Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hi verwijt haer hare ontrouwe, afual ende ghiericheyt, ende wat straffinghe haer ontmoeten sal die bewijst hi haer.

Dat .ix. Capittel

1

Ga naar margenoot+O Israel en verblijt v niet, ghelijc die heydenen, want ghi hebt aen dijnen God gehoereert, Ghi hebt lieuer vreemde scatten dan alle coornschueren,

2

Daeromme en sullen haer die coornschueren ende die wijnperssen niet meer gheneeren, Ende den most sal haer missen.

3

Sy en woonen in des HEEREN lant niet, Mer Ephraim keert in Egypten, ende is onreyne inder Assyriers landt.

4

Si en storten den wijn den HERE niet tot eenen drancoffer, Ende si en offeren hem hare slachoffer niet, Mer si sijn haer lieden gelijc dye spijse der claghender, aen dye welcke alle diese eten, haer besmetten, Want dat broodt daer si lust toe heb-ben, dat en sal in des HEEREN huys nyet comen,

5

Wat wilt ghy op den hoochtijdelijcken dach doen? ende op die feeeste des HEREN?

6

Want siet, si sullen van die verderuinge wech trecken, Egyptus salse te niet brenghen, Ende Moph salse begrauen. Alle hare lustige goeden sullen die netelen ouerwassen, Ende die clessen in hare tenten.

7

Die tijt haerder besoeckinghen coemt, Den tijt der betalinghen is hier, dat moet Israel weten, Maer den Prophete houden si voor eenen narre, ende den gheestelijcken man voor doof, So seer heeft die sonde, den hate, ende die ontsinnicheit douerhant ghenomen,

8

Iae Ephraim heeft hem selfs tot eenen wachter mijns Gods ghemaect tot eenen Prophete. Den strick leyt op alle sine straten, ende eenen grouwel in dat huys sijns Goods,

9

Si hebben haer verdiept, ende verderft, ghelijc voormaels die tot Gibea. Daerom sal oooc haer boosch feyt ghedacht, ende hare sonden ghestraft worden. Ga naar margenoot+

10

Ga naar margenoot+Ick hebbe Israel gheuonden, als druyuen in dye woestijne, Ende hare vooruaders sach ic als vroech rijpe vijghen, Maer si sijn tot Baalpeor gheghaen, Ende tot haerder schande af ghetreden. Hoe dat icse lieuer hadde, hoe datse grouwelijcker geworden sijn. Ga naar margenoot+

11

Dat heerlijcke Ephraim vlieghet daer af als eenen voghel, Ia van die gheboorte, van moeders lichaem ende die ontfanghenisse aen.

12

Ende al voeden si hare kinderen op, so wil ickse nochtans tot weeskens maken onder die menschen, Ende oft haer dan leedt ghesciet, So ist mi noch ooc van haer gheschiet.

13

Ephraim sal als mi dunct, met sine kinderen tot ancxt ende noot gheplant worden, Iae hi sal sine kinderen den dootslaghers op voeden, Ga naar margenoot+

14

O HEERE ghi sult haer gheuen, Maer wat sult ghi haer gheuen? Ghy sult haer gheuen onuruchtbare lichamen, ende verdroochde borsten.

15

Alle haer boosheyt geschiet tot Gilgal, ende aldaer haet icse. Om haerder boosheit wil, wil icse wt mijnen huyse verdrijuen, Ick en wilse voortaen niet meer liefhebben, want alle haer ouerheeren sijn verraders.

16

Ephraim is afgehouwen, haer wortel is verdorret, also dat si geen vrucht meer voortbrengen en sal, Ende al baren si, so wil ic nochtans die teedere vruchten haers lichaems dooden,

17

Mijn God salse verstooten, want si en hebben hem niet ghehoorsaem gheweest, Daeromme moeten si onder die heydenen verstooten worden.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
ie. xxvij

margenoot+
B vers 10
margenoot+
Nu. xv. Iu. ij. Deut. xxxi.

margenoot+
Gene. xlviij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken