Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 5 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 5
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 5

(1988)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Signalement

Beeldespraeck

Allegorische en zinnebeeldige voorstellingen vormen belangrijke ingrediënten van literatuur en beeldende kunst uit het verleden. Het kunnen inkleden van een onderwerp met behulp van personificaties en door het gebruik van beeldelementen (dieren, planten, voorwerpen, kleuren) met een diepere betekenis maakte deel uit van het vakmanschap van schilder en dichter. Er bestonden ook handleidingen voor, waarvan die van Cesare Ripa uit 1593 de beroemdste is. De Nederlandse vertaling uit 1644 (in 1971 in facsimile herdrukt) deelt ons op de titelpagina mee waar het werk toe dient: ‘Iconologia, of uytbeeldingen des Verstands: [...] Waer in Verscheiden afbeeldingen van Deughden, Ondeughden, Genegentheden, Menschlijcke Herztochten, Konsten, Leeringen, Sinlijckheden, Elementen, Hemelsche Lichamen, Landschappen van Italien, Revieren van alle deelen des Werrelts, en alle andere ontallijcke stoffen, met hare verklaringen, werden verhandelt.’ Vondel beveelt het dan ook aan voor aankomende dichters als bron voor ‘geestige vonden, om het werck levendigh uit te drucken, en rijckelijck te bekleeden’. Anderzijds kunnen wij lateren, minder met deze beeldtaal vertrouwd, een werk als Ripa gebrui-

[pagina 127]
[p. 127]

ken om zicht te krijgen op de mogelijke betekenis van de door dichters en schilders gebruikte beelden en attributen. Daarbij werd echter node een register op de Iconologia gemist. Hessel Miedema heeft daarin nu op perfecte wijze voorzien door onder de titel Beeldespraeck een index op de Nederlandse Ripa te publiceren. Hoe rijk het materiaal aan begrippen en beeldelementen daarin is, toont het feit dat alleen dit register al 494 bladzijden beslaat. Dat de omvang ervan zo groot is, komt vervolgens ook door Miedema's ver doorgevoerde (sub)lemmatisering. Men vindt niet alleen de betekenisdragers en hun betekenissen (kroon staat voor eer, en dergelijke), maar ook de meeste substantieven, adjectieven en werkwoorden die in de verklarende teksten van Ripa voorkomen. Voor liefhebbers van de indexeerkunst is dit register een bron van genot. In de inleiding geeft de auteur een heldere gebruiksaanwijzing die niemand mag overslaan die het werk hanteert. Miedema wijst er met nadruk op dat zijn register geen iconologisch woordenboek is en dat men het altijd samen met Ripa moet gebruiken. Omgekeerd staat vast dat deze (helaas erg dure) Beeldespraeck naast geen enkel exemplaar van Ripa-1644 mag ontbreken. Het zal kunsthistorici en letterkundigen voortaan veel geblader besparen en hun in staat stellen de scala van interpretatiemogelijkheden beter te overzien. (Hessel Miedema, Beeldespraeck. Register op D.P. Pers' uitgave van Cesare Ripa's Iconologia [1644]. Davaco, Doornspijk. 494 p., ƒ 275, -.)

EKG

Vondel Noviomagus

De belangstelling van Nijmegen voor Vondel is zeer waarschijnlijk groter dan die van Vondel voor Nijmegen. Tot die conclusie komen Geert Dibbets en Wim Hüsken in hun brochure Vondel in Nijmegen; vijf Nijmeegse hoogleraren en Vondel (18 p.), uitgegeven ter begeleiding van de eind vorig jaar in de ub aldaar ingerichte tentoonstelling. Achtereenvolgens wordt de Vondel-studie van Jac. van Ginneken, B.C. Molkenboer, G. Brom, L.C. Michels en W.J.M.A. Asselbergs belicht.

Dibbets en Hüsken zijn, samen met Ben Salemans, ook betrokken geweest bij de samenstelling van Vondel in Nijmegen; catalogus van Vondel-drukken tot en met 1855, aanwezig in de Bibliotheek van de Katholieke Universiteit te Nijmegen van de conservator oude drukken Robert Arpots (70 p.). In combinatie met de recente Vondel-catalogus van de ub-Amsterdam, samengesteld door A.C. Schuytvlot (Nieuwkoop 1987), beschikt de Vondel-filoloog tenminste over betere informatie dan die in de langzamerhand erg gedateerde bibliografie van Unger uit 1888.

De collectie van de ub-Nijmegen is uiteraard minder rijk dan die van de ub-Amsterdam (885 Vondeledities, gedrukt vóór 1801), maar 273 Vondel-edities gedrukt vóór 1855 is toch een respectabel aantal. Omdat zowel de Nijmeegse als de Amsterdamse catalogus dezelfde beschrijvingsmethode volgen (Pica-methode met stcn-‘vingerafdruk’), is het aldus beschreven bezit goed vergelijkbaar. Opmerkelijk is in ieder geval dat de beschrijvingen van de ub-Amsterdam in meer opzichten uitvoeriger zijn: na de opbouwformule worden ook eventuele afwijkingen in de katernsignering aangegeven; er wordt in de kleine lettertjes meer commentaar geleverd; én in zeer veel gevallen is Schuytvlot minder zuinig met tekst waaronder de katernsignatuur staat. Strikt genomen zien vrijwel alle ‘fingerprints’ van Nijmegen en Amsterdam er net iets anders uit (Nijmegen nr. 1 heeft in de formule ‘zw’ waar Amsterdam in nr. 3 ‘zwo’ heeft; zo ook in nr. 2 ‘uri’ en ‘g’ tegenvoer nr. 7 ‘urig’ en ‘ga’; in nr. 3 ‘n$ma’ en ‘$met$’ tegenover nr. 8 ‘n$mae’ en ‘e$met$’; in nr. 4 ‘aeck’ tegenover nr. 9 ‘maeck’; enz. enz.).

Betekent dat, dat de stcn-‘vingerafdruk’-methode niet deugt? Nee, verschuiving van één teken, zowel links als rechts, is vaak een kwestie van interpretatie: in geval van letters die slechts half boven de katernsignatuur staan, moet er gekozen worden en die keuze is door Arpots vaak juist anders uitgevoerd dan door Schuytvlot. De bibliograaf die zich ooit nog eens waagt aan een nieuwe ‘Unger’, zal waarschijnlijk niet tevreden mogen zijn met de enkele katernsignatuurposities zoals die door de stcn worden voorgeschreven; dan zal uitgebreidere (partiële) collatie nodig zijn.

De toekomstige bibliograaf mag in ieder geval blij zijn dat nu twee collecties goed zijn beschreven. Dat heeft voor Nijmegen in vijftien gevallen varianten en aanvullingen op Unger opgeleverd en voor Amsterdam een veelvoud daarvan. Het zou prettig zijn als de andere grote bibliotheken (én particuliere verzamelaars) op basis van Schuytvlot en Arpots zouden inventariseren wat zij hebben en wat de laatstgenoemden niet hebben.

PJV

Vondel in de KB

De herdenking van Vondels vierhonderdste geboortedag in 1987 is enigszins in de schaduw gebleven van de Huygens-herdenking. Dat ligt voornamelijk aan de wat kleinschaliger opzet van de activiteiten. Wanneer we de lijst daarvan zien in de brochure die de Vondel-tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek (november '87 - januari '88) begeleidde, blijkt er toch een respectabel aantal tentoonstellingen, bijeenkomsten, uitzendingen en publikaties aan de grote dichter gewijd te zijn. Het boekje zelf bevat enkele informatieve artikelen, waarin onder meer aandacht wordt geschonken aan Vondels

[pagina 128]
[p. 128]

Constantinade, zijn hekeldichten, zijn toneelsuccessen in de zeventiende eeuw, het portret door Jan Lievens en Vondels relaties met componisten. Voorts komt de Vondelwaardering aan de orde in beschouwingen over de eerdere Vondel-herdenkingen en over de actuele betekenis van zijn werk. Fens' bijdrage in dit kader, een interpretatie van de ‘Lykklacht aan het Vrouwe-koor’, heeft inmiddels al een vervolg gekregen: Wiel Kusters publiceerde op zijn beurt een analyse van dit gedicht. De laatste zin daarvan kan als motto van élke Vondelherdenking dienst doen: ‘Men leze Vondels vers’. (Marja Geesink en Anton Bossers [red.], Vondel! Het epos van een ambachtelijk dichterschap. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 1987. 101 p. ƒ 10, -; Wiel Kusters, Mijn bedrukt gezicht. Over Vondels ‘Lijkklacht aan het Vrouwekoor’. Maastricht, Boekhandel De Tribune, 1987. 12 p.)

EKG

Zeeuwse (en andere) aucties

Het in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg gehuisveste Zeeuws Documentatiecentrum heeft een overzicht samengesteld van 196 veilingcatalogi uit de collectie van de bibliotheek, waarin ze op - wat betreft het overgrote deel - onverklaarbare wijze zijn terechtgekomen. De samenstellers van Veilingcatalogi Zeeland 1731-1925; verzameling catalogi van in Zeeland geveilde boeken, handschriften, prenten, instrumenten en andere goederen (Middelburg: Zeeuwse Bibliotheek, 1987; 110 ongepagineerde p.) hebben ervoor gekozen geen titelbeschrijvingen te geven van de vaak met wervende teksten overvolle titelpagina's. In plaats daarvan zijn alle titels in facsimile afgedrukt op zodanige grootte dat ze moeiteloos te lezen zijn (behalve nr. 180); ernaast is annotatie opgenomen over vermeldingen van kopers en prijzen en bijzondere rubrieken binnen de catalogus. Wellicht was het een kleine moeite geweest de naam van de collectioneur(s) in de annotatie te vermelden, want die staat vaak niet zo heel prominent afgedrukt op het facsimile, evenals het aantal kavels (per rubriek), de bibliotheeksignatuur en een opbouwformule of paginering.

Er blijkt in Zeeland druk geveild te zijn: in Axel, Goes, Middelburg, Veere, Vlissingen en Zierikzee. De titel van deze publikatie dekt de lading echter niet geheel, want de in Haarlem, Leiden en Utrecht geveilde collecties van de roemruchte Zeeuwen Janus Beekhoven de Wind, Albertus Voget, Jacob Willemsen, Paulus de Wind en Jona Willem te Water zijn eveneens opgenomen.

Uit de achttiende eeuw zijn er 15 catalogi en uit het eerste kwart van de twintigste eeuw slechts 2; de negentiende-eeuwse catalogi zijn dus in de overgrote meerderheid. In de inleiding wordt niet duidelijk gemaakt waarom 1925 als einddatum genomen is. Na die tijd is er in Zeeland ook nog geveild (1980-1981 door Antiquariaat Merlijn) en zijn buiten Zeeland importante collecties Zelandica onder de hamer gekomen (de collectie-Wiener in 1984 in het Singer Museum te Laren). Men wil toch niet beweren dat de catalogi van die aucties niet bewaard gebleven zijn.

De ‘catalogus catalogorum’ wordt toegankelijk gemaakt door een index op de namen van de verzamelaars, door een lijst van boekverkopers/veilinghouders en door een index op verschillende categorieën geveilde boeken, instrumenten en andere goederen (trefwoorden zijn o.a.: atlassen en kaarten; handschriften; muziekboeken; prenten en platen; schilderijen; tekeningen; zelandica).

‘Veilingcatalogi Zeeland’ is te bestellen door overmaking van ƒ 27,50 (incl. verzendkosten) op giro 5474090 van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg.

PJV

Dagboek Barend Rijdes

Als vijfde deeltje van de reeks ‘Haarlemse verkenningen’ stelde Lenie Peetoom het Literair dagboek, 1941-1955 van Barend Rijdes samen. Ze maakte daartoe een selectie uit de 2500 dichtbeschreven pagina's dagboekaantekeningen, zoals die in het Letterkundig Museum berusten, en deelde die selectie in naar drie perioden: 1941-1955, 1955-1966 (te verschijnen in 1988) en 1966-1975 (eveneens te verschijnen in 1988).

Barend Rijdes vestigde zich na zijn studie klassieke talen in Haarlem, waar hij leraar werd aan het Kennemer Lyceum en later bij het Coornhert Lyceum. In 1949 was hij betrokken bij de oprichting van de Haarlemse sociëteit Teisterbant, een trefpunt van beeldend kunstenaars en literatoren. Zelf publiceerde hij gedichten, romans en novellen, onder meer bij A.A.M. Stols.

Hoewel het initiatief tot de dagboekuitgave uiteraard alle lof verdient, spijt het me te moeten constateren dat een wat vakkundiger uitgave verre te prefereren zou zijn geweest. Niet alleen is volstrekt onduidelijk wat er precies met de tekst is gebeurd, maar voortdurend komen er tijdens het lezen vragen op bij de gepresenteerde lezingen. Zijn de geplaatste haakjes steeds van Lenie Peetoom? Wanneer er fragmenten zijn weggelaten, van welke aard zijn die dan en van welke omvang? Soms staan er namen tussen haakjes vermeld met een vraagteken; was Rijdes dan onzeker over de spelling of Lenie Peetoom? Kortom, een behoorlijke verantwoording van wat precies voor rekening is van de tekstbezorgster of van Rijdes zou niet hebben misstaan.

Ik kan me trouwens heel goed voorstellen dat deze dagboekaanteke-

[pagina 129]
[p. 129]

ningen voor het Letterkundig Museum nu niet bepaald een hoge prioriteit hebben gekregen in het uitgavenbeleid. De inhoud van het dagboek viel mij nogal tegen. Rijdes moet een mateloze bewondering hebben gehad voor alles wat zich als schrijver of beeldend kunstenaar presenteerde. Er vallen zeer veel namen in het dagboek. Ook alle ‘vluchtige begroetingen’ worden genoteerd zolang die maar iets met literatuur uit te staan hebben. Zelden krijgt zo'n bezochte of toevallig ontmoete literator enig reliëf, zelden ook klinkt er iets van een persoonlijk standpunt door.

Opvallend is voorts dat het dagboek bijna niets anders vermeldt dan deze literaire contacten. In het bijzonder in de jaren 1941-1945 valt dat op. Men had toen toch waarachtig nog wel wat anders aan zijn hoofd? Maar, zoals gezegd, een duidelijk beeld daarover valt niet te verkrijgen, omdat de tekstbezorgster wellicht veel hiervan heeft weggelaten. Ik vraag mij trouwens af of Lenie Peetoom haar inleiding nog eens zorgvuldig heeft doorgelezen alvorens haar fiat tot afdrukken te geven. Als dat het geval was geweest zou wellicht een zin als de volgende niet zijn blijven staan: ‘Zij missen echter door hun achtergronden en karakterstruktuur onvoldoende aansluiting met de werkelijkheid.’

Het eerste deel van het literaire dagboek van Barend Rijdes is verkrijgbaar bij Algemeen Antiquariaat Lenie Peetoom, Koningstraat 38, 2011 td Haarlem (tel. 023-321721). De prijs bedraagt ƒ 18,50.

GvB


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • E.K. Grootes

  • G.J. van Bork

  • P.J. Verkruijsse

  • over Joost van den Vondel

  • over Barend Rijdes