Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liter. Jaargang 1 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liter. Jaargang 1
Afbeelding van Liter. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Liter. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liter. Jaargang 1

(1998)– [tijdschrift] Liter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Christelijk literair tijdschrift


Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Signaleringen
Tjerk de Reus [redactie]

God in het werk van Nescio

In het boek De God van denkers en dichters schrijft een aantal vrienden van Samuel IJsseling opstellen in reactie op het boek Apollo, Dionysos, Aphrodite en de anderen. In dit boek uit 1994 betoogde IJsseling dat de hedendaagse mens weer gevoelig zou zijn voor het polytheïsme van de oude Grieken, omdat een absolute, eenvormige God niet meer aansluit bij ons wereldbeeld. Ik werd nieuwsgierig gemaakt door de titel van het boek De God van denkers en dichters. Een beetje teleurgesteld moet ik melden dat het overgrote deel van dit boek van zeer filosofische aard is en niet of nauwelijks toegankelijk voor niet-filosofen.

Eén opstel vormt een uitzondering, dat van Paul van Tongeren. Deze schrijft over God in het werk van Nescio. Zijn belangrijkste conclusie luidt dat de persoonlijke God erg ver weg is in de literaire wereld van Nescio. Niettemin blijft er nog steeds een relatie tot ‘iets als Godsbestaan. [...] Maar deze God lijkt meer op een heidense God. Hij wordt vooral in de natuur aangetroffen en expliciet onderscheiden van de God die uit een boek wordt gekend. Het is een God, zoals we die misschien kennen in de manier waarop de uitroep “mijn God” in het alledaagse spraakgebruik wel fungeert. Maar de uitroep is geen aanroeping. Het is juist zinloos deze God aan te roepen.’ Voor geïnteresseerden in het thema God en Nescio is dit een belangwekkend opstel. (Boom Amsterdam, 253 blz.) [tjdr]

Auke Jelsma

Ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van Auke Jelsma verscheen het boek De briefbezorger. Hierin is een groot aantal artikelen van de hand van Jelsma verzameld, voorzien van commentaar door vrienden. Uiteraard kwamen ook de verhalen van Jelsma in aanmerking voor deze bundeling. Jelsma koos er drie uit, waarbij Hans Werkman commentaar leverde. Dit boek is vooral interessant omdat het het beeld van Jelsma's schrijverschap completeert. Hij doceerde 28 jaar lang kerkgeschiedenis aan de theologische universiteit van de Gereformeerde Kerken (syn.) te Kampen. Dit werk heeft alles te maken met zijn literaire werk. Een voorbeeld daarvan is de laatste roman van Jelsma, Vluchtgang, waarin een kerkhistorisch congres de achtergrond vormt van het verhaal. Een van Jelsma's laatste publicaties, Kruis en zwaard, lijkt de niet-fictionele versie van dezelfde gebeurtenis te zijn: een bundel met opstellen over de kruistochten, samengesteld naar aanleiding van een congres te Kampen over de kruistochten. Ook

[pagina 81]
[p. 81]

is er een interessant autobiografisch opstel, dat zijn waarde kan bewijzen in beschouwingen over Jelsma's leven en literaire werk. (Kok Kampen, 275 blz.) [tjdr]

Het geheim van een waan

Meint R. van den Berg publiceerde zijn zesde roman: De dood van Gemma. Het is een boek waarin Van den Berg op een bekende manier te werk gaat. Met gebruikmaking van bijbelse gegevens, componeert hij een eigentijds verhaal. Met name de roman De twee getuigen was geheel gebouwd op dat principe, terwijl in de andere boeken van Van den Berg bijbelse elementen vaak een belangrijke rol spelen. In dit boek wordt al snel duidelijk waar Van den Berg zijn vertrekpunt heeft genomen. Nadat je gelezen hebt dat een zekere stad Sodoborough door een ramp totaal verwoest is, dat een man met zijn twee dochters wist te ontkomen, hierbij geadviseerd werd door twee engelen, dat zijn vrouw omkwam omdat zij omkeek, - al na een paar bladzijden is het duidelijk dat deze roman gebaseerd is op de geschiedenis van Lot. Inderdaad, ook meneer Lotsy uit Van den Bergs roman had een rijke oom bij wie hij opgroeide, woonachtig te Abraville. Botsende zakelijke belangen deed Lotsy afscheid nemen van deze dominante oom.

Wat sterk afbreuk doet aan de kwaliteit van dit nieuwe boek van Van den Berg, is de stijl. De schrijver begeeft zich geen moment buiten de paden van de vertrapte cliché's. Daar komt bij dat de plot onbevredigend verloopt. De twee dochters hebben ooit hun vader dronken gevoerd en vervolgens zich laten bevruchten door hem. Lotsy weet hiervan niets meer af, maar de resultaten liegen er niet om: de beide dochters zijn zwanger. Pas aan het slot van de roman komt Lotsy achter dit schokkende feit. De manier waarop Van den Berg aan dit verhaalelement vorm heeft gegeven, is niet erg overtuigend. Ook zijn verwerking van de schok doet ireëel aan, evenals de motieven van de dochters. Het feit dat Van den Berg een interessante problematiek aansnijdt in dit boek, namelijk de ervaring van een grote ramp en de gevolgen ervan voor het geloof, kan de roman jammer genoeg niet redden. [tjdr]

Drie vrouwen

Ik heb een dode David lief heet de toneeltekst die Kees van der Zwaard schreef in opdracht van Theaterwerkplaats Ode. Van der Zwaard brengt drie tot de verbeelding sprekende vrouwen uit het leven van koning David samen in één vertrek: Michal, Davids eerste liefde, Batseba en Abisag, het meisje dat de oude koning warm moet houden. De vrouwen treffen elkaar in een soort wachtportaal voor de slaapkamer waar David op sterven ligt. Gedurende vier scènes neemt de spanning steeds toe. Batseba is de baas. De kinderloze Michal

[pagina 82]
[p. 82]

heeft heimwee naar haar herdersjongen en speelt de rol van ontmaskeraar, vlijmscherp maar verbitterd: ‘Welke God? De God van de schapen of de God van het leger?’ Abisag tenslotte zingt naïef(?) de psalmen van de bewonderde koning.

Een toneeltekst lezen alvorens het stuk gespeeld te zien, wekt verwachtingen van een bijzondere soort: dit wordt straks uitgebeeld! - en maakt met een beetje geluk de voorstelling tot een feest van herkenning. Op het eerste gezicht zit er in deze tekst overigens wel veel theologie en weinig ontwikkeling, iets wat de auteur bij het eerdere Consorte (over Hosea) een beetje opbrak. Van der Zwaard, enkele jaren terug nog dominee, is ondanks zijn originaliteit zijn roeping bepaald niet kwijt. Dat maakt nieuwsgierig naar wat er in de regie van Nathalie Holwerda op de planken met die tekst gebeurt.

Speellijst: 010-47 60 508 (zaterdag 23/1 Utrecht, vrijdag 5/3 Hoogeveen).

Tekst: uitgeverij Narratio, Gorinchem, f15,00. [gvdh]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Gerda van de Haar

  • Tjerk de Reus

  • over Auke Jelsma

  • over Meint R. van den Berg

  • over Kees van der Zwaard