Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 15 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 15
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 15

(1998)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 129]
[p. 129]

literatuur-signalementen

Moderne uitgave van zeventiende-eeuws zangspel

Triomfeerende Min. Peer: Muziekuitgeverij Alamire, 1997. bef 1200. Te bestellen bij: Muziekuitgeverij Alamire, Postbus 45, B-3990 Peer.

 

De Belgische Alamire Foundation, internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen, wil met een nieuwe reeks ‘Monumenta Flandriae Musica’ een keur aan Vlaamse muziek van de Middeleeuwen tot 1800 in moderne kritische uitgaven beschikbaar stellen voor musici en musicologen. Het eerste deel in de serie verscheen in 1997. Het is een moderne editie van het Nederlands zangspel De Triomfeerende Min uit 1680, in dichtvorm geschreven door Dirck Buysero (1644-1707) en op muziek gezet door Carel Hacquart (1640-1701?). Een ‘vredespel’ noemden zij het, omdat het in 1678 werd vervaardigd ter gelegenheid van de Vrede van Nijmegen. De tekst bevat verwijzingen naar enkele voorvallen uit de voorafgaande periode. Of het stuk toentertijd ooit is opgevoerd, is niet bekend. De Triomfeerende Min staat aan het begin van een reeks soortgelijke Nederlandstalige zangspelen, alle originele (geen vertaalde) stukken die ontstonden in of rond het literair genootschap Nil Volentibus Arduum. Het blijft echter vooralsnog het enige spel in dit genre dat met complete partituur is overgeleverd.

Buysero's verzen zijn in de nieuwe uitgave van toelichtingen voorzien door Tom Strengers, die tien jaar geleden in Leiden afstudeerde met een scriptie over De Triomfeerende Min. In de beknopte, tweetalige (Nederlands/Engels) inleiding tot de uitgave geeft Strengers enige informatie over Buysero, de literaire traditie waarin het spel zich voegt en de zeventiende-eeuwse ‘opvoeringsgeschiedenis’ van het stuk (of althans de pogingen die daartoe werden ondernomen).

Het muzikale aandeel in deze moderne uitgave werd verzorgd door Pieter Andriessen, de auteur van een monografie over de componist Carel Hacquart (Brussel 1974). Hij transcribeerde de partituur in modern notenschrift en voegde bovendien muziekgedeelten toe op plaatsen waar dit door Buysero werd voorgeschreven (dansen, tussenspelen en dergelijke). Het was een gebruikelijke praktijk dat de uitvoerenden op deze plaatsen die door een componist niet werden getoonzet zelf de toen gangbare en geliefde muziekstukken inlasten.

Andriessen koos voornamelijk voor muziek van Hacquart (uit diens bundel Harmonia Parnassia), daarnaast voor enkele instrumentale stukken uit de contemporaine Franse opera (Lully, Colasse). De uitgave maakt door deze toevoeging een eventuele uitvoerinhaquartg van het spel gemakkelijker. Al blijft de mogelijkheid een ‘persoonlijke’ Triomfeerende Min samen te stellen natuurlijk bestaan.

In de inleiding schrijft Andriessen over het leven en de muziek van Hacquart. Hij wijdt bovendien enige woorden aan recente (twintigste-eeuwse) uitvoeringen van De Triomfeerende Min. Het voortreffelijke muziekzetwerk van uitgeverij Ascolta te Houten mag hier zeker niet onvermeld blijven. Een lijst van personages, met vermelding van stemtype, had de bruikbaarheid van de uitgave nog kunnen verhogen.

 

natascha veldhorst

Joodse retorica uit de zeventiende eeuw

Moshe Rephael de Aguilar was van 1654 tot zijn dood in 1679 het hoofd van een succesvolle Amsterdamse talmoed-school en een van de belangrijkste leiders van de sefardische gemeenschap in die stad. Rond 1665 schreef deze joodse leraar een verhandeling in het Spaans over de welsprekendheidsleer. Hierbij maakte hij veel gebruik van klassieke elementen, aanwijzingen uit de Griekse en Romeinse retorica. S. Berger publiceerde een studie over deze geschreven verhandeling, Classical Oratory and the Sephardim of Amsterdam. Rabbi Aguilar's ‘Tratado de la Retórica’ (Hilversum: Verloren, 1996; ƒ 35,-). Na enige biografische gegevens met betrekking tot rabbijn Aguilar en een hoofdstuk over de kennis van de klassieke oudheid in de zeventiende eeuw behandelt Berger enige aspecten van het manuscript waarin het in acht boeken verdeelde ‘Tratado de la retórica’ is overgeleverd, zoals de tijd van ontstaan en de aard van het traktaat. De acht boeken behelzen achtereenvolgens een inleidend deel over de aard, taken en doel van de retorica, een deel over de inventio, over dispositio, over elocutio, over memoria en over de presentatie van teksten (pronuntiatio), waarbij in boek 6 over de presentatie in het demonstratieve genus, in 7 over het deliberatieve genre wordt gesproken. In het laatste boek worden ten slotte hartstochten en affecten behandeld, elementen die in de preektheorie een voorname rol spelen. Berger bespreekt hierbij de wijze waarop rabbijn Aguilar zijn kennis van de antieke retorica en cultuur op de

[pagina 130]
[p. 130]

Joodse preektraditie betrok. Bij dit alles baseerde de rabbijn zich onder andere op Aristoteles, Hermogenes, Cicero en de Rhetorica ad Herennium. Met name de boeken 1 en 3, waarin Rephael de Aguilar het meest van zijn persoonlijke visie op de retorica heeft kunnen leggen, worden uitgebreid beoordeeld. Een hoofdstuk over de invloed van de klassieke beschaving in de sefardische cultuur sluit deze studie af.

jeroen jansen

Plantin op cd-rom

Gelukkig maakt de in 1997 verschenen cd-rom Het Museum Plantin-Moretus een bezoek aan deze unieke instelling niet overbodig. Daar is veel meer te zien dan op één schijfje ondergebracht kan worden, waarmee niets ten nadele van het virtuele museum is gezegd. Integendeel: het programma is fraai vormgegeven, zowel wat betreft beeld als geluid, al kost het menigeen waarschijnlijk enige moeite de goede hardware te vinden om de nieuwste Quicktime vr-technologie tot zijn recht te laten komen. Maar als de cd eenmaal draait, kan men interactief aan de slag.

Het hoofdmenu biedt keuze uit:

1.Familiegeschiedenis en vrienden,
2.Plantins industriële drukkerij en
3.Publicaties en collecties. Via de eerste keus komt men terecht in de salon, kan men informatie krijgen over de totale Plantin-dynastie die ook voorzien is van een vernuftige tijdslijn en wordt de levensgeschiedenis van Christoffel Plantin uit de doeken gedaan.

De tweede keus uit het hoofdmenu brengt de interactieveling in de drukkerij

illustratie

waar het drukproces uit de tijd van de handpers door middel van filmpjes wordt toegelicht. Zo zijn er videobeelden van lettersnijden, zetten, drukken, proeflezen en boekillustratie. Alleen het boekbinden komt er bekaaid af. Wel is het mogelijk om zelf met de muis letters in een zethaak te zetten, het zetsel te inkten met een tampon en de eigen tekst te printen. Als men in de drukkerij is uitgekeken, komt men via een klik op de deur op de binnenplaats van het museum waar men zo langzaam of snel als men wil kan rondlopen en een aantal zaken kan aanklikken.

Mogelijkheid 3 uit het hoofdmenu brengt de bezoeker in de winkel waar een rijtje populaire boeken uit de Plantijnse drukkerij klaarstaat. Hoewel het menu belooft dat we daarin kunnen bladeren, beperkt zich dat tot het bekijken van de titelpagina van bijvoorbeeld het Theatrum orbis terrarum, de Spieghel der zeeverdt, het Missale Romanorum, de Biblia sacra, de polyglotbijbel of Dodonaeus' Kruydtboeck. De desbetreffende pagina's laten zich wel tot in de finesses bestuderen door een uitgekiende inzoomtechniek. Een andere mogelijkheid binnen dit menu is het bekijken van een aantal zaken uit de verzameling schilderijen, boeken en meubelen

[pagina 131]
[p. 131]

waaraan Plantin zo rijk is. Zo krijgt men onder andere de Gutenberg-bijbel te zien, diverse manuscripten en atlassen, historische documenten, drukmateriaal en tekeningen.

Voor men na een paar uur vermoeid maar voldaan het museum verlaat, kan men ook nog een levensgrote kanten kraag en manchetten uit de printer laten rollen, iets wat - evenals het zetten - vooral de jeugdige gebruiker van de cd-rom zal aanspreken. Wanneer men uiteindelijk ‘exit’ aanklikt, hoeft het nog niet helemaal voorbij te zijn, want dan wordt men geconfronteerd met een groepsportret van de samenstellers van dit programma, met een selectieve bibliografie betreffende Plantin-Moretus van ruim honderd titels en met informatie over toegangsprijzen, openingstijden en rondleidingen. Daarmee wordt impliciet aangegeven dat de cd-rom een bezoek aan het echte museum niet overbodig maakt; het virtuele bezoek is een uitstekende smaakmaker en kan dienen als voorbereiding voor een tocht naar Antwerpen. Daarmee heeft deze cd-rom, die uiteraard voor aanvulling op enkele punten vatbaar is, zeker aan zijn doel beantwoord!

Deze eerste interactieve museum-cd-rom van België, winkelprijs bef 1950, werd geheel ontworpen door Vandekerckhove & Devos te Gent, in samenwerking met Kingston University London, cipal/ ica-Telepolis te Antwerpen en uiteraard Museum Plantin-Moretus. Bestellingen kan men richten aan Vandekerckhove & Devos, Poel 15, B-9000 Gent, 09/2257949, fax 09/2239340, e-mail: info@vandekerckhove-devos.be. Het Internet-adres is: http://www.vandekerckhove-devos.be/plantin.

pjv

Een dichterlijk zelfportret

Op 15 augustus 1997 overleed op 92-jarige leeftijd de dichteres Ida Gerhardt. Reeds in 1925 schrijft zij haar eerste gedichten, haar eerste bundel, Kosmos, kwam echter pas in 1940 uit. (En wel op 9 mei 1940, waarover Gerard Reve later zou opmerken: ‘Dat noem ik: het moment slecht kiezen.’) Met haar poëzie sloot de dichteres zich aan bij de symbolistische traditie van Leopold en de generatie van 1910. Dat leidde in haar geval tot bezonken poëzie die de eenheid in al het bestaande, de samenhang tussen het tijdelijke en het eeuwige, het aardse en het goddelijke wilde vastleggen in een klassieke vorm. Haar opvating over het dichterschap zou echter beter in de romantische traditie geplaatst kunnen worden: Ida Gerhardt wist zich als dichteres tot een profetentaak geroepen, een uitverkorene, een ziener en hoeder. De roeping van het dichterleven was zo hoog dat het gepaard ging met offers, ontzegging èn miskenning.

Haar traditionele poëzie deed in de jaren veertig al enigszins gedateerd aan door de hoge toon en het verheven taalgebruik. Ten tijde van de Vijftigers was de waardering voor haar werk dan ook minimaal. Maar als in de zeventiger jaren er een ander literair klimaat gaat heersen en de uitgever Johan Polak zich voor haar gaat inzetten, groeit plotseling de aandacht voor haar werk, zodat zij zich in de jaren tachtig en daarna alsnog een gerespecteerd, veelgelezen dichteres weet.

In 1975 stelde de dichteres ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag de bloemlezing Uit de eerste hand samen. Deze plaquette is in honderd exemplaren gedrukt en bibliofiel uitgegeven bij de Eliance Pers te Amsterdam. Over deze door haar zelf samengestelde bundel publiceerde Frans Berkelmans zijn monografie Dit ben ik. Over Uit de eerste hand, verzenselectie van Ida Gerhardt. De taak die Berkelmans zich bij zijn onderzoek van de bundel Uit de eerste hand stelt is drieledig. In eerste instantie geeft hij een technische analyse van alle vijftien gedichten afzonderlijk, waarbij ook interpretatieve uitspraken gedaan worden. Al deze interpretatieve uitspraken worden dan ‘meegenomen’ naar het volgende deel van zijn studie ‘Thema en Structuur’ waarin hij probeert te achterhalen wat de dichteres voor ogen moet hebben gestaan toen zij juist deze vijftien verzen selecteerde en ze op juist deze, niet-chronologische, wijze bijeenbracht. Tot slot in het hoofdstuk ‘Portret gezien op afstand’ plaatst hij de verzenselectie in het oeuvre van Gerhardt.

Berkelmans ontdekt in Uit de eerste hand een dichterlijk zelfportret dat vooral ook om de religieuze aspecten van Gerhardts dichterschap belangwekkend is. Dit zelfportret is door Gerhardt op ingenieuze wijze geconstrueerd. Er is een cyclische interpretatie van de bundel mogelijk waarbij het kernvers ‘De erfvijand’ omkaderd is door twee maal zeven verzen, die elkaar ten dele spiegelen en ten dele aanvullen.

Zij vormen een cyclische omlijsting van concentrische cirkels die het portret tot een momentopname maken en laten zien waarop de geportretterde in leven en werk betrokken is. Daarnaast geeft Berkelmans een lineaire lezing van de bundel. Dit is een dynamische lezing en toont het portret als het product van een

[pagina 132]
[p. 132]



illustratie

Ida Gerhardt


geestelijke ontwikkelingsgang. Het levert het beeld op van een dichterschap dat zijn ‘vertrekpunt vond in een argeloze beleving van de natuur. De dichteres maakt zich hieruit geleidelijk aan los om meer en meer op te gaan in het domein van de geest.’

Berkelmans weet de zin en samenhang van deze door Gerhardt samengestelde bundel te achterhalen, en ziet de bundel zelf dan als een zestiende kunststuk, een metagedicht. In Dit ben ik combineert Berkelmans doorwrochte analyses met intuïtief, invoelend lezen wat leidt tot verfijnde interpretaties van zowel ieder deel als het geheel.

Dit ben ik is het derde deel in de serie Acanthus, onder verantwoordelijkheid van Benedictijns Tijdschrift. Rechtstreeks te bestellen door storting van ƒ30,- op Postgiro 231619 t.n.v. Vrienden St.- Adelbertabdij, Egmond.

angelina hansman

Ingekomen uitgaven

Gorter, Ik vind je zo lief en zo licht. Verzameld en ingeleid door Pieter Boskma. Amsterdam: Bert Bakker, 1997. Onder deze titel verscheen vorig jaar een kleine bloemlezing liefdesgedichten van Herman Gorter. Pieter Boskma bundelde veertig gedichten op dit thema, merendeels afkomstig uit de sensitieve poëzie van Verzen (1890), maar ook enkele latere, bijvoorbeeld uit Liedjes (1930). De poëzie werd door Boskma zoals hij zegt ‘wat aangepast’: dubbele o's en a's werden geschrapt en de ‘sch’ aan het eind van een woord eveneens. ‘Dat friste de boel al aardig op’ populariseert de bloemlezer. Gelukkig is de poëzie van Gorter ‘niet kapot te krijgen’ om in deze stijl voort te gaan, en de prijs van ƒ14,90 maakt in elk geval deze gedichten weer voor velen toegankelijk. [gvb]

 

Brusselmans, Herman, Doch verder geen paniek. Doorgrondelijke wijsheden van Herman Brusselmans. Samengest. door Gerd de Ley. Amsterdam: Prometheus, 1997, 91 blz..

‘Ik ben Herman Brusselmans. Twee keer man in m'n naam en toch nog veel last met de vrouwen.’ Behalve dat heeft Brusselmans blijkbaar ook last van zelfoverschatting, anders had hij aforismenjager De Ley niet toegestaan ‘de snedigste uitspraken uit zijn romans’ te halen en die aan te vullen met enkele niet eerder verschenen aforismen. Een besliste afrader! [pjv]

 

Ketelaar, Eric, The archival image. Collected essays. [Editor: Yvonne Bos-Rops.] Hilversum: Verloren, 1997, 125 blz., ills.

Bij zijn afscheid als Algemeen Rijksarchivaris - hij is benoemd als hoogleraar Archivistiek aan de Universiteit van Amsterdam - is Ketelaar een bundel aangeboden met twaalf door hem in buitenlandse tijdschriften gepubliceerde en nu deels herziene artikelen. In zijn functies bij de International Council on Archives (ica) heeft hij in het Frans, Duits en Engels bij tal van gelegenheden voordrachten gehouden over belangrijke ontwikkelingen (automatisering, de rol van de archivaris) en problemen (openbaarheid versus privacy) op archiefgebied en over archiefgeschiedenis (het handboek van Muller, Feith en Fruin). [pjv]

 

Kuipers, Willem, isbn van de wereldliteratuur. Amsterdam: Ambo, 1997, 188 blz., ƒ24.90. Willem Kuipers, sinds 1980 literair redacteur van De Volkskrant, signaleerde vier jaar lang wekelijks in zijn isbn rubriek nieuwe titels, heruitgaven, en opnieuw vertaalde edities van oudere, onbekende of vergeten meesterwerken uit de wereldliteratuur. Daaruit heeft hij een keuze van 200 romans en verhalenbundels gemaakt, die nu zijn samengebracht in deze isbn van de wereldliteratuur. [a. hansman]

 

Secundus, Janus, De kunst van het zoenen. De ‘Kussen’ en andere liefdesgedichten vertaald en toegelicht door J.P. Guépin. Utrecht: Erven J. Bijleveld, 1997, 136 blz..Guépin heeft zijn eerder verschenen vertalingen van ‘de beroemdste Nederlandse dichter’ bijeengebracht in één bundel, aangevuld met niet eerder gepubliceerde vertalingen van twee oden en een elegie, en voorzien van een uitgebreid ‘Nawoord’. Dat na-

[pagina 133]
[p. 133]

woord omvat bio- en bibliografische gegevens, aantekeningen over het genre van de basia, over waardering en navolging (Reael, Van Beaumont, Van Heemskerck, Jonctijs, Six van Chandelier, Le Bleu, De Brune en ook Leopold) en over de metriek. [pjv]

 

Slib-reeks. Middelburg: Stichting Kunstuitleen Zeeland, 1997.

Abonnement op 5 deeltjes ƒ36,-.

Kuiperspoort 22, 4331 gs Middelburg, 0118-611443. In de Slib-reeks verscheen als nr. 80 In de nacht op onmogelijke paden (36 blz.) een dichtbundel van de emeritus hoogleraar uit Namen, Martien J.G. de Jong. Nr. 81 is een bloemlezing uit de moderne Taiwanese poëzie, Als ik met vuur denk (56 blz.), gekozen, ingeleid en vertaald door Silvia Marijnissen.

[pjv]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Natascha Veldhorst

  • Jeroen Jansen

  • P.J. Verkruijsse

  • A. Hansman

  • over Ida Gerhardt