Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat Cornelius eenen Enghel sach ende daer door bekeert wert van Petrus, Ende vanden visioen Petri, dat hy vanden hemel hadde, ende hoe die heylighe gheest gesonden wert onder die heydenen die gedoopt worden.

Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DAer was een man te Cesarien geheeten Cornelius, een hooftman vander scharen die daer heet die Italianissce,

2

God dienstich, ende God vreesende met allen sinen huyse, ende gaf den volcke veel aelmoessen ende Gode altijt biddende.

3

Dese sach openbaerlick in eenen gesichte omtrent dye negende vre des daechs eenen Engel Gods tot hem ingaende ende tot hem seggende Corneli.

4

Hi sach hem aen, ende verscrickende seyde hi, HERE wat ist? Hi seyde tot hem, V ghebet ende v aelmoessen sijn opgheghaen, in gedenckenisse voor Gode,

5

Ende nv seynt mannen tot Ioppen, ende laedt roepen Simon metten toename Petrus.

6

Dese is ter herberghen by eenen huyuettere gheheten Simon, des welcx huys aen die zee leget, die sal v seggen wat ghi doen sult.

7

Ende doen die Engel die met Cornelio sprac wech was gegaen, so riep hi twee zijnder huysknechten, ende eenen God vreesenden crijschknechte, vanden genen dye hem onderdanich waren,

8

ende verteldet hem lieden al, ende seyndese te Ioppen.

9

Ga naar margenoot+Des anderen daechs doen dese reysden ende na by die stadt quamen, so ginck Petrus op den solder om te bidden omtrent die seste vre,

10

ende als hy hongerich wert woude hi ontbiten. Mer doen sijt hem bereyden, soo wert hy opgetrocken

11

ende sach den hemel opgaen, ende een vadt nederwaerts dalende tot hem, als eenen grooten lijnen doeck, aen vier hoecken ghebonden ende wert nederghelaten op der aerden.

12

Daer waren in alderley vieruoetige dieren der aerden, ende wilde dieren, ende crupende dieren, ende vogelen des hemels,

13

Ga naar margenoot+Ende daer gesciede een stemme tot hem, Peter, staet op, slaet doot, ende eedt,

14

Mer Petrus seyde. HERE gheensins, wandt ic en heb noyt yet Ga naar margenoota gemeyns oft onreyns ghegheten

15

Ende dye stemme sprac ten anderenmale tot hem, Dat God gereynicht heeft, dat en suldy nyet onreyn maken,

16

Ende dat geschiede tot driemael toe, ende dat vadt wert weder op genomen ten hemel.

17

Mer als hi in hem seluen daer mede becommert was, wat dat gesichte ware, dat hi gesien hadde, Siet doen vraechden dye mannen van Cornelio ghesonden na den huyse Symonis, ende stonden aen die duere,

18

ende riepen ende vernamen oft Symon met den toename Petrus daer ter herbergen ware,

19

Petrus hem versinnende vanden gesichte, seyde dye gheest tot hem, Siet die mannen soecken v,

20

daerom staet op, ende gaet af, ende reyst met haer, nyet twifelende, want ick hebse gesonden. Ga naar margenoot+

21

Ga naar margenoot+Doen ginck Petrus af totten mannen dye van Cornelio tot hem ghesonden waren, segghende. Siet ick ben dyen ghy soect, wat is dye sake daerom dat ghy hier coemt?

22

Si seyden, Cornelius dye hooftman, een vrome ende Goduruchtich man, ende van goeder fame, by den geheelen volcke der Ioden heeft een Godlic beueel ontfangen vanden heylighen Enghel dat hy v soude laten roepen in zijn huys, ende woorden van v hooren.

23

Doen riep hijse inne, ende herberchdese.

Ga naar margenoot+ Des anderen daechs reysde Petrus met hen wt, ende sommige broeders van Ioppen ghingen met hem

24

ende des anderen daechs gingen si in Cesarien. Cornelius verwachtese, sijn magen ende vrienden tesamen gheroepen hebbende,

25

Ende als het gheschyede dat Petrus inginc, so ginc hem Cornelius te gemoete, ende viel tot sinen voeten, ende badt hem aen.

26

Mer Petrus hief hem op, seggende.

27

Staet op ic ben ooc een mensce. Ende als hy hem gesproken hadde, ginc hy in, ende vanter vele dye daer te samen gecomen waren,

28

ende hi seyde tot haer, ghy weet hoe ongewoone dinc dat is eenen Ioetscen man, te doen comen tot eenen vreemden, Mer God heeft my verthoont geenen mensce gemeyn oft onreyn te heeten,

29

Daerom so ben ic ooc sonder twijfel gecomen gheroepen sijnde, So vraghe ic v nv, waerom dat ghy my hebt doen roepen.

30

Cornelius seyde, Het zijn nv vier dagen doen vaste ic, ende ter negender vren bede ic in mijnen huyse, ende siet daer stont een man voor my in eenen witten blinckenden cleede, ende seyde,

31

Corneli v gebet is verhoordt, ende uwer aelmoessen is gedachtich geworden voor Gode,

32

daerom sent tot Ioppen, ende roept Symon metten toename Petrus, dye welcke ter herbergen leydt, in dat huys des huyuetters Simon aen dye zee, dye salt v seggen als hy coemt,

33

Ga naar margenoot+Doen seynde ick van stonden aen tot v, Ga naar margenoot+ ghi hebt wel gedaen dat ghi v herwaerts ghemaect hebt, Nv sijn wi hier alle tegenwoordich voor Gode, te hooren alle dat van Gode beuolen is.

34

† Petrus sinen mont opdoende seyde, nv beuinde ic metter waerheyt dat God die persoonen niet aen en siet,

35

mer in alderley volck, wie hem vreest ende gherechticheyt doet, die is hem aenghenaem.

36

Ghi weet wel vander predicatie die God totten kinderen van Israel gheseynt heeft, latende vercondighen den vrede door Iesum Christum, die welcke een HERE ouer al is,

37

die door tgeheel Iootsce lant gesciet is, beginnende in Galilea, na den doopsel dat Ioannes predicte

38

hoe God den seluen Iesum van Nazareth ghesalft heeft, met den heyligen geest ende crachte, dye al om gereyst is, weldoende ende gesontmakende al die vanden duuel bedruct waren, want God was met hem,

39

Ende wy zijn getuyghen alles dat hi inden Iootschen lande gedaen heeft ende te Ierusalem, dyen hebben si ghedoot, ende aen een hout gehangen.

40

Den seluen heeft God verwect opten derden dach, ende heeft hem openbaer ghemaect,

41

Ga naar margenoot+niedt allen volcke, mer den wtuercoren ghetuyghen van God, ons wy dye met hem ghegheten ende ghedroncken hebben, na dien hi vanden dooden verresen is.

42

† Ende hi heeft ons gheboden den volcke te prediken, ende te ghetuygen dat hy van Gode is gheordineert een rechter der leuender ende der dooder,

43

Van desen ghetuygen alle Propheten, dat door sijnen name, alle dye ghene dye aen hem

[pagina *]
[p. *]

geloouen, vergheuinge der sonden ontfanghen sullen. *

44

Doen Petrus dese woorden noch sprekende was, so viel die heylige gheest op alle diet woort hoorden,

45

ende die gheloouighen wt der besnijdenisse die met Petro ghecomen waren, verwonderden hen, dat die gaue des heylighen gheests ooc op die Heydenen wtgestort was,

46

Want si hoordense met tongen sprekende, ende God groot makende. Doen antwoorde Petrus,

47

mach ooc yemant dat water keeren, dat dese niet gedoopt en werden die den heylighen gheest ontfanghen hebben, ghelijc als wi ooc?

48

ende beualse te doopen inden naem des HEREN. Doen baden si hem, dat hy sommighe daghen bi hen soude blijuen. *

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 13

margenoota
Dye Ioden hietent ghemeyn, dat niet gheheylicht oft gesuuert en was.

margenoot+
Luc. ij.d.

margenoot+
D vers 21

margenoot+
E vers 23

margenoot+
F vers 33
margenoot+
Ephe. vi.b Col. iij d

margenoot+
G vers 41


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken