Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liter. Jaargang 11 (2008)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liter. Jaargang 11
Afbeelding van Liter. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Liter. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liter. Jaargang 11

(2008)– [tijdschrift] Liter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

Chava Pinchas-Cohen
Gedichten

Angst

 
Ieder kind kwam tevoorschijn, met een mandje vruchten,
 
vruchten voortgebracht door het land en door de man
 
en hij zegende. De zonnestralen
 
en het maanlicht en alle mineralen van de aarde
 
gingen door het kind heen,
 
en terwijl Sultanina-rozijnen, doorzichtig
 
als citrushoning, walnoten, met de vouwen
 
van een menselijke puzzel, amandelen, ingepakt
 
in een tweede huid, en een gedroogde vijg waarvan de zaden
 
gouden munten lijken - suikerzoete schat -
 
in een palm die een kindervuist werd verdwenen -
 
botsten de tektonische platen in mij,
 
grote gaten en grotten
 
stalactieten en stalagmieten ontstonden
 
om elkaar van onder en boven tegen te komen
 
zulke ongelooflijke kleuren, ik zweer het,
 
alles stortte donderend in,
 
als ridders met kletterende wapens
 
en het dak van de grot kwam met hen naar beneden.
 
 
 
En toen de deur dichtging en de laatste voetstap wegstierf
 
braakte ik angsten uit
 
in een wit porseleinen babybadje.

Oorspronkelijke titel: ‘Fachad’, 15e Shevat, 5753 (1993).

Deze gedichten zijn uit het Hebreeuws vertaald door de hebraïci Yaniv Hagbi, Yael Moshe, Daan Visser en de Liter-dichters Menno van der Beek (‘Angst’ en ‘De naam heeft’) en Liesbeth Goedbloed (‘Aan de vooravond van het feest’).

[pagina 18]
[p. 18]

De naam heeft

 
Iedereen is al naar de berg, om te wachten,
 
af te wachten, heel stil te wachten,
 
zelfs de ezels en kamelen zijn opvallend rustig,
 
en in de stilte piepte geen vogel
 
en geen kind op de schouder van haar vader,
 
in dezelfde ondragelijke stilte als eerst
 
een groot en verschrikkelijk ding
 
en toch wilde ik nog
 
de was ophangen,
 
tijd nemen om me op te frissen,
 
en ik warmde de babymelk op, dat ze niet verhongert,
 
of, in godsnaam, begint te huilen op het verkeerde moment,
 
hoe lang duurt het nog, wachten
 
tot de was droog is en de baby ook.
 
Niemand wist het.
 
En ik zag dat een briesje
 
als de adem van een slapende man
 
door de was ging,
 
en de buik van mijn nachtpon bolde op
 
en het tafelkleed voor de sjabbat
 
werd een zeil in de woestijn
 
en vandaar gingen we de lucht in,
 
ver weg naar een plek
 
 
 
waar we granaatappels plukten en dropen van het sap,
 
naar een plek waar de liefde
 
de naam heeft.

Oorspronkelijke titel: ‘Sjem meforasj’.

[pagina 19]
[p. 19]

Aan de vooravond van het feest

I
 
De botten krakend van haar scheve, spitse nek
 
en langs haar ruggengraat omlaag -
 
ik plantte een scherp, zwart mes
 
in de vochtige, meegaande huid
 
tussen haar dijen. (Heel goed gedaan.)
 
Ik trok haar poten uit elkaar
 
en toen haar opgevouwen vleugels
 
(tegen haar witte lichaam, dat bleker was dan ooit)
 
en daarna waste ik mijn handen schoon
 
van de soepkip van mijn zonden
 
voor het feest van morgen.
 
En de gewijde geur van wortels, uien, selderij,
 
aardappels, dille, specerijen en kippenpoten steeg op
 
en vulde de kamers.
II
 
Zes granaatappels in een Armeense, porseleinen schaal,
 
die versierd is met kobalt en kabbalistisch blauw.
 
Zes roodwangige granaatappels troosten mijn ogen,
 
mijn ziel. Mijn handen zijn scharlakenrood van granaatappelsap,
 
mijn handen zijn schoon. Ik zweer het.
 
In de achtertuin bindt iemand boomstammetjes aan elkaar
 
om een tijdelijk schaduwplekje te creëren
 
en iemand anders doet een aanslag op de fundamenten van mijn huis.
 
 
 
Want 's nachts tussen de aftakelende muren,
 
klinkt de aanklacht van colonnes bruine mieren
 
die de kasten binnendringen.
 
In de hoeken bouwen bleekpotige spinnen
 
hun huizen, leggen harige eieren
 
alsof wij al gegaan zijn, lege kamers hebben achtergelaten.

Oorspronkelijke titel: ‘Erev chag’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Chava Pinchas-Cohen


vertalers

  • Menno van der Beek

  • Liesbeth Goedbloed

  • Yaniv Hagbi

  • Daan Visser

  • Yael Moshe