Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vanden Coninghen Ioachas, Ioas Ieroboam, Ende hoe dat een doode weder in Heleseus graf leuendich wert.

Dat .xiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde inden drientwintichsten iare Ioas des soons Ahasia, des conincx Iuda werdt Ioahas, die sone Iehu coninck ouer Israel, tot Samaria, seuenthien iaer

2

ende dede dat den HERE qualijc beuiel, ende wandelde na den sonden Ierobeam des soons Nebat, die Israel dede sondigen, ende en ghinc daer niet af.

3

Ende des HEREN gramscap verbolch ouer Israel ende gafse onder die hant Hasael, des conincx tot Sirien Ende Benhadad des soons Hasael, haer leefdage lanc

4

Mer Ioahas badt des HEEREN aengesicht ende die HERE verhoorden hem, want hy aensach dat iammer Israel, hoese die coninck tot Sirien dreef,

5

Ende die HERE ghaf Israel eenen salichmaker, dyese wt der macht der Siriers leyde, dat die kinderen Israel in haren tenten woonden, als te voren,

6

Nochtans en lieten si niet af vanden sonden des huys Ierobeam, Ga naar margenoot+ dye Israel dede sondigen, Mer si wandelden daer inne. Ooc bleef dat Boschken te Samaria staen,

7

Want van den volc Iohas en was niedt meer ouerbleuen, dan .L. ruyters, thien wagens, ende thien duysent voetuolck Want die coninc tot Sirien hadse vernielt, ende hadde se gemaect, als dorsch stof

8

Wat meer van Iohas te segghen is, ende al wat hi gedaen heeft, ende sine macht, siet, dat is ghescreuen inder Croniken der coningen Israel

9

ende Ioahas ontsliep met sinen vaderen, ende men begroef hem tot Samarien, ende sine soon Ioas wert Coninck in sijn plaetse.

10

Inden seuenendertichsten iaer Ioas des conincx Iuda, wert Ioas, Ga naar margenoot+ die sone Ioahas coninc ouer Israel tot Samaria, Sestien iaer,

11

ende dede dat den HERE qualijc beuiel, ende en liet niet van allen den sonden Ierobeam, des soons Nebat, die Israel dede sondigen mer hi wandelde daer inne

12

Wat meer van Ioas te segghen is, ende wat hy gedaen heeft, ende sijn macht, hoe hi tegen Amasia, den coninc Iuda gestreden heeft, siet, dat is ghescreuen in die Cronike der Coningen Israel,

13

ende Ioas ontsliep met sinen vaderen, ende Ierobeam sadt op sinen stoel, Ioas wert begrauen te Samaria, bi die Coninghen Israel

14

Ende Elisa wert cranck, waer af dat hi sterf, ende Ioas die coninck Israhel quam tot hem neder, ende

[pagina *]
[p. *]

weende voor hem, ende sprac. Mijn vader, mijn vader Voerman Israel, ende sijn ruyter,

15

Elisa sprac tot hem Neemt den boghe ende pijlen, Ende doe hi den boge ende die pijlen nam,

16

so sprack hi totten coninc Israel? Spant den boge met uwer hant, ende hi spanden met sijnder hant Ende Elisa leyde sijn hant op sconincx hant,

17

ende sprack Doet dat venster Oostwaerts open, ende hi dede dat open Ende Elisa sprac, sluytet, ende hi sloot dat. Hi sprac, eenen pile der salicheit vanden HERE, eenen pile der salicheit tegen die Siriers, ende ghi sult die Siriers slaen tot Aphek, Ga naar margenoot+ tot dat si verteert worden.

18

Ende hi sprac. Neemt die pijlen, Ende doen hijse nam, sprac hi totten coninc Israhel, slaet dye aerde. Ende hi sloech driewerf, ende stont stille.

19

Doen wert de man Gods gram op hem, ende sprack Hadt ghi ses oft seuen mael geslagen, so sout ghi die Siriers geslagen hebben, tot dat si alle verteert waren, Mer nv sult ghijse driemael slaen.

20

Als Elisa ghestoruen was, ende men hem begrauen hadde, so vielen die crijschlieden der Moabiten int lant, int selue iaer.

21

Ende het gesciede, dat si eenen man begroeuen maer doen si die crijslieden sagen, worpen si den man in dat graf van Elisa, Ende doen hi daer in quam, ende die gebeenten van Elisa raecte, wert hi leuende, ende tradt op sine voeten.

22

Also dwanc nv Hasael die coninc tot Sirien Israel also lange als Ioahas leefde,

23

mer die HEERE dede hen genade, ende ontfermde haerder, ende keerde hem tot hem, om sijns verbonts wille, met Abraham, Isaac ende Iacob, ende en wildese niet verderuen, ende en werpse van sinen aensicht niet tot deser uren toe

24

Ende Hasael die coninc tot Sirien sterf, ende sijn soone Benhadad wert coninc in zijn plaetse,

25

Ioas keerde wederomme, ende nam die steden wter hant Benhadad des soons Hasael, die hi wter hant sijns vaders Ioahas ghenomen hadde met strijde, Ioas sloech hem driewerf, ende hi bracht die steden Israel weder

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 17


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken