Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat lammeken gesien was op den berch Sion, ende met hem xliiij.M. die met gheenen vrouwen besmet en waren geweest, ende hoe die engel leert die vreese des HEREN, ende dye van Babylonien vercondicht

Dat .xiiij. Capittel.

¶ Die veerthiende Figuere

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+† ENde ic sach, ende siet, een lam staende opten Ga naar margenoota berch Sion, ende met hem hondert ende xliiij duysent hebbende den naem sijns vaders in haer voorhoofden gescreuen,

2

ende ic hoorde een stemme vanden hemel als eens groten waters, ende als een stemme eens grooten donders, ende die stemme die ic hoorde, die was als der herpen speelders die op herpen spelen.

3

Ende singen als by na een nieu liedt voor den stoel, ende voor die dieren, ende voor die ouders, ende nyemant en const dit liedeken gheleren dan die hondert ende .xliiij. duysent die vander aerden ghecocht sijn,

4

dese sijn die niet besmet en zijn met vrouwen, want si zijn maechden, ende volgen den lam na so waer dat henen gaet. Dese sijn wt den menschen ghecocht tot eerstelinghen, Gode ende den lam,

5

ende in haren monde en is gheen valsheyt vonden, want si sijn onstraffelijc voor den stoel Gods.

6

Ende ic sach eenen anderen enghel midden door den hemel vlieghen, hebbende een eewich Euangelium, op dat hi een goede bootscap den ghenen soude vercondighen die opter aerden sitten ende wonen, Ga naar margenoot+ ende allen heydenen ende geslachten ende tongen ende volcken,

7

seggende met luyder stemmen, vreest God, ende geeft hem den prijs, want die vre sijns oordeels is gecomen, ende aenbidt dien die hemel ende aerde, zee ende die fonteynen der wateren ghemaect heeft.

8

Ende een ander engel volchde na, seggende. Babylon die grote stadt is gheuallen, si is geuallen, want si heeft metten wijn haerder oncuyscheden ghedrenct.

¶ Die vijfthiende Figuere.

[afbeelding]

9

Ende die derde engel volchde na dese, seggende met luyder stemmen. Ist dat yemant dese beest ende haer beelt aenbidt, ende neemt dat teeken voor sijn voorhooft oft in sijn hant, die sal vanden wijn der gramscappen Gods drincken,

10

dat gemengt is met luyter dranc inden kelck sijnder gramscap, ende sal gequelt worden met vier ende swauel in die tegenwoordicheit der heyliger engelen ende voor die tegenwoordicheit des lams,

11

Ga naar margenoot+ende den rooc haerder pijnen sal opclymmen, van eewicheit tot eewicheit, ende si en hebben geen ruste dach ende nacht die die beest ende haer beelt aengebeden hebben, ende so wie haer teeken heeft ontfangen,

12

Hier is die verduldicheit der heyligen, Hier sijnse die die gheboden Gods bewaren ende dat gelooue Iesu

13

Ende ick hoorde een stemme vanden hemel segghende tot mi. scrijft, Salich sijn die dooden die inden HERE steruen, van nv aen, Iae die geest seyt dat si van haren arbeyde rusten, want haer wercken volgen haer na.

14

Ende ic sach ende siet, een witte wolcke ende eenen sittende op die wolcke, gelijc eens meschen sone, hebbende een gouden croone op sijn hooft, ende een scherpe seysene in zijn hant,

15

Ende een ander engel ginc wt den tempel, roepende met luyder stemmen totten ghenen die op die wolcke sadt, Slaet aen met uwer seysen, ende maeyt, want die vre van maeyen is gecomen,

16

want den oogst der aerden is dorre geworden ende die op die wolcke sadt sloech aen met sijnder seysenen, op die aerde, ende die aerde is gemaeyt.

17

Ga naar margenoot+Ende een ander engel ginc wt den tempel die inden hemel is, ooc hebbende een scherpe seysene,

18

Ende een ander engel ginc vanden outaer die macht ouer dat vier hadde, ende hi riep met luyder stemmen totten genen die de scerpe seysene hadde. Slaet toe met uwe scerpe seysene, ende snijt die wijnrancken der aerden, want haer druyuen sijn ripe,

19

Ende die enghel sloech toe met sijn sekele op die aerde, ende sneet den wijnberch der aerden, ende werpse inden groten kelder der gramscappen gods,

20

ende dien kelder wert buyten der stadt getorden, ende daer ginc bloet vanden kelder, tot aen die toomen der paerden door .M.vi.c. velden weechs

margenoot+
A vers 1
margenoota
Berch Sion, dat is die hemelsche stadt, ende die wooninghe des leuenden Godes. heb. xij.f

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 17


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken