Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dye Propheet Ionas.

¶ God seynt Ionam tot der heydenscher stadt Niniuen, om haer van sonden te straffen, ende voor dye aenstaende plaghe te waerschouwen, mer hi vliet voor den HEERE opt meyr ende hi wort in die zee gheworpen.

Dat .eerste. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DAt woort des HEEREN gheschiede tot Ionam den soon Amithai, ende sprack

2

maect v op, ende gaet in die grote stadt Niniue, ende predict aldaer, want hare boosheydt is heyr op comen voor my,

[afbeelding]

3

Ionas maeckte hem op, ende hy vloodt voor den HEERE, ende woude op de zee, ende hy quam henen af al tot Iapho. Ende doen hy een schip vandt dwelcke ter zee varen woude, doen ghaf hi zijn veerloon oft veergeldt, Ende tradt daer in, op dat hy met haer op dye zee mochte varen vanden HERE

4

Doen liet die HERE eenen grooten wint op dye zee comen, ende daer verhief hem een groot onweder op dye zee, Also datmen sorchde dattet schiep soude breken.

5

Ende die schiplieden vreesden, ende riepen, een yegelick tot sinen God, Ende si worpen dat ghereetscap, ende so wat daer van huysraedt int scip was, in die zee, op dattet lichter soude worden, maer Ionas was onder int schip gheclommen ende lach en sliep

6

Doen ginck tot hem die schipheer, ende sprack waeromme slaept ghy? staet op, roept dijnen God aen, oft hy by auontueren gedencken woude, dat wy niet en verdoruen.

7

Ende die eene sprack totten anderen. Coemt, laet ons dat lodt werpen, dat wy weten om wyens wille dat ons dit ongheluc coemt.

8

Ga naar margenoot+Ende doen si tlot worpen so vielt op Ionam Doen seyden si tot hem, lieue segt ons waeromme ontmoet ons dit ongheluck? wat is v hanteringhe, waen coemt ghi? wt wat lantscap zijt ghi, ende van wat volc? Hi antwoorde haer.

9

Ick ben een Ebreeusche, ende vreese ende eere den HERE God vanden hemel, dye die zee ende dat drooge lant ghemaect heeft.

10

Doen veruaerden haer die lieden seer ende seyden tot hem. Waerom hebstu dan sulcx ghedaen?

11

Want si wistent wel, dat hy voor den HERE geuloden was, want hi hadt haer selfs gheseyt.

Doen spraken si tot hem, wat sullen wy dan met v doen? op dat ons dat meyr stil worde, wandt dye zee raest ende woet.

12

Hi antwoorde, neemt mi, ende werpt my in dye zee, soo sal dye zee stille worden, wandt ick weedt wel, dat alsulcken groten onweder ouer v coemt om mijnent wille.

13

Alsoo begonden si te roeyen, oft si aent lant hadden moghen comen, maer si en conden nyet, Want die zee voer felliken teghen haer.

14

Doen riepen si totten HERE, ende seyden. Ach HERE en laet ons doch nyet vergaen, om dees mans siel wille, ende en wreeckt dat onschuldich bloet niedt, wandt ghi doch een HERE zijt, ende doet so wat v belieft.

15

Ende si namen Ionam, ende worpen hem in dye zee Doen stondt dye zee stille van haren rasen doen veruaerden haer dese mannen seer vanden HEERE, ende deden den HERE offerhande, ende gheloften,

[pagina *]
[p. *]

16

Maer dye HERE beschicte eenen grooten vissche, die den Ionam in slocte, Also was Ionas inden buycke des vischs drie dagen ende drie nachten.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken