Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dauid ende Ionathas worden eedtgesellen, Dauid doet wijselick in alle des conincx saken, Ende hi wort vanden volcke bemint, Saul gaf hem wt schalcheyt sijn dochter, om dat hem die Philisteen verslaen souden.

Dat .xviij. Capittel

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+ENde doen hi hadde wtgesproken met Saul, so verbant haer die siele Ionathan met der sielen Dauid, ende Ionathan creech hem lief, gelijc sijn eyghen siele,

2

Ende Saul nam hem in dien dage, ende en liet hem niedt tot sijns vaders huys gaen,

3

ende Ionathan ende Dauid maecten een verbont met malcanderen, Want hi hadde hem lief als sijn eygen siele.

4

Ende Ionathan trock wt sinen rock, die hi aen hadde, ende ghaf dien Dauid, Daer toe sinen mantel, sijn sweert, sinen boghe, ende sinen gordel.

5

Ende Dauid ginc wt daer hem Saul seynde, ende hielt hem cloeckelijc Ende Saul stelde hem ouer de crijchlieden, ende hi beuiel wel alle den volcke, ooc den knechten Saul.

6

Maer het geuiel, doen hi weder gecomen was van die Philisteus slach, dat die vrouwen wt allen steden Israel waren gegaen, Ga naar margenoot+ met sanc ende reyen, den Coninc Saul te gemoete met tamboerien, ende met vruechden, ende met velen,

7

Ende die vrouwen songhen tegen malcanderen, ende speelden ende spraken, Saul heefter duysent geslagen, mer Dauid thien duysent

8

Doen balch hem Saul seer, ende dat woort beuiel hem qualic ende sprack, Si hebben Dauiden thien duysent gegeuen, ende mi duysent, wat sal hi meer hebben dan dat conincrijcke?

9

Ende Saul sach Dauid scheluwe aen van dien dage, ende ooc voort aen.

10

Des anderen daechs wert die boose geest Gods veerdich ouer Saul, ende propheteerde midden in sinen huyse, Ga naar margenoot+ Dauid speelde opten snaren met sijnder hant so hi dagelicx plach, Ende Saul hadde een spiesse in sijn hant,

11

ende schoot hem ende dacht, Ick wil Dauiden aen den want spitten,

12

Mer Dauid keerde hem tweemael van hem, ende Saul vreesde hem voor Dauiden, want dye HERE was met hem, ende was van Saul gheweken,

13

doen dede hem Saul van hem, ende hi stelde hem tot eenen vorste ouer duysent mannen, ende hi ginc wt ende in voor dat volc,

14

ende Dauid hielt hem cloeckelijc in al sinen doen, ende die HERE was met hem.

15

Doen nv Saul sach, dat hi so seer cloec was, so schouwede hi hem,

16

mer alle Israel ende Iuda hadde Dauid lief, Ga naar margenoot+ want hi troc wt ende in voor hen henen,

17

Ende Saul sprac tot Dauid, Siet mijn grootste dochter Merob wil ick v tot eenen wijue gheuen, Sijt slechts gherade oft gherasch ende voert des HEEREN oorloghe, Want Saul dacht, Mijn hant en sal niet aen hem sijn, maer die hant der Philisteen

18

Dauid antwoorde Saul, Wie ben ic, ende wat is mijn leuen, ende tgeslachte mijns vaders in Israel, dat ick des conincx swager werden soude.

19

Ga naar margenoot+Mer doen den tijt quam dat Merob die dochter Saul, soude Dauiden gegeuen werden, so werdt si Adriel den Meholathite tot eenen wiue gegeuen,

20

Mer Michal Sauls dochter hadde den Dauid lief, doen dat Saul te kennen gegeuen wert so sprac hi,

21

dat is recht Ic wilse hem geuen dat si hem tot eenen stric ende val brenge, ende dat der Philisteen handen ouer hem comen,

22

Ende sprac tot Dauid, Ghi sult heden ten anderen male mijn swager werden, Ende Saul geboot sinen knechten spreect met Dauid heymelic, ende segt, Siet dye Coninc heeft lust tot v, ende alle sijn knechten beminnen v, dus sijt nv des Conincx swager.

Ga naar margenoot+ Ende die knechten Saul spraken sulcke woorden voor die ooren Dauid,

23

Maer Dauid sprac, dunct v dat een cleyn dinc sijn, des coninx swager te sijn? ic ben een arm snode man.

24

Ende die knechten Saul seydent hem weder, ende seyden, Sulcke woorden heeft

[pagina *]
[p. *]

Dauid gesproken.

25

Saul seyde, dus segt tot Dauid, Die coninck en begheert geen morghen gaue, dan hondert ouerslofkens van die Philisteen, datmen hem wreke aen des conincx vyanden, Want Saul leyde daer op toe. Dauid te dooden door der Philisteen hant.

26

Doen bootschapten sine knechten Dauiden sulcke woorden, ende die sake docht Dauid goet sijn, dat hi des conincx swager werden soude.

27

Ga naar margenoot+Ende den tijt en was noch niet wt, doen maecte hem Dauid op, ende reysde wech met sinen mannen, ende sloegen onder die Philisteen twee hondert mannen, ende Dauid bracht haer vooruellekens oft ouerslofkens, ende vernoechde daer mede den coninc vant getal, dat hi des Conincx swagher soude werden. Doen gaf hem Saul sine dochtere Michal tot eeneu wijue,

28

Ende Saul sach dat, ende mercte dat dye HERE met Dauid was, ende Michal Sauls dochter had hem lief,

29

doen vreesde Saul noch meer voor Dauid, ende werdt sijn vyant sijn leefdage lanc.

30

Ende doen die vorsten der Philisteen wt trocken, so dede Dauid cloeckelijcker dan alle die knechten Sauls, als si wt trocken, also dat sinen naem hooch geacht wert.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 16

margenoot+
E vers 19

margenoot+
F vers 22

margenoot+
G vers 27


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken