Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kanttekeningen: margeletters, verwijzingen en glossen

Op de titelpagina wordt de lezer attent gemaakt op de “schoone verclaringen op dye canten, dye op dander noyt geweest en sijn”. In de Liesveltbijbel komen drie typen marginalia voor: margeletters, losse verwijzingen naar bijbelplaatsen en glossen, die gebruik maken van letters als verwijstekens.

Margeletters

Jacob van Liesvelt heeft, bij het toenmaals nog ontbreken van een versnummering, een andere destijds gangbare methode gebruikt voor het aangeven van de tekstgedeelten. Daartoe is ieder hoofdstuk in stukken verdeeld met behulp van in de marge geplaatste hoofdletters A, B, C, etc. Deze margeletters zijn in de editie als volgt verwerkt:

* als de margeletter naast het begin van een nieuwe alinea staat (wat heel vaak voorkomt), is deze aan het begin van de eerste zin van de alinea geplaatst;
* wanneer de margeletter ergens halverwege of niet precies aan het begin van een alinea staat, dan is deze geplaatst in de regel waarnaast de margeletter staat, direct na het eerste leesteken in die regel (als er een leesteken in die regel ontbreekt, na het dichtstbijzijnde leesteken in de regel eronder of erboven);
* de margeletter A is altijd aan het begin van het hoofdstuk geplaatst als deze (ook gedeeltelijk) naast de initiaal staat waarmee het hoofdstuk wordt ingeluid. Alleen als de A duidelijk onder de initiaal staat, is deze margeletter in de regel direct ernaast geplaatst;
* foutieve margeletters zijn niet verbeterd, ontbrekende margeletters niet aangevuld.

Verwijzingen naar bijbelplaatsen

Verwijzingen naar bijbelplaatsen die in de marge zijn afgedrukt, zien er als volgt uit:

Matth. xiiij d
ij Petri iiij.c

De Latijnse titel van het bijbelboek wordt veelal in afgekorte vorm genoemd (een Lijst van afkortingen is hieronder in de verantwoording opgenomen). Daarna volgt in Romeinse cijfers het nummer van het hoofdstuk, gevolgd door de margeletter van het gedeelte waar de betreffende verwijzing of locus parallellus te vinden is. ij Petri iiij.c betekent aldus: het derde stuk van hoofdstuk 4 van de tweede zendbrief van Petrus. De interpunctie en het hoofdlettergebruik van de bijbelplaatsen kunnen variëren en zijn door ons conform het origineel overgenomen, waarbij alleen het spatiegebruik licht is genormaliseerd (zie hierboven: Spaties en punten).

De meeste verwijzingen naar bijbelplaatsen staan los in de marge naast de bijbehorende verzen. We hebben ze verwerkt in de bijbeltekst zelf door ze te plaatsen na het eerste leesteken (van links gerekend) op de regel waarnaast de verwijzing staat. Deze manier van plaatsen is formeel, niet inhoudelijk-interpretatief van aard. Soms kan het voorkomen dat een verwijzing niet exact naast het bijbehorende woord of vers staat. Door de formele plaatsing wordt ervoor gezorgd dat de kanttekeningen in de editie zijn opgenomen bij de regel waarnaast ze in de druk ook werkelijk staan.

Glossen met letters als verwijssymbolen

Niet alle kanttekeningen staan los naast de bijbehorende tekst gedrukt. Sommige woorden zijn voorzien van letters in een kleiner korps die in de marge aan het begin van de kanttekening worden herhaald. Soms gaat het om korte verwijzingen, maar veelal zijn deze letternoten langer en wordt er commentaar of een toelichting verstrekt. Deze noten zijn door ons met de verwijsletters in de editie opgenomen.

Bij meerdere noten staan de verwijsletters in de volgorde van het alfabet. Vaak wordt in een nieuwe kolom opnieuw begonnen met de letter a, zodat binnen een hoofdstuk meer dan eens dezelfde nootletter wordt gebruikt (vgl. bv. Genesis 3:1 en 3:8).

Een enkele keer wordt er bij een glosse geen gebruik gemaakt van een verwijsletter. In deze gevallen is de glosse door ons geplaatst in de regel waarnaast deze begint. Soms ontbreekt in de druk de verwijsletter in de bijbeltekst of wijkt de verwijsletter in de bijbeltekst van de nootletter in de marge af. De plaatsing van de noot dan wel het aanpassen van de nootletter wordt dan verantwoord in de bijlage Editorische ingrepen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken