Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 6 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 6
Afbeelding van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 6

(1992)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

‘Uitgangspunt is respect voor het boek’
Over het vertalen van Anne Fine
Huberte Vriesendorp

Er zijn veel dingen die mis kunnen gaan met een vertaling. Dat kan liggen aan de oorspronkelijke tekst, de te korte termijn waarbinnen de vertaling geleverd moet worden en natuurlijk vooral aan de vertaler zelf. Om te beginnen is vertalen gewoon werk. Het is niet iets waar je eens speciaal voor gaat zitten, dat je alleen doet wanneer je de geest krijgt, geïnspireerd bent of zoiets. Je doet het elke dag, de hele dag. Dus ook wanneer je geen zin hebt, of ongeconcentreerd bent, suf, katterig, verliefd, verstrooid en ja, ook wanneer je ziek bent. Je krijgt per slot van rekening geen ziektegeld, het werk moet op tijd af en je werkt toch thuis. Vertalen is bepaald geen hooggewaardeerd, goedbetaald werk; wil je ervan kunnen leven dan zit je in de continudienst. Bovendien is het moeilijk te plannen. Er zijn altijd momenten dat alles ineens tegelijk klaar moet zijn. Ook uitgeverijen hebben schema's met deadlines, en soms is er sprake van een coproductie en moet de vertaling dus in feite tegelijk klaar zijn met de oorspronkelijke tekst. Voor Dahls Revolting Rhymes had ik bijvoorbeeld maar twee weken. Ik heb altijd meerdere boeken tegelijk onder handen: naast het boek dat ik aan het vertalen ben, ligt er vaak ook nog een vertaling die al af is, maar nog helemaal nagekeken en verbeterd moet worden. Ik begin namelijk altijd met een zo snel mogelijk gemaakte vertaling. Omdat zeker voor kinderboeken de leesbaarheid voorop staat probeer ik een soepele, vlotte vertaling te krijgen door als een trein te vertalen zonder me te laten vertragen door al te lang piekeren of te veel letten op anglicismen e.d. Als je tot over je oren in een Engels boek zit weet je op een gegeven moment niet meer wat Nederlands en wat Engels is. Dan gebeurt het me wel dat ik denk: Daar moet een formulering voor zijn, dat weet ik zeker! en dan ineens heb ik het en blijkt het

[pagina 13]
[p. 13]

een Engelse uitdrukking te zijn. Zo kunnen de grenzen vervagen. Bovendien zult u ook wel de ervaring hebben dat bepaalde woorden of uitdrukkingen wanneer je ze maar genoeg herhaalt, er vreemd en eigenaardig beginnen uit te zien. U begrijpt dat daar een zorgvuldig nakijken en verbeteren op moet volgen, bij voorkeur nadat ik er een week of wat niet naar om heb gekeken zodat ik afstand genoeg heb om weer te kunnen zien of iets behoorlijk Nederlands is of niet. Daarbij komen dan nog vaak dingen als drukproeven, de eerste bladzijden van toekomstige boeken voor de dummy, het nogmaals nakijken van een eerder vertaald boek (vooral zorgvuldig als het om een haastboek gaat) en het bespreken ervan met de uitgever, die ook nog veranderingen voorstelt, en daarna het invoeren van de correcties en het opsturen van de floppy. En soms ook nog een klein prentenboekje voor tussendoor. U dacht misschien dat het leven van een vertaler van een benijdenswaardige rust is, en dat is het vaak ook wel en dat is, moet ik bekennen, een van de redenen dat ik ervoor koos, maar ongewild en onvoorzien kan het er soms hectisch aan toegaan.

 

Nu kom ik eindelijk op Anne Fine en dan zal meteen duidelijk worden waar deze lange inleiding toe diende. Het was namelijk in een drukke periode dat ik Madame Doubtfire vertaalde en toen ik de eerste vertaling grotendeels af had, werd ik nog ziek ook. U begrijpt waar het naar toegaat, het boetekleed. Want het is niet goed afgelopen met dat boek. Mijn dochter heeft het op de tekstverwerker gezet en verbeterd, en ik heb het zelf nog nagekeken in het ziekenhuis, maar kennelijk niet zorgvuldig genoeg, ook niet de tweede keer voor de bespreking met de uitgever. Gek genoeg had ik daar zelf geen idee van. Pas toen ik maanden nadat Juffrouw Tureluurs was uitgekomen, een stukje uitzocht voor de aanvrage van het aanvullend honorarium van het Fonds van de Letteren, dat je kunt krijgen voor een behoorlijke vertaling van een behoorlijk boek - daar moet altijd een kopie van een paar bladzijden uit de oorspronkelijke tekst bij - stuitte ik op allerlei slordigheden. De eerste zin die ik zag luidde: Miranda trok een uitgeputte grimas. Niet alleen lelijk, maar nog een volbloed contaminatie ook. Hoe kan ik zoiets nou niet hebben

[pagina 14]
[p. 14]

gezien? Overigens, bij het Fonds zijn ze ook niet gek, dus ik kreeg niks. En dat was echt niet omdat er iets aan het boek van Anne Fine mankeerde.

 

Ik heb een keer het eerste boek van een schrijver vertaald. Weliswaar na lang aarzelen, want al was het verhaal aardig, het werd stuntelig, met horten en stoten verteld. Je kunt onhandige zinnen wat handiger maken, maar aan de manier waarop de zinnen achter elkaar staan kun je meestal niet veel doen, zonder dat het een radicale ingreep betekent. En een van de belangrijkste eisen die je aan een vertaler mag stellen, is respect voor het boek. Je moet je er altijd van bewust zijn dat het niet jouw boek is maar het boek van iemand anders, waar je met je poten moet afblijven. Als de auteur bepaalde dingen anders had willen doen dan had hij dat wel gedaan. En van een onervaren schrijver kan ook een ervaren vertaler geen ervaren schrijver maken. Achteraf had ik het boek beter niet kunnen nemen, want het was een moeizame klus en ik had kunnen weten dat ik de schuld van de gebreken zou krijgen. Ik heb ook wel eens een boek aangenomen dat op het eerste gezicht, oppervlakkig bekeken, wel aardig leek, maar bij nader inzien - van zo dichtbij als alleen een vertaler een boek ziet - mij behoorlijk verveelde. De uitdrukkingsmogelijkheden van de hoofdpersonen bleven goeddeels beperkt tot glimlachen en wenkbrauwen fronsen. En omdat het een ernstig boek was werd er wat afgefronst. In het Engels valt dat minder op, daar staat alleen frown; in het Nederlands krijgt het meer nadruk vanwege de bijkomende wenkbrauwen, maar dat kun je tenminste nog eens af en toe afwisselen met een voorhoofd. Het valt bij een dergelijk boek niet mee erin te komen en vooral niet erin te blijven.

 

Van dit alles is bij Anne Fine geen sprake, haar boeken worden nooit vervelend of saai en ze zijn uitstekend geschreven. Ik heb pas nog een boek van haar vertaald, The Book of the Banshee. En als we het over de speciale vertaalproblemen van Anne Fine's boeken gaan hebben, laten we hier dan mee beginnen. Want een Banshee kennen wij hier niet. Het is een soort geestverschijning uit de Ierse en Schotse folklore, een vrouw die jammerend en

[pagina 15]
[p. 15]

gierend rondwaart als een voorbode van dood en verderf. En in dit boek is de banshee het centrale thema. Hoe een puber die plotseling van een lief meisje in een verschrikking, een banshee, is veranderd, van het huis een slagveld maakt, beschreven door - haar broertje. Hij leest net een boek over de eerste wereldoorlog, waarin het gieren van de granaten over de loopgraven ook banshee wordt genoemd; en hij trekt voortdurend paralellen met de toestand thuis en de oorlog in het boek. U begrijpt dat er geen oplossing is voor dit probleem. Maar het is een goed boek en het zou zonde zijn om het om die reden dan maar niet te vertalen. Ook al weet je van te voren dat er geen bevredigende oplossing is en dat de constructie daardoor wat minder sluitend wordt, er blijft genoeg over om het de moeite waard te maken. Vervolgens is het een kwestie van scharrelen, modderen en vooral verdonkeremanen, want het beste waar je op kunt hopen is dat het niet opvalt. In dit geval ontwierp ik een soort mythische hellekat om de banshee functie over te nemen en veegde die waar het te veel op zou vallen onder het kleed. Wanneer ik zoiets vertel is het altijd mijn grote angst dat iemand op zal staan en zeggen: Waarom noemde je het niet gewoon ....! en met de volmaakte oplossing aan komt zetten.

 

Wat zeker een probleem is bij Anne Fine, is dat zij zoveel herkenbaarheid in haar boeken doet; d.w.z. veel dingen die Engelse schoolkinderen kunnen herkennen, maar Nederlandse niet of veel minder. Nu moet je altijd kiezen of je een boek op de oorspronkelijke locatie laat spelen of dat je de hele zaak verhuist naar Nederland. In principe doe ik dat laatste alleen met boeken voor kleine kinderen. Grotere kinderen zien dagelijks het leven in andere landen op de tv en zullen dan ook minder problemen hebben met boeken die elders spelen. Bovendien raakt bij verhuizingen altijd wel wat zoek. Maar ook al blijf je met het verhaal in Engeland, toch moet je voortdurend kiezen wat je wel en wat je niet vertaalt. Vooral bij boeken met een hoog werkelijkheidsgehalte valt dat niet altijd mee. Het is bv. altijd modderen met de namen van mensen, winkels, straten, producten en boektitels. De hoofdpersoon heet Will Flowers. Goed, van Will kun je een ‘l’ afhalen, maar moet je er Wil Bloemen van maken? Nee, het zou

[pagina 16]
[p. 16]

in Engeland spelen. Maar Flowers is lastig uit te spreken, dus een compromis: een naam zoeken die zowel in Engeland als Nederland gewoon is en ongeveer hetzelfde wordt uitgesproken. Ik koos voor Winter. De naam Muffy liet ik zo omdat ik het een lieve en aanvaardbare naam vond voor een klein meisje. Namen van winkels kun je vervangen door de soortnaam, bv. supermarkt en warenhuis. Maar wat moet je met de boektitels die voorkomen? B.v. ‘Far from the madding crowd’, zowel boek als schrijver zijn niet erg bekend in Nederland. Met die titel wordt bovendien een grap gemaakt: een eigenwijze leraar heeft het over ‘the maddening crowd’. Als je dat zou laten staan, staat er een totaal onbegrijpelijk stukje in het boek, dus je moet het vertalen. Dan ga je op zoek: het moet een Engels boek zijn, bekend of op zijn minst van een bekende schrijver, liefst in Nederlandse bibliotheken verkrijgbaar in vertaling, met een titel waar een niet al te geforceerde vergissing in gemaakt kan worden. Ik koos voor ‘Het grauwehuis’ van Dickens, met als foute versie ‘Het grijze huis’. De naam van de straat waar ze woonden luidde Beechcroft Avenue. Veel te moeilijk. Ik kon wel gaan zoeken naar een Engelse straatnaam die gemakkelijker in het Nederlandse gehoor ligt, maar in dit geval koos ik maar voor een simpele, hopelijk onopvallende Nederlandse naam, de beukelaan, ook vanwege de klank van ‘de hellekat van de beukelaan’. Dan zijn er nog de problemen die de vergelijking met de loopgravenoorlog opleverd. W.O. I heeft Engeland een trauma opgelevert en de gebeurtenissen van toen en de bijbehorende uitdrukkingen zijn daar gemeengoed geworden, zoals de kreet waarmee de soldaten de loopgraven uit klommen om ten aanval te gaan: ‘Over de top’. Een dergelijke herkenbaarheid is in het Nederlands natuurlijk onbereikbaar. Oorlogvoering en leger nemen in Engeland toch al een heel andere en veel centralere plaats in dan bij ons.

Onderhand zult u wel denken dat De Hellekat een slap aftreksel moet zijn van Anne Fines Banshee. Dat is hoop ik niet het geval. Ik hoop dat het ook in het Nederlands een goed boek is, dat bovendien behoorlijk vertaald is. Ik hoop in elk geval vurig dat ik de vertaling nog behoorlijk zal vinden wanneer ik er in het voorjaar aanvullend honorarium voor ga aanvragen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken