Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat Simson den Philisteen schade dede metten vosschen Ende hi verslaet duysent mannen met eenen ezels kinnebacken

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HEt geuiel na sommige dagen omtrent den tarwen oost, dat Simpson sijn wijf besocht met eenen geyten bocxken, ende als hi gedacht ic wil tot mijnen wijue gaen in die camer, so en wilder hem haer vader niet inne laten,

2

ende sprac. Ic meynde dat ghi op haer gram haddet gheweest, ende hebse dijnen vrient gegeuen. Maer si heeft een ionghere sustere, die is fijnder dan si, die laet dijn sijn voor dese.

3

Doen sprac Simson tot hen, Ic heb eens een rechte sake tegen die Philisteen, ic wil v leet doen.

4

Ende Simson ginc henen, ende vinc drie hondert vossen, ende nam branden ende bant den eenen steert aenden anderen, Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+ ende dede eenen brant tusschen twee steerten

5

ende stacse aen met vier ende lietse onder dat coren der Philisteen, ende stact also aen, die bi een gedragen mandelen, metten staenden coren ende wijnbergen, ende olijfboomen

6

Doen seyden dye Philisteen, wye heeft dat gedaen? Men seyde, Simson der dochter man des Thinniters om dat hi hem sijn wijf ghenomen heeft, ende sinen vrient gegeuen. Doen trocken die Philisteen op ende verbrandese met haren vader met vier.

7

Simson sprac tot hen. Ick laet v dat doen, mer ic wil mi aen v seluen wreken ende dan ophouden,

8

Ende sloechse herdelick beyde aen schouderen ende lendenen, ende troc af ende woonde in dat steenhol tot Ethan

9

Doen trocken die Philisteen op ende belegerden Iuda, ende lieten hen neder tot Lehi, Ga naar margenoot+

10

Mer die van Iuda spraken, waerom sijt ghy tegen ons op getrocken. Si antwoorden, Wy sijn op ghecomen om Simson te binden, dat wi hem souden doen, so hi ons ghedaen heeft.

11

Doen trocken drye duysent mannen van Iuda af in dat steenhol tot Etan, Ga naar margenoot+ ende spraken tot Simson En weet ghi niet dat die Philisteen ouer ons heerscappie hebben, waerom hebdy dat dan aen ons ghedaen? Hi sprac tot hen, So si mi ghedaen hebben, so heb ic hen weder gedaen

12

Ga naar margenoot+Si spraken tot hem. Wi sijn afgecomen om v te binden, ende inder Philisteen handen te gheuen. Simson

[pagina *]
[p. *]

sprac tot hen, So sweret mi, dat ghi mi niet weren en wilt.

13

Si antwoorden hem, Wi en willen v nyedt weren, maer wi en willen v niedt dan binden, ende in haren handen gheuen, ende wi en willen v niedt dooden. Ga naar margenoot+ Ende si bonden hem met twee nyeu stricken, ende leyden hem op vanden steen.

14

Ende doen hi quam tot Lehi, so iuychten die Philisteen tot hem toe. Maer die gheest des HEREN wert veerdich oft spoedich ouer hem, ende die stricken aen sinen arme werden als draden, diet vier versenget heeft, also dat die banden aen sinen handen versmolten.

15

Ende hi vant een vuyle ezels kinnebac, doen stack hi sijn hant wt, ende nam dat, ende sloech daer duysent mannen mede. Ga naar margenoot+

16

Ende Simson sprack, Met eens ouden ezels kinnebacken, Ga naar margenoot+ heb ic dusent mannen gheslagen.

17

Ende doen hi dat wt gesproken hadde, so werp hi die kinnebacken wt sijnder hant, ende hiet die stadt Ramathlehi.

18

Als hem seer dorstede, so riep hy den HERE aen ende sprack. Ghi hebt sulcke groote salicheyt gegeuen door die hant dijns knechts, maer nv moet ic van dorste steruen, ende inder onbesnedenen handen vallen.

19

Doen cliefde God eenen kinnebacs tant, in den kinnebacken, also datter water wt ginc, ende als hi dranc, so quam sinen geest weder ende wert leuende. Daerom hiet hi noch heden te dage der kinnebacfonteyne des aenroepers,

20

ende hi oordeelde Israel inder tijt der Philisteen twintich iaer.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4
margenoot+
Ascanius Eeneas soon stichtede dye stadt Alba, daer af coemt dat rijck van Albanien in Italien

margenoot+
Die stat van Beneuenten wert gesticht.

margenoot+
Napels wert gesticht.

margenoot+
C vers 12

margenoot+
Cumena in campanien wert gesticht.

margenoot+
Galaten wert gesticht

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken