hun heldere kleuren en hun opstelling dragen deze beelden bij tot het hoge ‘toeristische folder’-gehalte van het boek. De schaarse teksten geven vrij oppervlakkige beschrijvingen van wat op de bijgaande foto's te zien is. Fotograaf Jan den Hengst en auteur Jacques Constant lieten de beelden voor zich spreken en roepen op deze manier een sfeer op van een intieme stad die gastvrij zijn bezoekers ontvangt. De boodschap is duidelijk: ‘Amsterdam is een van de meest aantrekkelijke steden van Europa. Doorblader het boek en oordeel zelf’.

Ondanks het feit dat het boek zich presenteert als een toeristische gids, kan het niet echt voor dat doel gebruikt worden. De hoofdreden daarvoor is dat een plan, zelfs een algemeen overzichtsplan, van de stad ontbreekt. Er wordt dus wel gesproken over bepaalde straten of pleinen, maar de lezer kan zich nergens situeren. Ook zijn de aangeboorde onderwerpen zo divers, dat geen van de thema's diep uitgewerkt kon worden. De commentaren beperken zich tot enkele algemeenheden en opsommingen. Amsterdam is meer een boek voor de toerist die Amsterdam bezocht heeft en aan de thuisblijvers een sfeerbeeld wil tonen. Het is als het ware het visueel goed verzorgde visitekaartje, dat de toeristische zijde van deze interessante stad laat zien.

[Sofie Rédelé]

Inmerc, 94 p., ill., 490 F

ISBN 90-6611-305-7


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Wout van Impe

  • Gunter Bousset

  • Jan Geeraerts

  • Robert Stallaerts

  • Kristien Philippe

  • Frans van den Brande

  • Mie van Boxem

  • Flor Franssens

  • Hugo van Hoecke

  • Alpharda Rodenborch

  • over Paul de Bruyn