Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 20 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 20
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 20

(2003)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

[Literair Pieterpad]



illustratie

Het Pieterpad is de oudste langeafstands-wandelroute van Nederland, keurig voorzien van rood-witte markeringen, uitvoerig beschreven in twee boekjes en bovenal druk belopen. De route voert grotendeels door het dunbevolkte oosten van Nederland. De redactie van Literatuur heeft deze route van een aantal literaire markeringspunten voorzien (en was verrast door de grote literaire dichtheid van de streken die het pad doorkruist). De markeringspunten bevinden zich vaak precies op de route, soms ook even bezijden het gebaande pad, om daarmee de wandelaar te verleiden tot een literaire omweg. Het mooist zou het natuurlijk zijn om het literaire Pieterpad gestalte te geven in de vorm van duurzame gevelstenen, tekstborden en keien met ingebeitelde teksten die de wandelaar bij toeval tegenkomt. Voorlopig moet hij het doen met deze vergankelijker papieren versie. Het gewicht ervan hoeft geen beletsel te zijn haar in de rugzak mee te nemen.



illustratie
Handwijzer in Pieterburen. Foto: Wim van der Ende




illustratie
Groninger land. Foto Alfred Oosterman


De Loo in Pieterburen

1 Tessa de Loo woonde begin jaren tachtig in Pieterburen. De Randstad ontvlucht schreef ze hier De meisjes van de suikerwerkfabriek, haar debuut. Maar belangrijker misschien: ze ontleende de stof voor haar roman Meander aan ‘Pieterburense toestanden’. Jarenlang was Pieterburen het domicilie van de geruchtmakende leefgemeenschap ‘Impuls’ en De Loo vond hierin een dankbaar onderwerp voor een roman. En hoewel ze het verhaal veiligheidshalve had overgeplaatst naar Zeeuws-Vlaanderen, was een van de voormalige bewoners van ‘Impuls’ zo lichtgeraakt dat hij de schrijfster een proces wilde aandoen. ‘Volgens hardnekkige geruchten overweegt één ex-lid van Impuls een aanklacht in te dienen tegen Tessa de Loo wegens smaad’, meldt het Nieuwsblad van het Noorden van 3 december 1986, al suggereert de krant dat het gerucht misschien door Martin Ros, haar uitgever, in de wereld is gebracht. In elk geval is er nadien van leefgemeenschap en proces niets meer vernomen. Het boek is wel goed verkocht, zeer goed zelfs.

Sytzama in Bellingeweer

2 Drie jaar oud was Clara Feyoena van Sytzama toen zij in 1732 verhuisde van Beslinga-State in het Friese Friens naar Bellingeweer in Groningen. Vanzelfsprekend had de peuter zelf geen stem in die verhuizing: haar vader besloot te hertrouwen met de Vrouwe van Bellingeweer, Geertrui Fuck. Het was niet de laatste beslissing van vader Sytzama die het leven van zijn dochter sterk beïnvloedde. Hij was het, die in 1746 besloot tot publicatie van de Bellingeweerder Uytspanningen, een bundel gedichten van de zestienjarige Clara. Het boekje is opgetuigd met een reeks van lofdichten van Groninger dichters met lang vergeten namen als Petrus Lollema en Frederika Alida Tegneus.

[pagina 29]
[p. 29]

De Bellingeweerder Uytspanningen verschenen enkele maanden nadat Gerard Nicolaas Heerkens een baksteen in de overigens kalm rijmelende Groninger dichtvijver had geworpen. In een pamflet had hij de vloer aangeveegd met alle prulverzen die er in het sociale circuit geschreven werden en in de schotschriften die volgden ontzag hij ook Clara niet. En niet helemaal onterecht: de verzen zijn kinderlijk maakwerk, waar de schrijfster zich later van zou distantiëren. Ondanks de titel is er weinig Bellingeweers aan. Haar kerkgang ontlokt haar slechts religieuze gemeenplaatsen: ‘Naar uw tempel ga ik, Heer, Nu al weer, Ach mogt ik met open oren Naar uw woord en uw gebod Grote God! Dog aandagtiglijk gaan horen.’

Het was haar privédocent Justus Conring die haar een andere, pastorale toon leerde aanslaan. Clara kwam terecht in een vriendenkring, waarin iedereen getooid ging met een herderspseudoniem en men elkaar onder die vlag frequent toezong. Uit de gedichten blijkt dat Clara (Fillis) en Conring (Coridon) in 1748 verliefd raakten. Clara dicht over een warme zomerdag (die we ons maar nabij Bellingeweer moeten voorstellen) dan bijvoorbeeld:

 
Toen ging Fillis zich verlusten
 
Daar een breede populier
 
Haar deed in zijn schaduw rusten;
 
O Hoe lieflijk was het hier!
 
[...]


illustratie
Anoniem, Clara Feyoena van Sytzama, 1746


 
Fillis hier dus neergezeten,
 
Deunde straks haar Herders lof.
 
't Rustend vee scheen op te leeven,
 
Op den naam van CORIDON,
 
't Windje zelf scheen zacht te
 
zweeven
 
Of 't de klanken vangen kon.

De liefde liep spaak op politieke meningsverschillen tussen Conring en, opnieuw, vader Sytzama. Conring stierf nog datzelfde jaar en Clara verliet op advies van haar vader Bellingeweer om een nieuw bestaan op te bouwen in Overijssel.

Schrijvers in Garnwerd

3 Sommige plaatsen mogen eenvoudig niet overgeslagen worden. Garnwerd is er een van: hier kwam Van Lennep langs tijdens zijn grote wandeling in de zomer van 1823, hier woonde Fritzi Harmsen van Beek jarenlang, hier heeft Louis Paul Boon in 1977 tot zijn genoegen iets gebruikt, want hier is café Hammingh: je loopt er aan voorbij als je even niet oplet, maar het heeft, met zijn literaire avonden, vele schrijvers van Garnwerd doen houden.



illustratie
Garnwerd. Foto Alfred Oosterman


Krol in Groningen

4 ‘O Groninge, pilaar en hoofdstad van de Friezen,/Van waar begint men best t' ontvouwen uwen lof?’ schreef Vondel in 1672 in zijn gedicht ‘Op de doorluchtige zege van Groningen’. De stad was juist bevrijd van de belegering door de bisschop van Münster, beter

illustratie

bekend als Bommen Berend. Groningen is van alle steden aan het Pieterpad het meest aanwezig in de literatuur, samen met Maastricht, aan het andere einde van die route. Gerrit Krol is geboren in Stad, zoals Groningers hun woonplaats kortweg noemen, en hij schreef er prachtige bladzijden over. De novelle Een ongenode gast uit 1988 bevat er vele. Het derde hoofdstuk beschrijft een wandeling van Eiso, een van de hoofdpersonages, die met het boek in de hand is na te lopen. En in hoofdstuk vier kijkt beeldend kunstenaar Johan Hooghiemstra over de daken van stad, wat hem brengt tot bespiegelingen over tijd en vergankelijkheid.

 

Johan stond voor het raam met de handen in zijn zij en hij keek over de stad heen. Wat hij zag was een rode zee. Een eeuwenoude nederzetting van huizen en straten - in een merkwaardig tweedimensionaal verband. Elk huis stond aan een straat, of aan meer straten tegelijk en elke straat bestond uit één of meer huizen. Merkwaardig vond hij, omdat die huizen in de loop der eeuwen plaats hadden gemaakt voor geheel andere huizen, terwijl de straten al die tijd dezelfde waren gebleven, een straat heeft nu eenmaal een veel langer leven dan welk huis ook. Hoe lang? Wanneer, peinsde Johan, zou bij voorbeeld de Kijk in 't Jatstraat ophouden te bestaan? Welke straat zal ophouden te bestaan, überhaupt?



illustratie

In Groningen heeft het tot tweemaal toe weinig gescheeld of hele straten waren verdwenen. In 1945 werd de binnenstad gebombardeerd door de Engelsen; rond de Grote Markt zijn de sporen daarvan nog steeds zichtbaar in de vorm van voortdurende nieuwbouwprojecten. En eeuwen eerder, in 1672, werd de stad geteisterd door Berends bommenregen. De stad verrees uit zijn as, en Vondel schreef: ‘O Groninge, uit het puin en as en stof verrezen,/Vergeet de weldaad niet, die God u heeft bewezen.’

 

vervolg op pagina 33


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken