Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Leiegouw. Jaargang 13 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Leiegouw. Jaargang 13
Afbeelding van De Leiegouw. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Leiegouw. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Leiegouw. Jaargang 13

(1971)– [tijdschrift] Leiegouw, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 205]
[p. 205]

Verslagen

Vergadering van 17 oktober 1970.

Dr. med. F. Corner hield een boeiende en degelijke uiteenzetting over leven en werk van dr. Ferdinand-Augustijn Snellaert (1809-1872). De volledige tekst van zijn studie zal worden gepubliceerd in afl. 1 van jg. XIV (1972), het speciale Snellaertnummer.

Vergadering van 14 november 1970.

Dr. E. Warlop, afdelingshoofd van het Rijksarchief te Kortrijk, sprak over Toverij en hekserij in de middeleeuwen. Wanneer men het heeft over toverij en hekserij in het verleden, dan denkt men haast automatisch aan de beruchte heksenprocessen in de 16de en 17de eeuw. Op het vorig jaar in Gistel gehouden Godelievecolloquium kwam echter o.m. aan het licht dat ook in de middeleeuwen het geloof aan toverij en hekserij diep ingeworteld zat. Enkele teksten uit verhalende historische bronnen maken het mogelijk kennis te maken met praktijken van ‘witte’ en ‘zwarte’ magie, die overal in Vlaanderen in zwang waren. Dr. E. Warlop beantwoordde in zijn merkwaardig referaat deze vragen: hoe is het geloof aan toverij en hekserij in die tijd te verklaren? Wat is de oorsprong van dit bij- of ‘anti’ -geloof?

Vergadering van 12 december 1970.

Na de dood besprak lic. L. Bekaert nu de Uitvaart in het Kortrijkse volksleven. De volledige studie (dood en uitvaart) hebben we intussen kunnen lezen in afl. 1 van deze jaargang (blz. 3-61).

Vergadering van 16 januari 1971.

Op het programma van de vierde vergadering van dit werkseizoen stond een voordracht door lic. hist. J. Galloo over Ontstaan en evolutie van de eerste spoorwegen in het Kortrijkse en hun invloed op ekonomisch gebied (1839-1870). De heer Galloo had het o.m. over de geschiedenis van de spoorwegen in Europa en meer specifiek in België: van 1834 tot 1844 (1ste periode) nam de staat de konstruktie en de exploitatie van de spoorlijnen voor zijn rekening (wet van 1 mei 1834); van 1844 tot 1874 (2de periode) kwamen de kompagnies op en kende vooral West-Vlaanderen een snelle groei; gedurende de derde periode - vanaf 1874 - trok de staat weer het monopolie tot zich, deels om politieke redenen, deels omwille van de publieke opinie. In een tweede deel sprak S. over het ontstaan en het totstandbrengen van de spoorwegen (de zwarte duivel) in het Kortrijkse (1839-1870), het rendement en het nut van die spoorwegen, de ekonomische weerslag op het spoorwegnet, rekening houdend met de demografische en sociale toestand.

[pagina 206]
[p. 206]

Vergadering van 13 februari 1971.

Op zaterdag 13 februari heeft dra. hist. Beatrijs De Walsche, monitor aan de KULAK en penningmeester van De Leiegouw, de leef- en denkwereld van de anabaptisten, beeldstormers en geuzen in het Menense tijdens de 16de eeuw nader toegelicht. Niet alleen grotere steden zoals Antwerpen, Brugge, Brussel en Gent waren toneeltjes van 16de-eeuwse ‘beroerten’, ook kleinere agglomeraties zoals het Kortrijkse, de streek van Dendermonde, het randstadje Menen en de Waalse provincies vormden het klankbord van de politieke machtsstrijd, ingrijpende ekonomische veranderingen, sociale wantoestanden en nieuwe godsdienstige ideeën. Welke opvattingen ontstonden er? Met welke weerslag op het dagelijkse leven van de ' anders-', dus' verkeerddenkende'? Was de anabaptist wel zo sterk overtuigd? Hoe reageerde de overheid? Met welk resultaat? Was de beeldenstorm een ‘storm’ van godsdienstig fanatisme, een louter afreageren van ‘geweldsdrang’ of een sociaalekonomisch protest? Wat met de 'malkontenten'? Kan de detailstudie van een regionaal beperkt gebied ook licht werpen op de algemene zienswijze? Op deze vele (netelige?) vragen probeerde mej. B. De Walsche een antwoord te geven. Op die manier kwam niet alleen de stad maar ook de kasselrij Kortrijk eens aan de beurt in onze reeks Leiegouwvoordrachten.

Vergadering van 20 maart 1971.

Aangezien de jaarlijkse gouwdag van het Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde dit keer binnen onze kasselrij werd gehouden, nl. in Izegem op zaterdag 13 maart, werd de laatste Leiegouwbijeenkomst eerst op 20 maart geprogrammeerd, een geleid bezoek aan de Keramiektentoonstelling in het Stadsmuseum aan de Broelkaai. De afdeling keramiek van het Museum voor Oudheidkunde en Sierkunst te Kortrijk bestond al vóór 1893. Ondanks de wisselvalligheden van twee oorlogen zijn deze voorwerpen bewaard gebleven. Door een positieve aankooppolitiek van het stadsbestuur werden de bestaande kollekties daarenboven - vooral in de jongste jaren - aanzienlijk verrijkt. Zo is men erin geslaagd een van de interessantste keramiekkollekties van het land, waarin ook de verschillende uitingen der voorbije eeuwen vertegenwoordigd zijn, samen te stellen. Kortrijk was trouwens van oudsher een keramiekcentrum.

Vooral door de enorme kollektie-uitbreidingen van de laatste jaren werd de behoefte aan een degelijke kataloog steeds meer aangevoeld. Dit is nu verholpen. De kommissie voor het Kunstpatrimonium deed hiervoor een beroep op konservator ir. A.G. Pauwels en dr. med. E.J. Vanhoonacker - twee specialisten terzake - die deze reuzentaak op een wetenschappelijke wijze tot een goed einde hebben gebracht. Zij waren het ook die de vele leden van De Leiegouw die zaterdagse middag tussen de vele soorten keramiek wegwijs maakten. De kataloog beslaat 250 blz. Hij geeft de beschrijving van 621 voorwerpen, waarvan er meer dan 200 zijn afgebeeld. De aanvullende teksten (buiten de beschrijving van de voorwerpen) en de bibliografische inlichtingen maken van deze kataloog een interessant naslagwerk voor elke keramiekkenner en -verzamelaar. Het boek bevat eveneens een viertalige (Nederlands, Frans, Engels, Duits) lijst van de meest gebruikte vakwoorden.

 

L.D.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Kortrijk


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Luc Decorte


datums

  • 17 oktober 1970

  • 14 november 1970

  • 12 december 1970

  • 16 januari 1971

  • 13 februari 1971

  • 20 maart 1971