Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

God onderwijst Moses voorder, ende seyndt hem totten volcke. Hier worden die gheslachten gheteldt

Dat .vi. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde God sprack met Mose, seggende, ic ben die HERE die Abraham openbaerde, Isaac, ende Iacob, tot eenen almachtigen God. Maer mijnen naem HERE, en heb ic hen niet condich gemaect,

2

Ic heb een verbont met hen gemaect, als dat ic hen geuen sal dat lant Canaan, dat lant haerder beuaert, daer si vreemdelingen in geweest zijn.

3

Ic heb ooc gehoort dat suchten der kinderen van Israel, die welcke die Egiptenaren met arbeit beswaren. Ende ic heb gedachtich geweest mijns verbonts

4

Daerom segt den kinderen van Israhel, ic ben die HERE, ende ic sal v wtleyden van uwen lasten in Egypten, ende ic sal v verlossen van uwen arbeyde. Ende ic sal v verlossen door eenen wtgerecten arm, ende in grooten Ga naar margenoota vonnisse,

5

Ende ic wil v aennemen tot een volc, ende ic wil v God zijn, dat ghi lieden weten moecht, dat ic die HEERE ben

6

v God, die v wtgeleyt heeft vanden last van Egipten ende int lant gebracht, daer ic mijn hant ouer geheuen hebbe, op dat ict Abraham, Isaac ende Iacob gheue, dat wil ic v gheuen te besitten, Ic die HERE.

7

Mose seyde sulcx den kinderen van Israel, mer si en hoorden hem niet, ouermits den druc haers gheests, ende den harden arbeyt

8

Ga naar margenoot+Doen sprac die HERE met Mose, segghende

9

Gaet tot Pharao den Coninc van Egipten, dat hi die kinderen van Israel wt sinen lande late.

10

Mose sprack voor den HERE, seggende. Siet die kinderen van Israel en hooren mi niet, hoe soude Pharao mi dan hooren? Ic ben ooc onbesneden van lippen.

11

Also sprac die HERE met Mose ende Aaron, ende dede hen een beuel aenden kinderen van Israel, ende Pharao den Coninc van Egipten, op dat si die kinderen van Israel wt Egypten leyden souden

12

Dit sijn die hoofden des huys haerder vaderen. Die kinder Ruben des eersten geboren soone Israel sijn dese, Hanoch, Pallu, Hezeron, Carmi, dat sijn die geslachten van Ruben.

13

Die kinderen van Simeon sijn dese, Iemuel, Iamin, Ohad, Iachin, Zohor, ende Saul die sone des Cananeetschen wijfs, dat sijn Symeons gheslachten.

14

Dit sijn die namen der kinderen Leui, na hare geslachten Gerson, Kahath, Merari, mer Leui wert hondert ende .xxxvij. iaer oudt.

15

Ga naar margenoot+Gersons kinderen zijn dese, Libni ende Semei, in haren geslachten.

16

Kahaths kinderen sijn dese. Amram, Iezear Hebron ende Vsiel, ende Kahath wert .C. ende .xxxiij. iaer out.

17

Merari kinderen sijn dese Maheli, ende Musi, dat sijn die gheslachten Leui na hare maechschappen

18

Ende Amram nam sijn ooms dochter Iochebed ten wijue, ende si baerde hem Aaron ende Mose. Amram wert .C. ende .xxxvij. iaer out.

19

Iezears kinderen zijn dese Korah, Nepheg, ende Sichri.

20

Die kinderen van Vsiel sijn dese, Misael, Elzaphan, Sithri

21

Aaron nam ten wijue Eliseba die dochter AmmiNadab, Nahassons suster, Ende die baerde hem Nadab, Abihu, Eleazar, Ithamar.

22

Die kinderen Kora sijn dese, Assir, Elkana, Albiassah, dat sijn die gheslachten der Koriten.

23

Ende Eleazar Aarons sone, dye nam vanden dochteren Putiel een wijf, dye baerde hem Pinehas. Ga naar margenoot+ Dat sijn die hoofden onder die vaderen der Leuiten gheslachten

24

Dit is die Aaron, ende die Mose daer die HERE toe sprac seggende. Leyt die kinderen van Israel wt Egypten lant, met haren heyren.

25

Si sijn ooc die gene die metten coninck Pharao in Egypten spraken, dat si die kinderen van Israhel wt Egypten souden leyden, te weten Mose ende Aaron.

26

Ende in dien dage sprack die HERE met Moses in Egypten lant, ende seyde Ic ben die HERE, spreect metten coninc Pharao in Egypten, al dat ic v seggen sal,

27

ende Mose antwoorde voor den HERE. Siet, ic ben onbesneden van lippen, hoe sal mi Pharao dan hooren?

margenoot+
A vers 1

margenoota
Ioden vonnisse dat is wonderlijcken teekenen ende crachten Gods psalmus xxxv

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 15

margenoot+
D vers 23


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken