Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerrijke avonduren voor de jeugd (1836)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerrijke avonduren voor de jeugd
Afbeelding van Leerrijke avonduren voor de jeugdToon afbeelding van titelpagina van Leerrijke avonduren voor de jeugd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.23 MB)

ebook (5.24 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerrijke avonduren voor de jeugd

(1836)–Anoniem Leerrijke avonduren voor de jeugd–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 142]
[p. 142]

Gesprek van eene moeder met hare kinderen.

Lieve kinderen! hebt, gij wel onthouden, hoe wij gisteren avond dien lieven Heer, die hier boven in den hemel woont, alnoemden?

 

Ja, moeder! maar ik durf het haast niet zeggen. - Ik wel: Moeder zeide God, en ook nog, die goede Hemelsche Vader!

 

Dit hebt gij zeer wel onthouden, pietje! Doch leert altoos bedachtzaam en met eerbied spreken van dien goeden Hemelschen Vader! want doen dit de engelen in den hemel, hoe veel te meer past het dan ons om hun zoo veel mogelijk na te volgen, en met opregtheid te leeren bidden: uw wil geschiede, o Vader! op aarde gelijk in den hemel! - o, Lieve moeder! mag ik u wel eens vertellen, wat ik in dezen nacht droomde? - Ja, mijn liefje! als het maar wat goeds is. ‘Ik droomde van nacht, dat ik in den

[pagina 143]
[p. 143]

hemel was, en dat keesje, die dood is, mij bij de hand vatte, en met mij wandelende, mij alles liet zien, in een ontzagchelijk groot huis. O! alles wat ik daar zag was zoo mooi. De inwoners waren zoo vriendelijk, en lieten ons met zeer veel vrijheid alle vertrekken doorgaan. Doch toen wij aan de zaal kwamen, ze keesje: nu moeten wij eens hartelijk danken en bidden, dat wij dan ook op onze knietjes deden. Toen dit gedaan was, gingen wij de zaal op: o lieve moeder! daar was alles vreugde, en ik weet niet, dat ik ooit zoo blijde en wel te vrede geweest ben. Een der hemellingen gaf mij een palmtakje op mijn borst, en bragt ons in nog een grooter en kostelijker vertrek, daar scheen het wel bruiloft te zijn. O, moeder! daar was het zoo groot en zoo rijk, alles boog zich daar voor een groot Heer! dat wij ook navolgden; doch wiens glans en heerlijkheid mijn oog niet aanschouwen kon. Eindelijk begon men daar te zingen; doch zoo heb ik het nooit gehoord, en van zoo een groote menigte; doch onder die menigte

[pagina 144]
[p. 144]

van menschen verloor ik mijn lieve keesje! en ik wierd verschrikt wakker.’

 

Wel zoo, lieve jongen! hebt gij dat zoo kunnen onthouden? ‘O! er was noch veel meer; maar dat ben ik al vergeten.’ Zoo gaat het doorgaans, mijn kind! al wat de liefde en den dienst van éen zoo goeddoend Vader kan opwekken, dat vindt altoos tegenstand, dat gaat zeer ras voorbij. Intusschen merk ik, dat gij in den hemel lust gekregen hebt: om daar nu inwoner van te worden, moet gij boven alles God liefhebben; hem veel bidden, om zijnen Geest, dat die u alles leere en u leide, dat Hij u geve een gereinigd harte, dat een afkeer heeft van zonde en verkeerdheden, opdat er die gezindheid bij u ontsta, dat gij in al uw doen en laten uitdrukt wien gij lief hebt; wat gij zoekt; en wiens dienst gij gekozen hebt. Dit doende, zal het u nederig en ootmoedig leeren verkeeren voor Hem, die al onze liefde, hoogachting en vertrouwen van ons harte waardig is; O! de goedheid en grootheid van den schepper bereikt

[pagina 145]
[p. 145]

dan eene hoogte in ons hart die wij niet kunnen uitdrukken, en men mag het te regt noemen een beginfel van die hemelsche vreugde. Nu, God geve, dat dit eens ons aller voorregt worde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken