| |
Engelse schoollectuur.
Island Days, by Herman Melville. - Nelson and Sons.
Dit is een deeltje uit de serie ‘Books within Books’, die de uitgever aankondigt als: ‘A junior “Teaching of English” series designed to bridge the gap between the Literary Reader and the complete Classic.’ Reeds 39 deeltjes zijn verschenen voor de verbazend lage prijs van 10 d., keurig uitgevoerde boekjes in groen linnen band, ongeveer 130 blz. dik, elk bevattend een op zich zelf volledige episode uit een bekend boek. Het bovengenoemde is uit de roman Typee. Verder zijn er, genomen uit Uncle Tom's Cabin, The Cloister and the Hearth, A Tale of Two Cities, Nicholas Nickleby, Westward, Ho!, enz.
Waar deze werken in hun oorspronkelike lengte onze leerlingen, die in klasse 4 en 5 zoveel boeken moeten lezen voor de vier talen, vaak afschrikken juist door hun omvang, komt het mij heel geschikt voor, door
| |
| |
deze uitgave hen toch met gedeelten van deze romans bekend te kunnen maken. Ook bestaat de kans, dat het verhaal hen zo zeer boeit, dat ze naderhand om het onverkorte werk vragen, om het geheel te kunnen genieten.
Island Days is het verhaal van twee zeelieden, die van een walvisvaarder drossen en enige maanden op een kannibaleneiland doorbrengen in doorlopende angst van te worden opgegeten, totdat ze eindelik weer weten te ontkomen. Het grootste gedeelte van het boek wordt ingenomen door beschrijvingen van het leven en de gewoonten der kannibalen, maar doordat het alle schijn heeft van op waarheid en werkelike waarneming te berusten en niet louter fantasie te zijn, is het toch zeer interessant.
| |
The Prisoner's Treasure, by Alexandre Dumas - zelfde uitgave.
In de serie Books within Books komen ook enkele deeltjes voor van uit het Frans in het Engels vertaalde boeken. Voor Engelse jongens, die geen Frans kennen, zeer geschikt, maar voor onze schooljongens toch, dunkt me, minder. Wie van hen kennis wil maken met Le Comte de Monte-Cristo, waarvan het bovenstaande een episode behelst, moet het boek maar liever in het oorspronkelike lezen. Toch spijt het me, het niet te kunnen aanbevelen, omdat het zoon boeiend verhaal is, goed vertaald door F.J. Tickner, B.A. en vooral ook goed bewerkt, zodat het in deze verkorte vorm nog wel zo leesbaar is, als de oorspronkelike tekst, die hier en daar niet van breedsprakigheid is vrij te pleiten. Mogelik ware het werkje als leesstof voor klassikale behandeling te gebruiken in een middelklasse.
Ik vergat nog te vermelden dat de serie in drie deeltjes verkorte bewerkingen geeft van telkens drie toneelstukken van Shakespeare, die in Engelse vakbladen een goede kritiek hebben ontvangen.
| |
The Story of My Life, by Helen Keller. Hodder and Stoughton.
Een boek, dat maar een hoogst enkele leerling zal boeien, deze autobiographie van een Amerikaans meisje, dat in haar twede jaar blind en doof werd en toch, dank zij een geniale goevernante en taaie volharding, er in slaagde te leren lezen en schrijven en spreken, naar een gewone school ging met normale kinderen, eindelik naar Radcliffe College. Mijzelf begon het boek pas ongeveer op blz. 75 enigszins te interesseren, maar met meer belangstelling heb ik enige van de zeer vele brieven gelezen, die een twede gedeelte van deze uitgave vormen, omdat ze een duidelik beeld geven van de vorderingen van het meisje. En nog belangwekkender vond ik het derde deel, dat bestaat uit brieven door de goevernante geschreven, aan derden, over haar leerlinge; en waarin men verscheidene gezonde principes vindt voor 't taalonderwijs.
Maar of dit alles onze leerlingen interesseren zal? De meesten lezen om een boeiend verhaal te genieten. Wanneer ze van dit boek een blz. of 20 gelezen hebben en gemerkt, dat daarin los van elkaar allerlei voorvallen beschreven worden, zoals ze in ieder kinderleven voorkomen - doch die hier toch wel belangrijk zijn, doordat ze een blind en doofstom meisje overkomen - dan zullen de meesten het wel betietelen met het woord ‘flauw’ en terzijde leggen.
Ongeschikt voor de bibliotheek vind ik het daarom nog niet, maar het zal geen boek zijn, waar telkens weer naar gevraagd wordt.
| |
| |
| |
Junior One. Act Plays of To-day, II. Harrap & Co. - prijs niet vermeld.
Eén uit een serie van 22 deeltjes, genaamd Junior Modern English Series. Geen van allen bevatten ze een enkel verhaal, maar het zijn losse verhalen van verschillende schrijvers over hetzelfde onderwerp, of wel stukken van verschillende werken van dezelfde auteur. Ik vind al dergelijke boeken meer geschikt voor klasselektuur, dan als bibliotheekboek. Men kan daar anders over denken, maar naar mijn ondervinding lezen H.B.S.-leerlingen steeds, denkende aan het mondeling eindeksamen, en dan valt het ze gemakkeliker een boek te bespreken met één enkele intrige, dan een bundel losse schetsen; en dit nog weer beter dan een boek bevattende enige gedeelten van grotere verhalen. Waar het eindeksamen Gymnasium een dergelijke eis niet stelt, zijn zulke boeken daar voor de bibliotheek wel te gebruiken.
Het bovengenoemde boekje, dat 10 éénakters bevat o.a. van Jacobs, Ian Hay en Temple Thurston, is bestemd om gelezen en gespeeld te worden door Engelse jongens van 12 tot 16 jaar. De stukken zijn over geheel verschillende onderwerpen, maar allen wat romanties getint met ietwat aangedikte typering. Er is een zeeroversstuk, één waar het buitenleven wordt verheerlikt tegenover het stadsleven, een sprookjesachtig stuk over een koningsfamilie in de trant van Thackeray's The Rose and the Ring, een detektieve stuk, één met een ontsnapte en haast weer geknipte gevangene, en zo meer. Allen stukken, die jongens van die leeftijd ongetwijfeld wel boeien zullen.
F. OSSENDORP.
| |
Short Stories Series:
Modern English Authors. (Weidmannsche Buchhandlung - Berlin. - Jedes Bändchen: 90 Pfennig.)
Volume 1:
|
Galsworthy: In the Smart Set. |
John Glyder: Mr. Ballantyne Balances it up. |
Stacy Aumonier: A Man of Letters. |
Alleen al het eerste verhaal maakt dit deeltje het aanschaffen waard. Voorzoover mij bekend komt dit teere, diep-ernstige schetsje uit ‘On Forsyte' Change’ in geen onzer eigen schooluitgaven voor.
De twee andere verhalen, beide humoristisch, zullen vermoedelijk eveneens in den smaak vallen. Een aanwinst voor de bibliotheek - dankbare leesstof voor de hoogste klas.
Volume 2:
|
Stacy Aumonier: The Landlord of ‘The Love-a-Duck’. |
Minder geslaagd. De intrigue rond de bedreigde glorie van een dorpsgrootheid is vrij zwak. Hoewel den lezer de ontknooping gegund wordt - niet den betrokkenen in het verhaal - voelen we ons geen ingewijden; 't geheel blijft een ‘fluke’.
Volume 5:
|
| Stacy Aumonier: |
1. | The Dark Corridor. |
2. | The Spoil-Sport. |
| |
| |
In: The Dark Corridor zien we Aumonier op z'n best. Calverley, de man uit gegoeden stand, heeft vijf jaar gezeten. Zijn eenigst verlangen gaat na deze jaren nog uit naar zijn zoon. De verdere gang van het verhaal houdt de aandacht geboeid, zoowel door de spanning, die Aumonier door zijn verhaaltrant wekt als door de inhoud.
The Spoil-Sport is onbelangrijk - m.i. ook niet de meest geschikte klasse-lectuur.
Wel aanbevolen voor de bibliotheek.
Volume 8:
|
| Stacy Aumonier: |
1. | Armistice Day. |
2. | Evening Dress. |
Pittige, niet onverdienstelijke detective stories. Het gegevene van ‘Evening Dress’ vooral is een aardige vondst. Twee heeren in rok, geïrriteerd door de hypermoderne klanken van het eerste nummer, waarmee de matinee inzet, knijpen er even tusschen uit - beleven de meest zonderlinge avonturen - en keeren juist terug voor het slot: een fuga van Bach, die de betrokkenen en hun respectievelijke hen-met-vragen-bestormende echtgenooten, onder zijn machtigen ban besluit.
Zeer geschikt voor de bibliotheek.
De uitvoering van deze deeltjes is zeer goed verzorgd, (o.a. harde kartonnen kaft). Elk deeltje opent met een korte inleiding over den schrijver. Achterin worden enkele slang-uitdrukkingen, onbekende afkortingen, en namen kort en duidelijk toegelicht.
N. SCHOKKING.
| |
Splendid Stories for Girls. (Nelson & Sons Ltd. 2/net. 95 pp.).
Dit boek met verhalen voor jonge meisjes, eén van een groep van zeven voor jongens en meisjes, genaamd ‘The Romance Series’, gedrukt op dik karton met groote letters, met nogal kinderlijk gekleurde plaatjes hier en daar, en met zwarte teekeningen tusschen de tekst, doet eerst wat prullig en wat kinderachtig aan voor onze scholen. Vooral de eerste verhalen van de zes zijn beneden peil. Verderop wordt 't wat beter en boeiender; maar het avonturen-recept, van dappere heldinne-meisjes, die een geheim komplot ontdekt hebbend, na een ontvoering of opsluiting weten te ontkomen en op 't uiterste nippertje de face winnen van de misdadigers, en zóó de misdaad weten te voorkomen, keert met eenige variatie wel wat te vaak terug. Dat is ook het geval met de kostschool-spookgeschiedenissen waarbij eerzuchtige of heerschzuchtige leerlingetjes het tegen edele padvindster-collegas die haar ontmaskeren afleggen, en bekeerd worden tot even edele padvindsters. De moraal aan 't slot van de jachtgeschiedenis is een zeer onbeholpen en mislukte poging om 't walgelijke voorafgaande goed te praten. Er komt heel wat schoolmeisjesslang in voor; het hangt van 't woordenboek af, of dit moeilijkheden zal opleveren. (Sommige dingen zijn bij Prick van Wely, andere bij Ten Bruggencate-Broers te vinden. Evenwel laat Broers-Smit ons op dit terrein meestal in de steek.) De prijs is niet hoog, maar over 't geheel, dunkt mij, kan men z'n tijd en geld beter aan een beter boek besteden. Bijvoorbeeld aan 't goedkoopere:
| |
| |
| |
Jan at Island School, by Ethel Talbot. (Nelson & Sons. Ltd., 280 pp. 1/6 net.)
met veel aardige zwarte teekeningen in de tekst, en éen van zeventien boeken voor meisjes, naast negentien voor jongens, die samen ‘The Triumph Series’ vormen. Als de zes nummers van de zeventien, die van de zelfde schrijfster in deze serie voorkomen, alle zoo boeiend zijn, hebben we voorloopig al keuze genoeg. Dit verhaal is vol spanning tot het eind, vol geheims en geheimzinnigs, vol gevaren en avonturen vooral. En dat, zònder de onaangename bijsmaak van het griezelige, waarvan je de haren te berge rijzen, maar mét wat romantiek en ethiek niet te dik erop gelegd. Daarbij gaat het niet over een ver verleden, maar over de moderne werkelijkheid van 't meisje-zeegilde, over watersport-verkensters, of hoe men hier in Holland de girl-seaguides moge noemen, zoo ze er zijn, en is dan ook opgedragen aan de ‘Sea Guide Crew of the Audacious, North-Berwick’, in Schotland. Hier vinden we nu eens dat gezonde genot, waarnaar wij oudjes in onze jeugd, mèt het kampeeren, slechts konden snakken, dat we slechts met onze fantazie konden benaderen, omdat de mogelijkheden voor meisjes toen veel beperkter waren. Dit boek is gehouden in die sfeer van moderne gelukkige vrijheid, waarvan de heerlijkheid voor de in alle tijden ongekunstelde, idealistische jeugd tegenwoordig wel is weggelegd.
En de taal? Nu ja, ‘ijjut’, en ‘abart this time’, daarvoor helpt geen woordenboek, maar de vele gezellige school-slang uitdrukkingen der Engelsche meisjes, die zijn allemaal bij ten Bruggencate-Broers en bij Prick van Wely te vinden. Aanbevelenswaardig voor de schoolbibliotheek.
Rotterdam, Aug. 1933.
C.R. MEIBERGEN.
| |
Love in Apron Strings, by Elizabeth Hoy 5/-net. Hodder & Stoughton. 258 pag. geb. ex.
De hoofdpersoon in dit boek, Molly Merryweather, is een jong meisje, dat, sinds haar vierde jaar ouderloos, liefderijk opgenomen is in het huis van een oude tante, die in een klein dorpje in Yorkshire woont. Tusschen deze twee ontstaat een groote innigheid.
Als 't meisje volwassen is, is 't kapitaal van haar tante dusdanig geslonken, dat 't kind haar eigen brood moet verdienen. Ze wordt leerlingverpleegster in een groot Londensch hospitaal. Het grootste deel van het boek bestaat uit de brieven, die Molly aan haar tante schrijft en waarin we alles over het leven en werken in het groote hospitaal te hooren krijgen. Het boek eindigt met twee huwelijken, een ‘very happy ending’ dus. Molly trouwt natuurlijk met een dokter, en zelfs de zestigjarige tante Martha krijgt nog een vroeger jeugdvriend tot echtgenoot.
Het boekje is zeer sentimenteel, maar vlot en fleurig geschreven. Molly is een meisje met zin voor humor en met veel hart voor haar werk en haar patiënten, zoodat we van 't hospitaalleven de vroolijke zoowel als de droevige kant te zien krijgen. Het verhaal speelt in dezen tijd, er komen zelfs stalen meubelen in voor en Greta Garbo.
Ik ben er zeker van, dat meisjes tusschen de vijftien en achtien dit boek met graagte zullen lezen en kan 't dus voor meisjesleerlingen beslist aanbevelen.
L. SNITSLAAR.
|
|