Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 17 (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 17
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 17

(2000)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

Boek van de eeuw

Oversteegens analyse van ‘literatuuropvatting’

In het begin van de jaren '70, toen Hugo Verdaasdonk werkzaam was bij het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, ontbrandde onder zijn aanvoering een felle discussie over de wetenschappelijke waarde van het bestaande onderwijs en onderzoek. Jaap Oversteegen had de pech dat hij juist in die woelige jaren Gerrit Borgers was opgevolgd als hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde. Elk lid van de vakgroep lag onder vuur, ook Oversteegen zelf. Ik heb mij nooit aan de indruk kunnen onttrekken dat zijn boek Beperkingen. Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap (1982) is ontstaan tegen de achtergrond van die discussies en het resultaat is van zijn herbezinning op de grondslagen van ons vak. Dat blijkt alleen al uit het in het ‘Woord vooraf’ gebruikte termen: ‘Intersubjectief geformuleerd’, ‘gegrond’, ‘toetsbaar’, ‘systematisch’, het zijn de trefwoorden uit de toen gevoerde discussies.

Voor mij heeft het boek in elk geval een grondslag opgeleverd om mij min of meer gelegitimeerd te kunnen blijven bezighouden met de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis en mijn aandacht niet uitsluitend te hoeven verleggen naar de markt van de literatuur en de instituties die haar beheersen, hoe belangrijk die ook mogen zijn.

Met Oversteegens analyse van het fenomeen ‘literatuuropvarting’ als uitgangspunt is in elk geval een lireratuurgeschiedschrijving te vervaardigen, hoe moeizaam dat in de praktijk ook te verwezenlijken is. Ons boek Twee eeuwen literatuurgeschiedenis (1986) is daar een van de resultaten van geweest. Ongetwijfeld heeft Oversteegens boek ook een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van een nieuw onderzoeksprogramma van wat toen nog ZWO heette.

 

G.J. van Bork

De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde

Het lijkt een zwaktebod om op het gebied van de renaissanceliteratuur aan te komen met Jan te Winkels De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde (tweede druk, 1922-27) als boek van de twintigste eeuw. Geldt dat werk niet als hét voorbeeld van een negentiende-eeuwse registratiedrift? Al in 1888 had de jonge Albert Verwey de veertiger Te Winkel ‘een ouderwetsch mensch in de allerslechtste beteekenis van het woord’ genoemd. Waarom hier niet een werkelijk baanbrekende studiè aangeprezen van bijvoorbeeld Sonja Witstein, Fokke Veenstra of Mieke Smits? Vanaf de tijd van ontstaan is de Ontwikkelingsgang verketterd als een monument van dorheid, gevuld als het is met bijna vierduizend bladzijden slaapverwekkend proza. Een nu volledig vergeten criticus beschreef Te Winkel neerbuigend als een brave, volstrekt verouderde feitjesverzamelaar, die de naïeve illusie koesterde dat latere geslachten wel naar zijn werk zouden terugkeren.

De illusies van de onvermoeibare workaholic Te Winkel zijn bestendiger gebleken dan de kritiek. Sinds in de jaren zeventig de historische benadering van de letterkunde is opgeleefd, grijpt iedere onderzoeker eerst naar Te Winkel om te zien wat die aan feiten verschaft. Nergens vindt men bijvoorbeeld betere aanknopingspunten bij de nieuwe vragen naar literatuur buiten de canon van de grote bekende auteurs. Te Winkels aandacht voor de poëtica en voor de ontwikkeling van literaire genres, wijst vooruit naar huidige interesses. Visies verouderen, betrouwbare feiten niet. Ik voorspel dat Te Winkel, zij het in digitale vorm, ook in de 21ste eeuw onmisbaar blijft.

 

Eddy Grootes


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde (7 delen)


auteurs

  • G.J. van Bork

  • E.K. Grootes

  • over J.J. Oversteegen