Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dauids relaese totten hooftlieden wordt hier bescreuen, ende totten volcke ende Salomon sinen sone.

Dat .xxix. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde Dauid vergaderde tot Hierusalem alle ouerste Israel, te weten die princen der stammen, die princen der oordinen, die des conincx waer namen. Die princen ouer duysent ende ouer hondert, Die vorsten ouer die goeden ende vee des conincx ende sijnder sonen, metten camerlinghen, die crijschmannen, ende alle redelijcke mannen.

2

Ende Dauid stont op sine voeten ende sprack.

Hoort mi mijne broeders, ende mijn volc, Ic hadde voor mi ghenomen een huys te tymmeren, daer dye Arcke des verbonts des HEREN rusten soude, ende een voetscamel den voete ons Gods, ende hadde mi gescict te timmeren, Ga naar margenoot+

3

Mer God dede mi seggen. Ghy en sult mijnen name gheen huys tymmeren, want ghy zijt een oorlochs man, ende hebt bloet gestort.

4

Nv heeft die HERE, die God Israel mi vercoren, wt mijns vaders geheele huys, dat ic coninck ouer Israel sijn soude eewelic, Ga naar margenoot+ Want hi heeft Iuda vercoren tot eene prinscap, ende inden huyse Iuda mijns vaders, ende onder mijns vaders kinderen, heeft hi behagen aen mi gehadt, dat hi my ouer geheel Israel coninc maecte,

5

ende onder alle mine sonen (want die HERE heeft mi veel sonen gegeuen) heeft hi mijnen sone Salomo vercoren dat hi soude sitten opten stoel des conincrijcx, des HEREN ouer Israel, ende heeft mi gesproken,

6

V sone Salomo sal mijn huys ende hof timmeren, Want ic hebbe hem mi vercoren tot eenen sone, ende wil sijn vader sijn,

7

ende wil sijn conincrijc beuestighen eewelic, ist dat hi volhert na mijn geboden ende rechten te doen, gelijc het heden staet.

8

Nv voor geheel Israel der geheelder ghemeynten des HEREN, Ga naar margenoot+ ende voor den ooren ons Gods, so houdet, ende suect alle die gheboden des HEEREN ws Gods, op dat ghi besidt dat goede lant, ende beerue op uwe kinderen na v eewelick,

9

Ende ghi mijn sone Salomo bekent den God ws vaders, ende dient hem wt gheheelder herten, ende wt lust der sielen, Want die HEERE ondersoect alle herten, ende verstaet dat voortstel alre ghedachten. Ist dat ghi hem soect, soo sult ghi hem vinden, mer verlaet ghi hem, so sal hi v verwerpen eewelick.

10

Dus siet nv toe, Want die HERE heeft v vercoren, dat ghi een huys soudt tymmeren tot eenen heylichdom, Sijt ghetroost, ende maket.

11

Ende Dauid ghaf sinen soon Salomo een beworp des poortaels ende zijns huys, ende der vouten oft gewelfsels, ende des saels ende cameren van binnen, ende des huys des ghenaden stoels,

12

Daer toe een beworp alles wat bi hem in sinen gemoet was, te wetene, des hoofs aen den huyse des HEREN, ende alle des maecsels rontomme des schats inden huyse Goods, ende des schats der geheylichden,

13

die ordinancie der priesteren ende Leuiten, ende alle der wercken der officien, inden huyse des HEEREN,

14

gout na dat gout gewichte tot alderley vaten eens yegelicx officijs, ende alderhande silueren ghereetscap na dat ghewichte tot alderley vaten, elcx officijs.

15

Ende gewichte tot guldenen candelaren ende gulden lampen, elcken candelaer ende sijnder lampe sijn gewichte, Also ooc tot silueren candelaers gaf hi dat gewichte totten candelaers, ende sinen lampen na der maten elcx candelaers.

16

Ooc ghaf hi tot tafelen der thoonbrooden, gout tot elcker tafelen haer ghewichte, Ga naar margenoot+ Also ooc siluer tot silueren tafelen,

17

Ende louter gout tot crauwelen, beckens ende wieroocxvaten, Ende tot gulden bekeren, elcken beker sijn gewichte,

18

Ende tot eenen roock outaer sijn ghewichte, dat alder louterste gout, Oock een bewerp des wagens, der Cherubim, dat si hem wtbreyden ende bedecken souden bouen dye Arcke des verbonts des HEREN.

19

Het is mi bescreuen ghegheuen vander hant des HEREN, dat my onderwijsen soude alle die wercken des beworps.

20

Ende Dauid sprac tot sinen sone Salomo, Sijt getroost, ende fraey, ende maket, en vreeset, noch en verslaet v niet, Die HERE God, mijn God sal met v sijn, ende en sal die hant niet af trecken, noch v verlaten, tot dat ghi alle werck des diensts inden huyse des HEEREN voleyndet.

21

Siet daer die ordinancie der priesteren ende Leuiten tot allen officien inden huyse Gods sijn met v tot allen wercken, ende sijn willich, ende wijse tot allen officien, Daer toe die princen ende allet volck tot allen uwen hantieren.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
iij re. iij a Sa. ix.a

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken