Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dauid vliet tot Achis den Coninck tot Gath die gheeft hem Siklag inne

Dat .xxvij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DAuid dachte in sijnder herten. Ick sal der dagen een Saul in die handen vallen, Het is mi beter dat ic ontuluchte inder Philisteen lant, dat Saul ophoude van mi voorder te soecken in allen palen in Israel so sal ic sinen handen ontgaen,

2

ende hi maecte hem op, ende ginc ouer metten ses hondert mannen die bi hem waren, tot Achis den soon Maoch Coninc tot Gath,

3

Alsoo bleef Dauid bi Achis tot Gath, met sinen mannen elc met sinen huyse, Dauid ooc met sinen twee huysurouwen Ahinoam die Iesraelitin ende Aigail Nabals wijf die Carmelitinne,

4

Ende doen

[pagina *]
[p. *]

Saul gebootschapt wert dat Dauid tot Gath gheulucht ware, so en sochte hi hem niet meer.

5

Ende Dauid sprac tot Achis, Heb ick ghenade in uwen oogen geuonden, Ga naar margenoot+ soo laet mi een ruymte gheuen in een vanden steden inden lande dat ick daer inne woone, Wat soude dijn knecht, in die coninclijcke stadt bi v woonen.

6

Doen gaf hem Achis in dyen dage Ziklag, daer af is Ziklag der coninghen Iuda tot desen dage toe,

7

Ga naar margenoot+Die tijt die Dauid inder Philisteen lant woonde, is vier maenden lanc

8

Dauid trock op met sinen mannen, ende viel int landt der Gessuriten ende Girsiten, ende Amalekiten, want dese waren die inwoonders van oudts af van desen lande, alsmen coemt tot Sur tot aenden lande van Egipten,

9

Mer doen Dauid dat lant sloech, so en liet hi man, noch wijf leuen, Ende nam schapen, runderen ezels, kemelen, ende cleederen, ende keerde weder, ende quam tot Achis.

10

Als dan Achis seyde, En sidi heden niet ingeuallen, so sprac Dauid teghen tzuyden Iuda, ende tegen den suyden der Ierahmeliten, ende tegen tsuyden der Keniten.

11

Ga naar margenoot+Maer Dauid en liet man noch wijf leuende tot Gath comen, ende dacht, Si mochten tegen ons spreken ende clappen, Also dede Dauid, ende dat was sijn wijse also langhe als hi inder Philisteen lant woonde,

12

Daerom geloofde Achis Dauid ende dacht, Hi heeft hem stinckende gemaect voor sijn volc Israel, daerom sal hi altoos mijne knecht sijn

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 7

margenoot+
D vers 11


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken