Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516) (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)
Afbeelding van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)Toon afbeelding van titelpagina van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.09 MB)

Scans (13.52 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Editeur

F.J. Schellart



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)

(1952)–Anoniem Limborch, Roman van Heinric en Margriete van–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

Hoe die coninc van lybra ghedoopt was. ende was gheheeten nae den coninc lodewijc dien verwonnen hadde.

Dat. XCIX. capittel.

ALS den nacht ghepasseert was ende den dach aen quam ende alle dinc bereet was in sinte soffijen kercke. ende die bisschop met sijn abten en prelaten daer was. so ontboot mi die heeren dat si brenghen souden den persoon diemen doopen soude. dat was die coninc van lybra die al moderlike naeckt ghestelt was in een osbaer ende also ghebrocht in sinte soffijen kercke. Heyndric lodewijc ende etsijtes quamen mit haren state achter. ende daer nae die ionghe keyserinne eresebia ende margrieta elc met schonen state van maechden ende vrouwen. Als si allen in die kercke quamen daer was menich mensche om die doopinghe te sien. Daer waren meer dan hondert tortsen al barnende met des conincx wapen van lybra. een blau mane int gouden velt. Men brocht den naecten coninc met eenen witten siden mantel om hanghen aen die vonte daermen hem belas. als hi aldaer belesen was so was hi ghestelt in die vonte daer hi in knyelde Heyndric etsijtes ende lodewijc stonden aen die vonte. ende eresebia ende margrieta die stont by haer broedere tusschen eresebia ende heyndrick. Daer gaf men den coninc sijn doopsel ende sijn beles. ende wert genaemt lodewijc nae den coninc lodewijc van vrancrijc. Als dese coninc gedoopt was ende sijn kerstendom ontfaen hadde wert hy ghecleet als een coninc toe behoort. ende hi ghinc tusschen sijn twee peten eresebia ende margrieten. voor hem ghinghen hondert barnende tortsen. die torts draghers waren al van eender cleedinghe. Heyndric ende etsijtes ende die coninc lodewijck quamen met haren state achter. Die coninc van capedocien sach dese chierheit van desen princen die si deden den coninc van lybra peynsde doe in hem selven en waert mijnen gheslachte gheen schande ic aen veerde ooc dat kersten gelove want ic sie ende mercke dat haren god stercker ende crachtiger is dan onse mamet oft alle ons goden. aldus bleef die coninc vast tegen hem selven fanteserende. Die heeren ende die vrouwen quamen ter salen. daer seer costeliken gecoect was. ter eeren van den ghedoopten coninc die lodewijc hiet. Dese lodewijc sandt eenen bode int heyr aen sinen camerlinc ende dat was dat hy daer comen soude ende brenghen alle sijn iuweelen met hem die hi daer hadde. die wel weert waren een conincrijcke. Die bode nam den brief vanden coninc. ende hi liep nae theyr toe. Die heeren ghinghen bancketeren. eten ende drincken ende goede chiere maken want daer was wel waer mede. alsoot tot sulcken hove van eeren behoort te sine. Ter wijlen dat si aten ende droncken ende vrolic werden. so werden die twee ander coninghen daer bi gehaelt om dat si sien souden die ghenoechte ende die ghewoonte vanden kerstenen heeren si maecten malcanderen vrolic. ende dat door dat schoon mindelic gesichte vanden vrouwen Ter wijlen dat si aldus vrolic waren so is die bode int heyr ghecomen. ende is gheraect met vraghen aen den amerael den camerlinc vanden coninc van lybra die hi seer groete. Die amerael camerlinc vraechde den bode van wien dat hi quam. hi seide dat sal u den brief wel verclaren. die amerael camerlinc las den brief. doen vant hi in den brief dat hi all die iuwelen gout ende silver ende gesteente vergaderen. soude ende brengent in die stadt. Het was iuyste op die noene dat alle die heydenen waren eten. ter wijlen heeft die amerael camerlinck al vergadert dat hem sijn meester ontboot. ende hi voer metten bode nae die stadt toe. Als hi aen die poorte quam so quamen die wakers ende si lietense in. als si in die stadt waren met VI. muyllen diet gheladen hadden reeden si nae dat pallays daer die heeren ende vrouwen noch saten over tafel in groter triumphen. Die amerael quam ter salen in metten bode. als die heeren den amerael saghen waren si verwondert Doen seyde die coninc van lybra. heer coninc lodewijck ende verwondert u niet dat is mijn camerlinc die ic ontboden hebbe. ende believet hem hi sal hi mi bliven ende kersten werden. also ic ghedaen hebbe. ende laten ons afgoderijen varen. Als dat die amerael hoorde ter stont so antwoorde hi. wat u belieft ende wat ghi begheert dat sal ic vol-

[pagina 111]
[p. 111]

bringhen. ende ic hebbe u ghebracht al u goet dat int heyr was. VI. muylletten staender gheladen. Die heeren dit horende seyden heer coninc men salse doen ontladen. ende wijsen u een plaetse die ghy hebben sult alleene met uwen state als ander coninghen doen. Die coninc was dies te vreden ende het was also ghedaen. die amerael was des sander daechs ghedoopt ende kersten gedaen. ende die coninc sandt int heyr aen sijn volc. dat si souden ruymen ende thuyswaert reysen elck daer hi behoorde. hi was daer hy bliven wilde. ende warender eenighe die kersten werden wilden dat si dan in die stadt comen souden hy soudese doen doopen ende kersten maken. ende gheven hem goet om bi te leven Den meesten hoop reysden nae huys. een deel quammer by den coninc dien lief hadden. ende die werden al kersten gedaen in sinte soffijen kercke.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken