Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Atalia doet den conincklijcken stamme dooden, wtghenomen Ioas, die wordt verborgen, ende heymelijck opgheuoet. Ende wert van Ioiada den priester tot eenen coninc ghemaect.

Dat .xi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+AThalia Ahasia moeder, doen si sach dat haer soon doot was, stondt si op, ende vernielde alle dat coninclike saet,

2

mer Ioseba, die dochter des conincx Ioram, Ahasia suster nam Ioas den soon Ahasia, ende stal hem wt des conincx kinderen die gedoot worden met sijnder voeysteren in die slaepcamer, ende si verberch hem voor Athalia, dat hi niet ghedoot en wert.

3

Ende hi was inden huyse des HEREN ses iaer met haer versteken. Athalia was coninginne inden lande

4

Mer int seuenste iaer seynde Ioiada, ende nam die ouersten ouer hondert metten hooftlieden ende den artsiers, ende lietse tot hem int huys des HEREN comen ende maecte een verbont met hen, ende nam eenen eedt van hen inden huyse des HEREN, ende thoonde hen des conincx soon,

5

ende geboot hen, ende sprac. Dit is dat ghi doen sult. Dat derdendeel van v, ghi die des Sabbots aengaet, sult des Tabernakels waernemen inden huise des conincx. Ende een derdendeel sal sijn aen die poorte Sur,

6

ende een derdendeel aen die poorte die achter die artsiers is, ende sult des Tabernakels waernemen aen dat huis Massa

7

Mer twee deelen van v allen, ghi die des Sabboths af gaet, sult des tabernakels waernemen, inden huyse des HEREN om den Coninc, Ga naar margenoot+ ende sult v rontomme den Coninc maken,

8

ende elck met sinen geweere in die hant, ende wie hier mede tusschen dye wanden comet, die sterue, dat ghi bi den coninc sijt, als hi wt ende in gaet

9

Ende die ouersten ouer hondert, deden allet als hen Ioiada die priester geboden hadde, ende namen tot hen hare mannen, die des Sabboths aengingen met dyen die des sabboth af gingen ende quamen totten priestere Ioiada,

10

Ende die priester ghaf den hooftlieden spiesen ende schilden die des Conincx Dauids geweest waren, ende inden huyse des HEREN waren,

11

ende die artsiers stonden al om den Coninck, elck met sinen geweere in die hant vanden hoecke des huyster rechterhant, totten hoecke der slinckerhant toe, totten outaer toe, ende totten huyse.

12

Ende hi liet des conincx soon voort comen ende sette hem een croone op, ende nam dat getuygenis ende maecte hem tot eenen coninc, ende si waren vrolic, ende sloegen die handen te samen, ende spraken, Gheluc totten Coninck.

13

Ga naar margenoot+Ende doen Athalia dat gheroep des volcx, dat toe liep hoorde, soo quam si totten volcke in dat huys des HEREN,

14

ende sach, Siet, doe stont die coninc aen dye calomne, so het gewoonlic was, ende die sangers, ende die trompetten biden coninc, ende alle tvolck des lants was vrolijc, ende bliesen met trompetten, Maer Athalia scoorde haer cleederen, ende sprac, Oploopinge Oploopinge

15

Mer die priester Ioiada geboot den ouersten ouer hondert, die ouer dat heyr gestelt waren, ende sprac tot hen Leytse ten huyse wt, inden hof, ende wie haer volcht, die sterue metten swaerde. Want die priester had geseyt, si en soude niet inden huyse des HEREN steruen,

16

Ende si sloegen die hant aen haer, ende si ginc in door den wech, Ga naar margenoot+ daer die paerden totten huyse des Conincx gaen, ende wert aldaer gedoot

17

Doen maecte Ioiada een verbont, tusschen den HERE ende den coninc ende den volc, dat si des HEREN volc sijn souden Also ooc tusscen den coninc, ende den volc

18

Doen ginc allet volc des lants int huys Baal, ende braken sine outaren af, ende braken sijn beelden seer veel Ende si verworchden Mathan den Priestere Baal, voor den outare. Ende dye Priester stelde officiers

[pagina *]
[p. *]

inden huyse des HEREN

19

ende nam die ouersten ouer hondert, ende die hooftlieden, ende die artsiers ende alle dat volc des lants, ende leyden den coninc af vanden huyse des HEREN, ende quamen opten wech vander poorten der artsiers, tot des conincx huise, ende hi stelde hem op der coningen stoel.

20

Ende al dat volc inden lande was vrolijck Ende die stat wert stille Athalia dooden si metten sweerde, in des conincx huys.

21

Ende Ioas was seuen iaer out doen hi Coninc wert.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken